Hoofdstuk 17 Flashcards
Hoe wordt onze persoonlijkheid gedefinieerd?
Door onze gebruikelijke manieren van denken, voelen en doen.
Wanneer wordt gesproken van een persoonlijkheidsstoornis?
Wanneer de gebruikelijke manier van denken, voelen of doen leidt tot ernstige problemen voor de betrokkene zelf of anderen.
Wat zijn de kenmerken van een persoonlijkheidsstoornis?
Het patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen is pervasief (door meerdere levensgebieden), persisterend (blijvend) en pathologisch (ziek).
Welke levensgebieden moeten worden beïnvloed door het patroon van de persoonlijkheidsstoornis?
Gezin, familie, vrienden, school, werk, vrije tijd.
Wat moet het patroon van de persoonlijkheidsstoornis veroorzaken?
Significante lijdensdruk bij de persoon zelf of bij anderen.
Wanneer moet het patroon van de persoonlijkheidsstoornis beginnen en hoe lang moet het duren?
Het patroon moet beginnen in de jeugd of jongvolwassenheid en meerdere jaren bestaan.
Wat is het doel van het dimensionele model voor persoonlijkheidsstoornissen in de DSM-5?
Het model deelt persoonlijkheidsstoornissen niet in op basis van categorieën, maar beschrijft ze als een positie op verschillende dimensies van onderliggende persoonlijkheidskenmerken.
Wat wordt bekeken in het dimensionele model naast de persoonlijkheidsstoornis zelf?
De samenhang tussen de stoornis en functionele beperkingen in het zelfgevoel en interpersoonlijke relaties.
Hoe kan een bepaald persoonlijkheidskenmerk zoals onderdanigheid in het dimensionele model geassocieerd worden?
Onder danigheid kan bij de ene persoon gekoppeld zijn aan een vermijdende persoonlijkheidsstoornis en bij de andere aan een borderline persoonlijkheidsstoornis.
Wat verstaat de DSM-5 onder een persoonlijkheidsstoornis?
Een duurzaam patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen die duidelijk afwijken van wat binnen de cultuur van de betrokkene wordt verwacht.
Op welke terreinen komt het patroon van persoonlijkheidsstoornissen tot uiting?
Cognities, affectiviteit, interpersoonlijk functioneren en impulsbeheersing.
Wat is een kenmerk van het gedragspatroon bij een persoonlijkheidsstoornis?
Het gedrag is habitueel, beperkt en inflexibel.
Hoe beïnvloedt het patroon van een persoonlijkheidsstoornis het leven van de persoon?
Het heeft een sterk negatieve invloed op het leven van de persoon of diens omgeving.
Wat wordt bedoeld met persoonlijkheidstrekken bij een persoonlijkheidsstoornis?
Het gaat om extreme varianten van persoonlijkheidstrekken die ook in een normale populatie voorkomen.
Hoe worden persoonlijkheidsstoornissen gedefinieerd in de DSM-5?
Persoonlijkheidsstoornissen zijn polythetisch gedefinieerd, wat betekent dat er een minimum aantal criteria aanwezig moet zijn om de diagnose te stellen.
Hoeveel persoonlijkheidsstoornissen onderscheidt de DSM-5?
10 persoonlijkheidsstoornissen, twee restcategorieën en de persoonlijkheidsverandering door een somatische aandoening.
In hoeveel clusters worden persoonlijkheidsstoornissen geclassificeerd in het categoriale systeem?
Drie clusters.
Wat is kenmerkend voor de stoornissen in Cluster A?
Bizarre, vreemde of excentrieke gedragingen, verstoorde cognities en problemen in persoonlijke relaties.
Bevat de paranoïde, schizoïde en schizotypische persoonlijkheidsstoornissen.
Welke stoornissen vallen onder Cluster B?
Antisociale, borderline, histrionische en narcistische persoonlijkheidsstoornissen.
Wat kenmerkt de stoornissen in Cluster B?
Problemen met impulsief en emotioneel gedrag.
Welke stoornissen vallen onder Cluster C?
Vermijdende, afhankelijke en dwangmatige persoonlijkheidsstoornissen.
Wat is kenmerkend voor de stoornissen in Cluster C?
Angstige, vreesachtige gedragingen.
Hoe worden de clusters vervangen in het dimensionele systeem van de DSM-5?
Door het vijffactorenmodel met maladaptieve persoonlijkheidsdimensies.
Noem de vijf dimensies van het vijffactorenmodel in de DSM-5.
Negatieve affectiviteit, afstandelijkheid, antagonisme, ongeremdheid en psychoticisme.
