Hoofdstuk 6: Stemmingsstoornissen Flashcards
Black dog metafoor
Bij stemmingsstoornissen is preventie en interventie heel belangrijk “Black dog”: metafoor als men spreekt over depressie (zie filmpje ppt -> zwarte hond die je altijd en overal achtervolgt = zo voelt een depressie ook aan).
Symptoomcriteria/klinische kenmerken depressieve episodes (definitieve episodes)
Het gaat bij de depressieve episode over een kwantitatieve benadering: men spreekt over 5 of meer symptomen, waarbij er minstens 1 binnen het actieve cluster aanwezig is.
- Affectieve symptomen (minstens 1): kernsymptomen
(Affect = kortdurend, gelinkt aan wat er op dat moment bezig is / Stemming = langdurig, duurzaam patroon).
- Overheersende sombere stemming
- Verminderde interesse of een verminderd vermogen om plezier te beleven (Dit vermogen op plezier te beleven kan ook afwezig zijn (= anhedonie)). Dit plezier zorgt ervoor dat de patiënt geen toekomstbeeld meer heeft waardoor suïcide opduikt.
- Lichamelijke symptomen:
- Vermindering of toename van de eetlust en het gewicht = jojo-effect
- Verstoring van het slaappatroon (vroeg wakker, in- en doorslaapmoeilijkheden) (inslaapklachten komen vaak voor, maar ook doorslaapklachten gelinkt aan slaaparchitectuur. Vroeg wakker worden en dan niet meer kunnen doorslapen is een teken van depressie, daardoor worden depressieve gevoelens opgewekt of versterkt (door slaapdeprivatie).
- Veranderingen in de motoriek (remming of agitatie)
- Vermoeidheid of verlies van energie. (energie terug activeren is moeilijk) - Cognitieve symptomen:
- Zelfverwijten en schuldgevoelens (kunnen een waanachtig karakter hebben in een psychotische episode)
- Verminderd concentratievermogen of besluiteloosheid
- Gedachten aan de dood of suïcide
Duur: gedurende ten minste 2 weken.
3 clusters zijn belangrijk (behandeling zal dus deze 3 clusters moeten aanpakken).
Symptoomcriteria (hypo)manische episodes (definitieve episodes)
Symptoomcriteria manische episode
1. Affectieve symptomen: kerncluster
- Verhoogde, expansieve of prikkelbare stemming (prikkelbare stemming eerder bij kinderen en vooral bij adolescenten (episode verschilt dus qua leeftijd).
- Bijkomende symptomen (3 of 4 aanwezig):
- Opgeblazen gevoel van eigenwaarde of grootheidsideeën (kunnen waanachtig karakter hebben (kan men corrigeren, maar kan ook overgaan tot waan)
- Verminderde behoefte aan slaap
- Spraakzamer dan gebruikelijk of spreekdrang (woordenvloed)
- Gedachtevlucht (hak op tak springen) of de subjectieve beleving dat de gedachten jagen
- Verhoogde afleidbaarheid
- Toeneming van doelgerichte activiteit of psychomotorische agitatie
- Ontremming (bv. koopwoede, ontremming op gebied van seksuele relaties, …) = decorenverlies (inhibitiesysteem in PFC is ontregeld).
Duur: gedurende ten minste 1 week (of ziekenhuisopname/hospitalisatie)
Verschil manie en depressie
Aandacht en concentratie: hypervigiliteit (M), hypovigiliteit (D)
Tempo van het denken: Gejaagd (M), Geremd (D)
Inhoud van het denken:
Grootheidswanen (M) Depressieve wanen (schuld, zonde, armoede, nihilistisch)
als wanen bij depressie komen wordt het een psychotische depressie. (D)
Gevoel van eigenwaarde:
Overmatig zelfbewustzijn (M), Gevoel van insufficiëntie (D)
Lichamelijke mogelijkheden:
Onkwetsbaarheid (M), Hypochondrische wanen (D)
Stemming:
Eufoor (M), Depressief (D)
Eetlust:
Toegenomen (M), Afgenomen (D)
Psychomotoriek en spraak:
Versneld (M), Vertraagd (D)
Sociaal gedrag:
Overactief, intrusief (M), Teruggetrokken, vermijdend (D)
Energieniveau:
Hoog (M), Laag (D)
Hypervigiliteit
waakzaamheid bij manie, tegenovergesteld van hypovigiliteit.
