Hoofdstuk 19 Flashcards
Wat zijn somatisch-symptoomstoornissen en verwante stoornissen gekarakteriseerd?
Ze worden gekarakteriseerd door lichamelijke symptomen zoals aanhoudende pijn of vermoeidheid, die aanzienlijke hinder veroorzaken, ongeacht of er een bekende medische aandoening aan ten grondslag ligt.
Wat was het verschil in de benadering van lichamelijke verschijnselen tussen de DSM-4 en DSM-5?
In de DSM-4 lag de nadruk op onvoldoende verklaarde lichamelijke verschijnselen, terwijl de DSM-5 de nadruk legt op de aanwezigheid van lichamelijke symptomen, ongeacht of deze verklaard kunnen worden, en op psychologische en gedragsmatige factoren.
Wat is het verschil tussen somatisatie en somatisch-symptoomstoornissen?
Somatisatie is het lichamelijk reageren op stressoren (bijvoorbeeld hoofdpijn door examenstress), wat normaal is, maar als het te veel de overhand krijgt en iemands leven volledig beheerst, kan het leiden tot klinische aandacht, wat kenmerkend is voor somatisch-symptoomstoornissen.
Wat wordt er bedoeld met psychosomatische stoornissen?
Psychosomatische stoornissen worden vaak gekarakteriseerd door de veronderstelling dat er een psychologische oorzaak is voor lichamelijke aandoeningen, maar er is geen wetenschappelijk bewijs voor een dergelijke unieke oorzaak bij aandoeningen zoals hoge bloeddruk of astma.
Wat is het tweesporenbeleid in de diagnostiek en behandeling van somatisch-symptoomstoornissen?
Het tweesporenbeleid houdt in dat zowel de lichamelijke als de psychische aspecten van de problematiek grondig onderzocht worden en dat de artsen en psychologen samen de bevindingen naast elkaar leggen.
Hoe benaderen artsen en psychologen de patiënt volgens het tweesporenbeleid?
Artsen en psychologen benaderen de patiënt en zijn problematiek vanuit een geïntegreerde visie, waarbij ze zowel lichamelijke als psychosociale factoren meenemen in de diagnostiek en behandeling.
Wat wordt er bedoeld met de term ‘somatisatie’ in de tekst?
Somatisatie betekent dat iemand lichamelijk reageert op een stressor en zich ook naar die lichamelijke reactie gedraagt, zoals het krijgen van hoofdpijn bij examenstress en het gebruik van pijnstillers.
Waarom is de term ‘psychosomatische stoornissen’ bekritiseerd?
De term is bekritiseerd omdat er geen bewijs is voor een psychologische oorzaak van lichamelijke aandoeningen zoals hoge bloeddruk, maagzweren en astma, wat deze term problematisch maakt.
Wat wordt bedoeld met de ‘integrated visie’ in de behandeling van somatisch-symptoomstoornissen?
De geïntegreerde visie betekent dat de artsen en psychologen zowel de lichamelijke als de psychologische aspecten van de stoornis in hun behandeling betrekken en dit ook aan de patiënt duidelijk maken.
Wat zijn transdiagnostische factoren in het ontstaan van somatisch-symptoomstoornissen?
Transdiagnostische factoren zijn processen die ten grondslag liggen aan verschillende stoornissen, waaronder cognitieve, gedragsmatige, emotionele, sociale en culturele factoren, evenals de dokter-patiëntrelatie.
Wat zijn de cognitieve factoren die bijdragen aan somatisch-symptoomstoornissen?
Patiënten hebben afwijkende interpretaties van lichamelijke symptomen, verstoorde ziekte-opvattingen en selectieve aandacht voor medische informatie en lichamelijke verschijnselen. Ze slaan ziektegerelateerde informatie beter op en herinneren deze beter dan anderen.
Welke gedragsmatige factoren spelen een rol bij het in stand houden van somatisch-symptoomstoornissen?
