Hoofdstuk 9: Ontwikkelingsstoornissen: ADHD en ASS Flashcards
Specificiteit kinder- en jeugdpsychiatrie
- Kinderen en jongeren zoeken meestal niet zelf hulp voor hun problemen.
- Kinderen en jongeren zijn afhankelijk van het gezin en hun functioneren houdt vaak direct verband met de gezinssituatie.
- Bij het beoordelen van problemen bij kinderen en jongeren worden gegevens van andere informanten dan de patiënt zelf sterk meegewogen.
- Kinderen en jongeren zijn in biologisch en psychosociaal opzicht onrijp.
- Het ontwikkelingsniveau van het kind of de jongere bepaalt de wijze van communiceren.
- Interventietechnieken en de organisatie van zorg voor kinderen en jongeren wijken af van die voor volwassenen.
Definitie psychiatrische stoornis bij kinderen en jongeren
- Niet passend bij de leeftijd.
- Niet te corrigeren, hier is er een opdeling tussen psychiatrie VS orthopedagogiek = sommige gedragsproblemen hebben te maken met opvoedingsgegeven, maar soms ook door psychiatrische stoornis en dan is het niet te corrigeren door opvoeding.
- Algemeen functioneren nadelig beïnvloeden.
- Het kind zelf en/of zijn omgeving doen lijden.
- Mogelijke stagnatie van de ontwikkeling.
- Biopsychosociale benadering.
- Ontwikkelingspsychopathologie = hier zien we dat de kenmerken (fenotypering) variëren afhankelijk van ontwikkelingsleeftijd (in tegenstelling tot de vorige hoofdstukken waar het voor ongeveer alle volwassenen hetzelfde was).
Prevalentie ontwikkelingsstoornissen
- 2-5% prevalentie van ADHD
- Autisme/ASS = minder dan 1%
- Gedragsstoornissen = ODD/CD zitten beetje tussen ASS en ADHD
Fysiopathogenese ontwikkelingsstoornissen
- Genetica bij ontwikkelingsstoornissen= hoge genetische component
Klinische kenmerken ADHD
ADHD: Attention Deficit Hyperactivity Disorder
Triade van symptomen (Kernsymptomen)
- Aandachtstekort:
* Selectieve aandacht
* Verdeelde aandacht
* Volgehouden aandacht: bij saaie monotone taken verloopt dit moeilijk bij ADHD’ers.
- Hyperactiviteit (verbaal en motorisch, meer bij meisjes)
- Impulsiviteit (beperkte impulscontrole, controleverlies)
Bijkomende diagnostische criteria
Duration: De criteria zijn voldaan gedurende de afgelopen zes maanden.
Age of onset: Enkele symptomen waren vóór het twaalfde* levensjaar aanwezig.
Pervasiveness: Enkele beperkingen zijn aanwezig op twee of meer terreinen (school, thuis, vrije tijd)
Impairment: Significante beperkingen in het sociale, schoolse of beroepsmatige functioneren.
Discrepancy: Symptomen zijn in een mate onaangepast en niet passend bij het ontwikkelingsniveau.
Exclusion: Symptomen zijn niet toe te schrijven aan een andere psychiatrische stoornis.
*Bij de DSM-IV was dit nog 7 jaar. De reden waarom de leeftijd is verhoogd, is omdat de cognitieve cluster beter geobserveerd kon worden wanneer het kind op lagere schoolleeftijd zit. Voor 7 jaar had men weinig observatiegegevens.
Ontwikkelingspathologie
Bij ontwikkelingsstoornissen verschillen de klinische symptomen naargelang de leeftijd.
Ontwikkelingspathologie infants en kleuters (afbeelding p120)
Men hanteert een apart classificatiesysteem, namelijk DC:0-3R.
Een bepaald type van regulatiestoornissen zou een voorloper van ADHD kunnen zijn. Bij de regulatiestoornissen zien we vaak dat het kind zijn/haar gedrag moeilijk kan reguleren, wat zich uit in moeilijk eten en slapen, veel huilen, … Een bepaald deel van de kinderen met een regulatiestoornis (subtype 3: motorisch gedesorganiseerd) zal nadien evolueren naar ADHD.
Klinische kenmerken zitten in elk ontwikkelingsbeloop = meestal tussen 6 en 12 jaar
Adhd is Neurobiologische ontwikkelingsstoornis = betekent dat die eigenlijk neurologisch al ergens aanwezig is = het is dus niet zo dat je opeens ADHD ontwikkelt na je 6 jaar.
Deze symptomen bij kinderen tussen 0 en 3 jaar kunnen voorloper zijn van ADHD —> men ziet dat die kinderen op latere leeftijd diagnose van ADHD krijgen.
Ontwikkelingspsychopathologie kleuters
- Verminderde intensiteit en duur van het spelen (niet pluis)
- Motorische onrust (is raar, aangezien activiteitsniveau van kleuter heel hoog ligt).
- Geassocieerde problemen:
- Ontwikkelingstekorten: grove en motorische ontwikkeling, zindelijkheid, taal- en spraakontwikkeling > bij kids met ADHD: hogere prevalentie van ontwikkelingstekorten.