Hypovigiliteit
verlaagde waakzaamheid bij depressie Inhoud van denken: kunnen een waanachtig karakter hebben, maar het kan ook een waan zijn. De thematiek van de wanen kan anders zijn bij depressieve en manische episodes.
Gevoel van eigenwaarde
gevoel van insufficiëntie = verlaagd zelfbeeld en verlaagde eigenwaarde.
Symptoomcriteria hypomane episode
- Gelijkend op manische episode, maar minder ernstig.
- Verhoogde, expansieve of prikkelbare stemming.
- De episode is niet ernstig genoeg om duidelijke beperkingen in het sociaal of beroepsmatig functioneren te veroorzaken of een opname in een ziekenhuis noodzakelijk te maken, en er zijn geen psychotische verschijnselen. (<-> manische episode).
Gedurende (tenminste) vier dagen.
Symptoomcriteria gemengde episode
- Er wordt voldaan aan de criteria van zowel een manische episode, als die van een depressieve episode.
- De stemmingsstoornis is voldoende ernstig om duidelijke beperkingen in werk, sociale activiteiten of relaties met anderen te veroorzaken, of opname in een ZKH noodzakelijk te maken om de schade voor zichzelf of anderen te voorkomen, of er zijn psychotische kenmerken.
- De symptomen zijn niet het gevolg van de directe fysiologische effecten van een middel (bv drugs, medicatie of andere behandeling) of somatische aandoening (bv hypothyreoïdie= schildklier geeft bij te snelle of trage werking stemmingsproblematiek). (Bij stemmingsstoornis speelt voornamelijk een schildklierpathologie een rol bij unipolaire en bipolaire stemmingsstoornissen.)
Gedurende tenminste één week.
Kenmerken/specificaties depressieve stoornis (uni)
Men gebruikt specificaties/onderwerpen om te bekijken om zo de patiënt beter te kunnen beschrijven en behandelen, men wil zorg op maat verschaffen, dus specificaties zijn belangrijk.
- Eénmalig versus recidiverende depressieve episode.
- Ernst van de symptomen: licht, matig of ernstig (invloed op behandelbeleid).
- Licht
- Matig
- Ernstig - Aard van de symptomen
- Psychotische kenmerken
Stemmingscongruente wanen en hallucinaties.
- Katatone kenmerken
Motorische kenmerken: onbeweeglijkheid, overmatige activiteit, eigenaarde psychomotoriek, … (bij een zeer ernstige vorm van een depressieve stoornis). - Melancholische kenmerken
Ontbreken v. reactiviteit stemming (minder gebruikelijk). - Atypische kenmerken
(In kliniek minder gehanteerd): reactiviteit stemming (Reactiviteit van stemming = de stemming klaart op in reactie op positieve gebeurtenissen.) , toegenomen slaap, eetlust en gewicht, …
- Beloop van de symptomen
- Chronisch
staat haaks op het feit dat stemmingsstoornis op zich een chronische stoornis is (mensen blijven levenslang kwetsbaar om een recidive mee te maken).
- Gedeeltelijk of geheel in remissie
Remissie: patiënt vertoont geen symptomen meer. Is er een opklaring van het toestandsbeeld na een tijd of niet? Is er nog enig concentratieverlies, restanten van depressie,…? - Met begin post-partum
Blues na bevalling (binnen 4w na bevalling), tot 10%. vaak beginnen stemmingsstoornissen na bevalling (door hoog aantal hormonen, kan overgaan tot depressie/psychotische depressie). - Met seizoenpatroon
Telkens in het najaar of begin van de winter (seizoenen hebben invloed op stemmingscomponent) (invloed op melatonine (= belangrijke neurotransmitter als het gaat over stemmingsregulatie in het lichaam)).