Waarom melden patiënten met persoonlijkheidsstoornissen zich vaak aan voor hulp?
Meestal met klachten zoals angst of stemmingsklachten, niet direct vanwege hun persoonlijkheidsstoornis.
Wie vraagt er vaak om hulp bij persoonlijkheidsstoornissen, behalve de patiënt zelf?
Vaak is het de omgeving van de patiënt die hulp vraagt, niet de patiënt zelf.
Wat is belangrijk bij het verkrijgen van een goed beeld van de psychische problematiek van een patiënt?
Het zorgvuldig in kaart brengen van de geschiedenis van verschillende psychische stoornissen.
Waarom is zelfrapportage mogelijk onvoldoende bij het diagnosticeren van persoonlijkheidsstoornissen?
Veel mensen zijn zich niet bewust van hun persoonlijkheidstrekken of gedragspatronen.
Wat kan helpen als zelfrapportage onvoldoende informatie biedt voor de classificatie van een persoonlijkheidsstoornis?
Aanvullende informatie van een betrokken informant kan nuttig zijn.
Waarom is een geïntegreerde aanpak noodzakelijk bij de diagnostiek van persoonlijkheidsstoornissen?
Omdat het belangrijk is om elk DSM-5-criterium te evalueren op basis van langdurigheid, disfunctie en aanwezigheid buiten de periode van momentane psychische klachten.
Wat is noodzakelijk om te beoordelen of de DSM-5-criteria voor een persoonlijkheidsstoornis aanwezig zijn?
Het gebruik van een semigestructureerd interview.
Welke gestructureerde interviews worden gebruikt voor het diagnosticeren van persoonlijkheidsstoornissen?
SCID-5-PD, het gestructureerde interview voor DSM-4 persoonlijkheidsstoornissen, en de ICD-10, International Personality Disorder Examination (IPDE).
Wat zijn andere instrumenten die de structuur van de persoonlijkheid of copingstijl kunnen meten?
De Severity Index Personality Problems en de Utrechts Coping Lijst (UCL).
Wat is een specifiek interview gericht op de ernst van een bepaalde persoonlijkheidsstoornis?
Het Borderline Personality Disorder Severity Index.
Wat is het belangrijkste instrument voor het diagnosticeren van persoonlijkheidsstoornissen?
Een semigestructureerd interview.
Welke instrumenten kunnen zinvolle informatie verschaffen, maar niet leiden tot een DSM-5 diagnose?
Instrumenten die de ernst van de klachten, sterke en zwakke kanten in de persoonlijkheid, en manieren van omgaan met of inzicht in de aanwezige problemen meten.
Welke tool wordt traditioneel gebruikt voor de indicatie van psychodynamische therapieën?
Het psychodynamisch interview.
Wat is een specifieke vorm van het psychodynamisch interview?
Het Kernberg-interview.
Wat is het doel van een psychodynamisch interview?
Om voorbij de beschrijvende diagnose te komen en de cliënt voor te bereiden op psychodynamische therapie.
Waarom wordt het psychodynamisch interview gebruikt bij indicatiestelling?
Om een indicatie te krijgen voor de geschiktheid van de cliënt voor psychodynamische therapie.
Wat wordt onderzocht met het psychodynamisch interview naast de cliëntgeschiedenis?
Hoe de ontstaansgeschiedenis van de klachten van de cliënt is geweest vanuit ervaringen in het verleden en de huidige omstandigheden.
Wat wordt er ingeschat met behulp van het psychodynamisch interview?
De persoonlijkheidsorganisatie van de cliënt.
Wat zijn de drie componenten van de persoonlijkheidsorganisatie die ingeschat worden?
Het vermogen tot realiteitstoetsing (intact/verstoord), de rijpheid van afweermechanismen (neurotisch/primitief), en de integratie van zelf- en anderrepresentaties (geïntegreerd/diffuus).
Wat is de relatie tussen de persoonlijkheidsorganisatie en de therapie?
Hoe neurotisch de cliënt is, bepaalt hoe confronterend de therapie kan zijn; bij borderline-organisatie moeten steunende elementen worden toegevoegd, en bij psychotische organisatie wordt gekozen voor een overwegend steunende therapie.
Hoe wordt de draagkracht van de cliënt beoordeeld?
Aan de hand van de inschatting van de persoonlijkheidsorganisatie, wat aangeeft welke vorm van therapie passend is.
Wat is de basis van de behandelvormen die voortkomen uit cognitieve gedragstherapie?
Ze zijn sterk gericht op descriptieve informatie en gaan uit van de problemen die de basis vormen voor het behandelplan.
Wat wordt centraal gesteld in een holistische theorie of casusconceptualisatie binnen cognitieve gedragstherapie?
