Hoofdstuk 8. Flashcards

1
Q

Wat is interpersoonlijke psychotherapie?

A

Interpersoonlijke psychotherapie (IPT) is een therapie die zich richt op het verbeteren van interpersoonlijke relaties en sociale rollen om emotioneel welzijn te bevorderen. Het helpt cliënten bij het omgaan met verlies, relatieconflicten en levensveranderingen. Het doel is om betere communicatie en gezonde relaties te ontwikkelen, wat bijdraagt aan het verminderen van psychische klachten zoals depressie of angst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het idee van interpersoonlijke psychotherapie en depressie?

A

Het idee is dat depressie vaak samenhangt met verstoring of verlies van belangrijke relaties. IPT richt zich dus niet op de oorzaak van depressie, maar op het verbeteren van relaties, omdat deze sterk invloed hebben op het welzijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoeveel sessies duurt interpersoonlijke psychotherapie meestal?

A

12 tot 16 sessies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bij welke stoornissen wordt interpersoonlijke therapie het meest toegepast?

A

Depressieve stoornissen, die in de meeste gevallen wordt voorafgegaan door een belangrijke gebeurtenis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is fase 1 van interpersoonlijke therapie?

A

Fase 1 is meestal in 3 sessies. Bestaat uit:
1. Het stellen van de diagnose.
2. Het creëren van een goede werkrelatie.
3. Inventarisatie van de relatie met belangrijke anderen.
4. Verband leggen tussen de belangrijke gebeurtenis en de verandering in de stemming.
5. Vaststellen van een behandelprobleemgebied.
6. Overeenstemming bereiken over behandelcontext.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is interpersoonlijke inventarisatie?

A

De therapeut dient na te gaan welke belangrijke relaties er bestaan in het leven van
de patiënt en welke veranderingen zich hebben afgespeeld in de maanden
voorafgaande aan de depressieve stoornis, dit heet de interpersoonlijke
inventarisatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de belangrijkste paradigma van interpersoonlijke psychotherapie?

A

De interpersoonlijke relaties hebben invloed op de stemming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het vaststellen van een behandelprobleemgebied?

A

Na de diagnostiek en inventarisatie van de interpersoonlijke verhoudingen dient een
probleemgebied te worden gekozen. De therapeut neemt vaak het initiatief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke 4 probleemgebieden kent interpersoonlijke therapie?

A

Rouw, interpersoonlijk conflict, interpersoonlijke rolverandering (verandering van baan) en interpersoonlijk tekort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar moet een probleemgebied bij interpersoonlijke psychotherapie zich voldoen?

A

Het moet gerelateerd zijn aan het ontstaan van de depressieve stoornis. Dat wil
zeggen dat er een belangrijke verandering of gebeurtenis vóór het ontstaan van de
depressieve stoornis is geweest. Het moet affectief geladen zijn. Dat wil zeggen dat als het thema besproken wordt,
voelbaar en zichtbaar is dat de patiënt daar emotioneel (hoe gering ook in een
depressieve stoornis) op reageert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe wordt de keuze van het probleemgebied gemaakt bij interpersoonlijke psychotherapie?

A

Door de client zelf, als dat niet lukt maakt de behandelaar een keuze.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de frequentie van de zittingen bij interpersoonlijke therapie, en waarom is dit belangrijk?

A

Wekelijks, dit is belangrijk om vast te houden voor de effectiviteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is fase 2 en wat wordt daarin gedaan bij interpersoonlijke psychotherapie?

A

De behandelfase. Het gekozen probleemgebied wordt besproken aan de hand van concrete ervaringen die de patiënt gedurende de week heeft opgedaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe wordt rouw behandelt bij interpersoonlijke psychotherapie?

A

Het vastgelopen rouwproces weer op gang brengen en zinvolle invulling van het leven of vervanging voor de verloren relatie vinden. Normaal verloop van rouw wordt besproken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat betekent interpersoonlijk conflict?

