Hoofdstuk 14 - Schildklier- en bijschildklierchirurgie Flashcards
Wat zijn potentiële complicaties van schildklier- en bijschildklierchirurgie?
- Postoperatieve bloeding: verstikkingsgevaar
- Stembandveranderingen: unilaterale of bilaterale recurrensparalyse, paralyse n. laryngeus superior, schade m. cricothyroïdeus
- Hypoparathyroïdie
Wat wordt beter verdragen: een unilaterale recurrensparalyse of bilaterale recurrensparalyse?
Een bilaterale recurrensparalyse gezien de beide stembanden paramediaal gaan staan. Op lange termijn kan echter wel een stridoreuze ademhaling voorkomen.
Hoe wordt het risico op postoperatieve hypoparathyroïdie ingeschat?
8u na de operatie wordt PTH gemeten. Indien dit hoger ligt dan 15 picrogram/dl is de kans op hypoparathyroïdie praktisch onbestaande.
Hoe wordt een postoperatieve hypoparathyroïdie behandeld?
2g calcium per dag + vitamine D tot de calcemie terug genormaliseerd is.
Wat zijn de voordelen van totale thyroïdectomie voor multinodulair struma?
- Heringrepen door recidieven worden vermeden (complicaties doen zich namelijk vooral voor bij heringrepen)
- Indien bij histologisch onderzoek maligniteit wordt gewonden is naresectie eenvoudiger of niet meer nodig
Wordt thyroïdectomie van lateraal naar mediaal gedaan of van mediaal naar lateraal? Waarom?
Van mediaal naar lateraal. Dit heeft enkele voordelen:
- Minder dissectie nodig aan de grote vasculaire assen bij grote multinodulaire stroma’s
- Minder blinde manipulaties in het bovenste mediastinum bij duikend kropgezwel
- Vascularisatie van de parathyroïden beter bewaard
Wat is het verschil tussen thyroïdectomie voor een papillair / folliculair schildkliercarcinoma en thyroïdectomie voor een medullair schildkliercarcinoma?
Bij een papillair of folliculair schildkliercarcinoma wordt het fibroadipeus en lymfeklierweefsel enkel weggenomen indien verdacht op adenopathie. Bij een medullair carcinoom wordt halsregio VI sowieso uitgeruimd.