Het vragen om geruststelling, het bezoeken van artsen en het onderhouden van een inactieve levensstijl zijn belangrijke factoren die voortvloeien uit vertekende ziekte-opvattingen.
Wat is alexithymie en hoe beïnvloedt het patiënten met somatisch-symptoomstoornissen?
Alexithymie is het onvermogen om emoties van zichzelf en anderen te herkennen, beschrijven en uiten. Dit bemoeilijkt de emotionele regulatie en leidt tot verhoogde fysiologische arousal en een grotere kwetsbaarheid voor ziekte.
Hoe spelen sociale en culturele factoren een rol bij somatisch-symptoomstoornissen?
Sociale en culturele factoren beïnvloeden de uitdrukking van lichamelijke verschijnselen en de interpretaties die eraan gegeven worden. Cultureel specifieke manieren om stressvolle gebeurtenissen te verklaren en te beleven, spelen hierbij een rol.
Wat zijn ‘items of distress’ en hoe zijn ze van invloed op somatisch-symptoomstoornissen?
‘Items of distress’ zijn cultureel specifieke manieren om de effecten van stressvolle gebeurtenissen te verklaren en te beleven, en ze geven zowel een persoonlijke als een sociale betekenis aan somatische symptomen.
Hoe beïnvloedt de dokter-patiëntrelatie somatisch-symptoomstoornissen?
De relatie tussen de dokter en de patiënt kan het ontstaan en voortbestaan van somatisch-symptoomstoornissen beïnvloeden, vooral door iatrogene factoren, waarbij de medische benadering van de patiënt de angsten en symptomen kan versterken.
Wat zijn iatrogene factoren in de context van somatisch-symptoomstoornissen?
Iatrogene factoren zijn medische handelingen die onbedoeld de symptomen van een patiënt kunnen verergeren, bijvoorbeeld wanneer een patiënt onterecht wordt doorverwezen voor verder onderzoek, wat angst kan versterken.
Waarom is de diagnostiek van somatisch-symptoomstoornissen vaak een moeizaam proces?
Deze stoornissen worden vaak ondergediagnosticeerd omdat artsen en psychologen eerder denken aan angst, depressie en stress, dan aan somatisch-symptoomstoornissen of verwante stoornissen.
Wat zijn enkele valkuilen voor hulpverleners bij de diagnostiek van somatisch-symptoomstoornissen?
Valkuilen zijn onder andere het bagatelliseren van lichamelijke klachten, het doorlopend geruststellen van de patiënt of het steeds doorverwijzen voor lichamelijk onderzoek.
Wat moet de clinicus zich afvragen bij het starten van de diagnostiek voor somatisch-symptoomstoornissen?
De clinicus moet zich afvragen of de uitkomst van het diagnostisch proces een categorische diagnose moet zijn of een verklarende diagnostiek, waarbij factoren zoals levensgebeurtenissen, opvattingen over gezondheid en medicijngebruik in kaart worden gebracht.
Wat zijn de diagnostische criteria voor somatisch-symptoomstoornis volgens de DSM-5?
De diagnose wordt gesteld wanneer er sprake is van lichamelijke klachten die het dagelijks leven verstoren, samen met excessieve gedachten, gevoelens of gedragingen over de klachten. Er moeten ten minste één van de volgende kenmerken aanwezig zijn: 1. Disproportionele gedachten over de ernst van de klachten. 2. Ongerustheid over gezondheid. 3. Excessief veel tijd en energie besteed aan de klachten.
Hoe lang moeten de lichamelijke klachten aanwezig zijn voordat de diagnose somatisch-symptoomstoornis gesteld kan worden?
De klachten moeten persisterend (langer dan 6 maanden) aanwezig zijn.
Is het noodzakelijk dat de lichamelijke klachten verklaard kunnen worden door een bekend somatisch ziektebeeld voor de diagnose somatisch-symptoomstoornis?
Nee, het is niet van belang of de lichamelijke klachten verklaard kunnen worden door een bekend somatisch ziektebeeld.