A

Een verschil tussen wat de patiënt verwacht van een belangrijke ander en wat hij uiteindelijk ontvangt. Het conflict wordt vaak niet herkend door de patiënt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarom wordt de term ‘conflict’ niet vaak gebruikt door patiënten?

A

Omdat patiënten meestal niet herkennen dat er sprake is van strijd in een relatie. Dit kan leiden tot onduidelijkheid over de werkelijke problemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke fase volgt na de onderhandelings- of escalatiefase in conflicttheorie?

A

Crisisfase waarin meestal een oplossing wordt gevonden. Echter, bij depressieve stoornissen blijft het conflict vaak onopgelost.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat gebeurt er meestal bij depressieve stoornissen in de context van interpersoonlijk conflict?

A

Er is vaak sprake van impasse; het conflict woekert ondergronds. Dit leidt tot herhaalde uitbarstingen bij kleine incidenten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Noem twee doelen die centraal staan in het probleemgebied van interpersoonlijk conflict.

A
  • Het conflict weer in de onderhandelingsfase brengen
  • Nagaan of de oplossing leidt tot stemmingsverbetering
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat moet de therapeut bespreken met de patiënt in de context van het conflict?

A

Wat de patiënt verwacht en wenst in de relatie.
Dit moet realistisch zijn, anders wordt het verder besproken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat moet er gebeuren met de affectieve lading van het conflict?

A

Deze moet vergroot worden en het conflict moet geproblematiseerd worden. Dit voorkomt dat het conflict blijft voortsudderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Waarom gebruiken patiënten vaak inadequate en onduidelijke manieren van communicatie?

A

Om hun wensen te uiten. Dit kan leiden tot miscommunicatie en verdere escalatie van het conflict.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is een communicatieanalyse?

A

Een methode om concreet inzicht te verwerven over de communicatiestijl van beide partijen. Dit kan helpen bij het verbeteren van communicatie en onderhandelingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat moet de therapeut nagaan als de partijen weer onderhandelen?

A

Of die onderhandelingen bijdragen tot het verminderen van symptomen. Dit is essentieel voor het succes van de therapie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat gebeurt er als onderhandelingen niet bijdragen aan het verminderen van symptomen?

A

Er worden andere methoden van communicatie gezocht en uitgeprobeerd, zoals rollenspel. Dit kan helpen om nieuwe perspectieven te bieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat is een kenmerk van patiënten met depressieve stoornissen in conflict situaties?

A

Zij hebben vaak last van tunnelvisie; er is maar één oplossing denkbaar. Deze oplossing is vaak onmogelijk of al eerder geprobeerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat is de onderhandelings- of escalatiefase (interpersoonlijk conflict)?

A

Beide partijen verbruiken steeds meer energie om het conflict op te lossen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat is de belangrijke rolverandering die vaak voorafgaat aan een depressieve stoornis?

A

Overgangen tussen verschillende levensfasen of veranderingen zoals echtscheiding, verhuizing of ernstige ziekte . Voorbeelden van levensfasen zijn uit huis gaan, pensionering, en de geboorte van een eerste kind.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat is het doel bij het probleemgebied van interpersoonlijke rolverandering?

A

Helder krijgen wat er verloren is gegaan en gevoelens van rouw adequaat uiten. Dit omvat zowel het afscheid nemen van de oude rol als het rouwen om het verlies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Noem de doelen die behaald moeten worden bij interpersoonlijke rolverandering.

A
  • Afscheid nemen van de oude rol
  • Rouw om het verlies van de oude rol
  • Leren van nieuwe vaardigheden voor de nieuwe rol
  • Nieuwe contacten maken en steun verwerven
  • Positieve aspecten van de nieuwe rol leren waarderen

Deze doelen zijn cruciaal voor het omgaan met rolverandering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat is een veelgemaakte fout bij het bespreken van interpersoonlijke rolverandering?