- Oppositioneel opstandig gedrag: ze stellen meer dan gemiddeld grensoverschrijdend gedrag. Een kleuter soms agressief kan zijn > in de ontwikkelingscontext gaan bekijken. (prikkelbaar en regelovertredend, aftastend).
- Problemen in de sociale ontwikkeling. (ruzie met leeftijdsgenootjes).
Ontwikkelingspsychopathologie Lagere schoolleeftijd
De klinische items gaan zich pas voordoen op lagere schoolleeftijd
- Afleidbaarheid
- Motorische onrust
- Impulsief gedrag
- Disruptief gedrag
- Geassocieerde problemen:
- Specifieke leerstoornissen: meestal normaal IQ, maar vaak dyslexie, dyscalculie, …
- Agressief gedrag
- Laag zelfbeeld
- Schooldoublure: door leerstoornissen en onvoldoende afgestemde ondersteuning
- Afwijzing door leeftijdsgenoten
- Familiale problemen: ADHD kan stress met zich meebrengen in de opvoeding.
Ontwikkelingspsychopathologie Adolescenten
- Moeilijkheden in plannen en organiseren: het executieve is onderhevig aan immaturiteit (niet abnormaal, maar nog erger bij stoornis).
- Vermindering van motorische onrust: tijdens het midden van de adolescentie vermindert dit (ADHD verdwijnt niet, maar dit gegeven komt minder vaak terug).
- Geassocieerde problemen:
- Grensoverschrijdend gedrag (meer dan gemiddeld)
- Alcohol- en drugsproblemen: het experimenteel gedrag dat op deze leeftijd voorkomt, gaat zich uiten in meer problematisch gedrag. Het gebruik van alcohol en drugs gaat meer risico geven tot misbruik en zelfs afhankelijkheid.
- Affectief-emotionele problemen
- Ongevallen
Ontwikkelingspsychopathologie Volwassenen
- Restsymptomen: het klassieke beeld van ADHD (de triade) zien we veel minder. Comorbiditeit met andere psychiatrische pathologie is hier groot (gedragsstoornissen, externaliserende en internaliserende stoornissen).
- Geassocieerde problemen:
- Andere psychische aandoeningen: grote diversiteit aan comorbide psychische problemen, zoals internaliserende (angst-, eet- en stemmingsstoornissen) en externaliserende stoornissen (gedragsproblemen en persoonlijkheidsstoornissen).
- Antisociaal gedrag.
- Verminderde professionele prestaties
ADHD samenvatting
De ADHD-symptomatologie verandert doorheen de tijd. Op de lagere schoolleeftijd zien we het klassieke beeld van ADHD. Tijdens de infantperiode zien we meer de regulatieproblematiek (als voorloper van ADHD). Op kleuterleeftijd gaat het voornamelijk over motorische onrust, problemen bij het spelen, … Tijdens de adolescentie vermindert deze motorische onrust. Bij de volwassenen gaat het enerzijds over het restbeeld dat zowel op de cognitieve als de gedragsmatige cluster disfuncties kan betekenen, en anderzijds over een heel breed heterogeen gamma aan comorbide psychiatrische problemen.
Ontwikkelingsverloop ADHD (afbeelding p122)
Er is een zeer hoge psychiatrische comorbiditeit met andere stoornissen (wanneer diagnose goed gesteld is en er niet zomaar is gepsychiatriseerd). Ongeveer 70% van patiënten met ADHD hebben comorbide pathologie. Die comorbiditeit gaat de behandeling sturen (ADHD kan op verschillende aspecten invloed hebben (rechts))
Classificatie ADHD (afbeelding p122)
De term ADD bestond vroeger, maar hoort nu niet meer bij de DSM (was wel goed voor patiënten, want de H van hyperactiviteit stond daar niet in). Nu heet alles ‘ADHD’ en men gaat opdelen = afhankelijk van welke cluster aanwezig is:
- Ofwel beide clusters aanwezig = cognitieve (aandachtstekort) en gedragsmatige (hyperactiviteit/impulsiviteit) = gecombineerde type.
- Ofwel is een van de 2 in overgewicht:
- Cognitieve cluster weegt door = wat men vroeger ADD noemde = overwegend onoplettend type.
- Gedragsmatige cluster weegt door = overwegend hyperactief/impulsief type.
Hyperactief/impulsief beeld zien we eigenlijk bijna alleen maar op kleuterleeftijd omdat daar de cognitieve cluster moeilijk al kan beoordeeld worden. Als we die kleuters verder opvolgen, gaat het hyperactief/impulsief type evolueren naar het gemengd type. Op lagere schoolleeftijd = het gecombineerde of het onoplettend type (ADD) Opdeling is handig, maar men wou het vroegere ADD beeld in de DSM eerst niet bij ontwikkelingsstoornissen, maar bij internaliserende (angst- en stemmingsstoornissen) zetten → toont dat die mensen een andere klinische manifestatie vertonen