Symptoomcriteria Dysthyme stoornissen (DYS) (uni)
Milde variant van de depressieve stoornis (maar wel chronisch).
- Affectieve symptomen
Depressieve stemming het grootste deel van de dag, meer dagen wel dan niet, zoals blijkt uit ofwel subjectieve mededelingen ofwel uit observatie door anderen. - Bijkomende symptomen: (minstens 2)
- Slechte eetlust of te veel eten
- Insomnia of hypersomnia
- Weinig energie of moeheid
- Gering gevoel van eigenwaarde
- Slechte concentratie of moeilijkheden om tot een besluit te komen
- Gevoelens van hopeloosheid
Duur: gedurende ten minste twee jaar (bij volwassenen) en 1 jaar (bij kinderen).
Andere unipolaire stoornissen (uni)
- Disruptieve stemmingsdisregulatiestoornis: equivalent van bipolaire stoornis op kinderleeftijd.
- Premenstruele stemmingsstoornis.
- Depressieve stemmingsstoornis door een middel of medicatie (psychoactieve stoffen).
- Depressieve stemmingsstoornis door een somatische aandoening.
Algemeen: bipolariteit slaat op de episodes (BI)
- Type 1
Manische episodes (een manische episode naast een depressieve episode). - Type 2
Hypomane episde (hypomane episode naast een depressieve episode).
Depressieve episode is bij beiden aanwezig (vandaar Bipolair = depressie + type 1 of 2).
- Cyclothyme stoornis
Bipolaire variant van de dysthyme stoornis. - Eénmalig vs. recidiverende manische of hypomane episodes + depressieve episode(s).
- Ernst van de symptomen: licht, matig of ernstig.
- Licht
- Matig
- Ernstig - Aard van de symptomen:
- Psychotische kenmerken
- Katatone kenmerken
- Melancholische kenmerken
- Atypische kenmerken - Beloop van de symptomen:
- Chronisch
- Gedeeltelijk of geheel in remissie
- Met begin post-partum
- Met seizoenpatroon
- Met rapid cycling: er zijn min. 4 episodes in 1 jaar; slechter beloop. (anders dan bij unipolaire —> als je rapid cycle ziet, weet je meteen dat het over bipolair, manisch-depressief toestandsbeeld gaat —> gaat over hoe vaak manische episode op een jaar komt en weer gaat liggen (hoe meer tijd tussen, hoe beter levenskwaliteit) = als het er meer dan 3/4 zijn, gaat het om rapid cycling (ook super rapid cycling bestaat, dan zijn het er meer dan 4).
Symptoomcriteria cyclothyme stoornis (CYS): bipolaire variant van dysthyme stoornis.
Mildere variant, iets chronischer van aard dan depressieve stoornis.
- Gedurende ten minste 2 (1) jaar zijn er talrijke periodes met hypomane symptomen en talrijke episodes met depressieve symptomen aanwezig die niet voldoen aan de criteria van een depressieve episode.
- Gedurende de bovengenoemde periode van 2 (1) jaar is de betrokkene nooit langer dan 2 maanden achter elkaar zonder affectieve symptomen geweest.
- Er is in de eerste twee jaar van de stoornis geen depressieve episode, manische episode of gemengde episode geweest.
Duur: gedurende ten minste twee jaar (bij volwassenen) en 1 jaar (bij kinderen).
BI: andere stemmingsstoornissen (afbeelding p96)
- Bipolaire stoornis door een middel of medicatie.
- Bipolaire stoornis door een somatische aandoening.
Voor zwarte lijn (links) = geen pathologie, maar wel klachten Vanaf zwarte lijn = pathologie.