A

Te snel over de verliezen heen stappen om de nieuwe situatie te bespreken. Dit kan leiden tot onvoldoende verwerking van de rouw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Waarom is het moeilijk voor patiënten en hun omgeving om depressieve gevoelens te begrijpen bij schijnbaar positieve veranderingen?

A

Omdat de rolverandering vaak als positief wordt ervaren, zoals de geboorte van een kind of pensionering. Dit kan leiden tot onbegrip over de depressieve reacties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat moet de therapeut na het bespreken van het verlies doen?

A

Bespreken wat de eisen in de nieuwe rol zijn en welke nieuwe vaardigheden nodig zijn. Dit is essentieel voor het aanpassen aan de nieuwe rol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Wat is een belangrijk onderdeel van het proces bij interpersoonlijke rolverandering?

A

Het aangaan van nieuwe contacten. Dit helpt bij het verwerven van steun in de nieuwe rol.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Wat moet de therapeut nagaan met betrekking tot gedragsveranderingen?

A

Of deze gedragsveranderingen bijdragen tot symptoomvermindering. Dit is belangrijk voor de effectiviteit van de behandeling.

37
Q

Wat is een interpersoonlijk tekort?

A

Een interpersoonlijk tekort is sprake als de patiënt moeite heeft met het starten of onderhouden van betekenisvolle relaties.

38
Q

Wie zijn meestal de patiënten met een interpersoonlijk tekort?

A

Meestal betreft het sociaal geïsoleerde mensen die een of twee belangrijke relaties hebben.

39
Q

Wat is een doelstelling bij interpersoonlijk tekort?

A

Na te gaan welke belangrijke relatie er in het verleden bestonden, zowel goede als slechte.

40
Q

Wat is een andere doelstelling bij het behandelen van interpersoonlijk tekort?

A

De moeilijkheden en de positieve kanten van die relaties exploreren.

41
Q

Wat wordt er besproken rondom huidige relaties in de behandeling van interpersoonlijk tekort?

A

De gevoelens rondom huidige relaties (inclusief de relatie met de therapeut), zowel positieve als negatieve.

42
Q

Wat is de focus van de behandeling bij interpersoonlijk tekort?

A

Het vergroten of kwalitatief verbeteren van het sociale netwerk door de interpersoonlijke vaardigheden van de patiënt te vergroten.

43
Q

Wanneer wordt het probleemgebied van interpersoonlijk tekort gekozen?

A

Dit probleemgebied wordt alleen gekozen als de andere probleemgebieden niet mogelijk zijn.

44
Q

Hoe zijn de resultaten van de behandeling voor interpersoonlijk tekort in vergelijking met andere probleemgebieden?

A

Resultaten bij patiënten die met dit probleemgebied zijn behandeld zijn een stuk minder dan bij de andere drie probleemgebieden.

45
Q

Hoe verschilt de behandeling van interpersoonlijk tekort van andere probleemgebieden?

A

De therapeut betrekt meer het verleden en gebruikt de therapeutische relatie als een actuele interpersoonlijke relatie.

46
Q

Wat is een kenmerk van patiënten met interpersoonlijke tekorten?

A

Patiënten met interpersoonlijke tekorten zijn vaak overgevoelig voor (vermeende) afwijzing.

47
Q

Wat is belangrijk om te onderzoeken bij patiënten met interpersoonlijk tekort?

A

Wat de redenen kunnen zijn waarom de patiënt contacten verbreekt of niet aangaat.

48
Q

Wat is de verwachting van de therapeut voor patiënten in behandeling?

A

De patiënt zal in behandeling nieuwe contacten aangaan.

49
Q

Wat is het doel van het aangaan van nieuwe contacten in de behandeling?

A

De nieuwe contacten moeten bijdragen tot verbetering van de symptomen.

50
Q

Wat is het uiteindelijke doel van de behandeling bij interpersoonlijk tekort?

A

Vermindering van de depressieve symptomen.

51
Q

Wat is een interpersoonlijk tekort?

A

Een interpersoonlijk tekort is sprake als de patiënt moeite heeft met het starten of onderhouden van betekenisvolle relaties.

52
Q

Wie zijn meestal de patiënten met een interpersoonlijk tekort?

A

Meestal betreft het sociaal geïsoleerde mensen die een of twee belangrijke relaties hebben.

53
Q

Wat is een doelstelling bij interpersoonlijk tekort?

A

Na te gaan welke belangrijke relatie er in het verleden bestonden, zowel goede als slechte.

54
Q

Wat is een andere doelstelling bij het behandelen van interpersoonlijk tekort?

A

De moeilijkheden en de positieve kanten van die relaties exploreren.

55
Q

Wat wordt er besproken rondom huidige relaties in de behandeling van interpersoonlijk tekort?

A

De gevoelens rondom huidige relaties (inclusief de relatie met de therapeut), zowel positieve als negatieve.

56
Q

Wat is de focus van de behandeling bij interpersoonlijk tekort?

A

Het vergroten of kwalitatief verbeteren van het sociale netwerk door de interpersoonlijke vaardigheden van de patiënt te vergroten.

57
Q

Wanneer wordt het probleemgebied van interpersoonlijk tekort gekozen?

A

Dit probleemgebied wordt alleen gekozen als de andere probleemgebieden niet mogelijk zijn.

58
Q

Hoe zijn de resultaten van de behandeling voor interpersoonlijk tekort in vergelijking met andere probleemgebieden?

A

Resultaten bij patiënten die met dit probleemgebied zijn behandeld zijn een stuk minder dan bij de andere drie probleemgebieden.

59
Q

Hoe verschilt de behandeling van interpersoonlijk tekort van andere probleemgebieden?

A

De therapeut betrekt meer het verleden en gebruikt de therapeutische relatie als een actuele interpersoonlijke relatie.

60
Q

Wat is een kenmerk van patiënten met interpersoonlijke tekorten?

A

Patiënten met interpersoonlijke tekorten zijn vaak overgevoelig voor (vermeende) afwijzing.

61
Q

Wat is belangrijk om te onderzoeken bij patiënten met interpersoonlijk tekort?

A

Wat de redenen kunnen zijn waarom de patiënt contacten verbreekt of niet aangaat.

62
Q

Wat is de verwachting van de therapeut voor patiënten in behandeling?

A

De patiënt zal in behandeling nieuwe contacten aangaan.

63
Q

Wat is het doel van het aangaan van nieuwe contacten in de behandeling?

A

De nieuwe contacten moeten bijdragen tot verbetering van de symptomen.

64
Q

Wat is het uiteindelijke doel van de behandeling bij interpersoonlijk tekort?

A

Vermindering van de depressieve symptomen.

65
Q

Wat gebeurt er tijdens de afsluiting van de behandeling?

A

De therapeut evalueert samen met de patiënt de vorderingen. Dit kan eventueel met een standaarddepressiemaat.

66
Q

Wat gebeurt er als de patiënt goed is opgeknapt?

A

Er wordt een follow-up sessie afgesproken over 4 tot 6 weken. Tijdens deze sessie wordt de noodzaak van onderhoudsbehandeling besproken.

67
Q

Hoe lang duurt de onderhoudsbehandeling voor patiënten met chronische depressieve stoornis?

A

1 jaar lang maandelijks een sessie. Dit is vooral voor patiënten met meer dan twee eerdere depressieve episoden.

68
Q

Wat is de kans op terugval voor patiënten met chronische depressieve stoornis?

A

De kans op terugval is groot. Dit geldt vooral voor patiënten met meer dan twee eerdere depressieve episoden.

69
Q

Wat gebeurt er als de patiënt niet of onvoldoende is opgeknapt?

A

Er wordt nog een follow-up afspraak gemaakt na 4 tot 6 weken. De effectiviteit van IPT wordt vaak pas laat in de behandeling bereikt.

70
Q

Wat is belangrijk voor de therapeut tijdens de afsluiting van de behandeling?

A

De therapeut legt nadruk op de positieve veranderingen. Dit voorkomt dat de patiënt zich schuldig voelt over het mislukken van de therapie.

71
Q

Wat is de primaire toepassing van IPT?

A

Behandeling van acute depressieve stoornissen.

72
Q

Hoe wordt IPT toegepast bij bipolaire stoornissen?

A

Als terugvalpreventie. Social rhythm interpersonal psychotherapy (psycho-educatie, dag en nachtritme en IPT) werd effectief gevonden.

73
Q

Wat is de effectiviteit van IPT bij boulimia nervosa?

A

Effect kwam na enige tijd van de behandeling tot stand. Combinatie met CGT, bekend als CBT-e, is ontwikkeld.

74
Q

Is IPT veel gebruikt voor boulimia nervosa in Nederland?

A

Nee, IPT wordt in Nederland weinig gebruikt voor deze doelgroep.

75
Q

Wat zijn de resultaten van IPT bij depressieve stoornissen bij ouderen?

A

Effectief op korte en lange termijn. Nog niet veel toegepast in Nederland.

76
Q

Wat is de belangrijkste aanpassing van IPT voor ouderen?

A

Tempo van de behandeling.

77
Q

Hoe wordt IPT in groepsverband toegepast?

A

IPT-G: eerst individuele sessie, daarna deelname aan de groep.

78
Q

Wat zijn de uitdagingen van IPT voor patiënten met een niet-westerse achtergrond?

A

Minder goede resultaten door taalachterstand en hoge drop-out.

79
Q

Wat zijn aanbevelingen voor IPT voor patiënten met een niet-westerse achtergrond?

A
  • Vervlecht interpersoonlijke inventarisatie met cultureel interview
  • Zorg voor kennis over diverse bevolkingsgroepen
  • Laat een belangrijke ander meekomen
  • Geef klachten terug in de woorden van de patiënt
  • Emoties passend voor cultuur uiten.
80
Q

Wat is de effectiviteit van interpersoonlijke psychotherapie bij depressieve stoornis?

A

De effectiviteit is recent bevestigd in twee meta-analyses. Deze studies tonen aan dat IPT effectief is voor de behandeling van depressieve stoornissen.

81
Q

Wat bleek uit een Nederlands onderzoek onder 200 depressieve volwassenen over de werkzaamheid van IPT?

A

De werkzaamheid van IPT was vergelijkbaar met medicatie. Dit onderzoek toont aan dat IPT net zo effectief kan zijn als traditionele medicamenteuze behandeling.

82
Q

Wat is het effect van de combinatie van IPT en medicatie vergeleken met alleen medicatie?

A

De combinatie van IPT en medicatie was effectiever dan alleen medicatie. Echter, de combinatie had geen voordelen boven IPT alleen.

83
Q

Bij welke soort depressieve stoornissen is IPT vooral onderzocht en effectief bevonden?

A

IPT is vooral onderzocht en effectief bevonden bij de behandeling van acute depressieve stoornissen. Dit maakt IPT een waardevolle behandelingsoptie voor acute gevallen.

84
Q

Waarom is IPT erg geschikt voor basis-ggz?

A

Omdat het effectief is bevonden bij de behandeling van acute depressieve stoornissen. Dit maakt het een praktische keuze voor eerstelijnszorg.

85
Q

In welke context zal er in s-ggz een combinatie van IPT en medicatie mogelijk zijn?

A

In s-ggz zal er een combinatie van IPT en medicatie en evt. andere behandelingen mogelijk zijn. Dit biedt een flexibele aanpak voor de behandeling van depressieve stoornissen.