De leergeschiedenis van de problemen van de cliënt.
Wat is de essentie van therapieën die uit de cognitieve gedragstherapie voortkomen?
Ze richten zich op disfunctioneren of maladaptieve coping en de in standhoudende of belemmerende factoren.
Wie is betrokken bij het opstellen van de holistische theorie of casusconceptualisatie in CGT?
De theorie wordt in samenspraak met de cliënt opgebouwd.
Wat gebeurt er met de behandelinterventies binnen cognitieve gedragstherapie?
De interventies worden opgezet op basis van de holistische theorie of casusconceptualisatie.
Wat was de traditionele behandeling van persoonlijkheidsstoornissen in psychodynamische therapieën?
Psychodynamische behandelingen varieerden van steunend tot openleggend.
Wat blijkt uit onderzoek over de effectiviteit van psychodynamische en cognitieve gedragstherapie voor persoonlijkheidsstoornissen?
Gespecialiseerde vormen van cognitieve gedragstherapie en psychodynamisch georiënteerde therapieën blijken effectiever dan niet-specialistische psychodynamische therapieën.
Bij welke types persoonlijkheidsstoornissen blijken gespecialiseerde therapieën effectief te zijn?
Ze zijn vooral effectief bij homogene categoriaal geclassificeerde persoonlijkheidsstoornissen.
Wat is de basis van psychodynamische en psychoanalytische theorieën met betrekking tot persoonlijkheidsstoornissen?
Ze gaan uit van karakterologische problemen als de kern van de stoornissen.
Voor welke patiënten is Transference Focused Psychotherapy speciaal ontwikkeld?
Voor patiënten met een borderline persoonlijkheidsorganisatie (BPO), inclusief de borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS).
Wat is het uitgangspunt van Transference Focused Psychotherapy met betrekking tot trauma en hechting?
Trauma en onveilige hechting komen tot uitdrukking in de therapeutische relatie via overdracht.
Hoe kan de patiënt de therapeut ervaren in Transference Focused Psychotherapy?
De patiënt kan de therapeut ervaren als een redder of als iemand die niet helpt, afhankelijk van de overdracht.
Hoe gaat de Transference Focused Psychotherapy-therapeut om met overdracht?
De therapeut gebruikt overdracht als een kans om de onderliggende conflicten van de patiënt te onderzoeken.
Wat is het doel van de overdrachtsrelatie in Transference Focused Psychotherapy?
De overdrachtsrelatie helpt de patiënt zijn interne conflicten te begrijpen en te integreren.
Wat gebeurt er in de ‘contractfase’ van Transference Focused Psychotherapy?
De patiënt en therapeut maken afspraken en stellen regels op voor de therapie.
Wat is volgens Transference Focused Psychotherapy de kern van de borderline persoonlijkheidsstoornis?
Het niet-geïntegreerde zelfbeeld en de verwarrende representaties van anderen (identiteitsdiffusie).
Wat is het doel van de behandeling in Transference Focused Psychotherapy?
Het integreren van gefragmenteerde beelden van zichzelf en anderen tot een samenhangende identiteit.
Wat is het centrale concept in Mentalisation Based Therapy (MBT)?
Het centrale concept is mentaliserende capaciteit, het vermogen om gedrag te begrijpen en te interpreteren in verband met mentale toestanden.
Hoe wordt mentaliseren in MBT gedefinieerd? Mentalisation Based Therapy
Mentaliseren is het begrijpen en interpreteren van gedrag, verbonden aan intentionele mentale toestanden.
Wat is het doel van MBT voor mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis? Mentalisation Based Therapy
Het doel is het herstellen van het vermogen om te mentaliseren, vooral in gehechtheidsrelaties.
Hoe wordt de therapeutische houding beschreven in MBT? Mentalisation Based Therapy
De therapeut heeft een niet-wetende houding, is vasthoudend en gericht op het proces in plaats van de inhoud, en straalt het verlangen uit om de cliënt te begrijpen.
Wat gebeurt er wanneer de emotionele spanning hoog is tijdens een sessie? MBT Mentalisation Based Therapy
De therapeut richt zich eerst op het verlagen van de spanning en het herstellen van de rust.
Hoe lang duurt de behandeling met MBT? Mentalisation Based Therapy
De behandelingsduur bedraagt tot 40 maanden, inclusief een intensieve fase van 18 maanden en een natraject van 18 maanden.
Welke aanpassingen zijn er gedaan in de MBT-methodiek door Daubney en Bateman? Mentalisation Based Therapy
Er is meer focus op het behandeltraject, crisisplannen en de samenwerkingsrelatie, evenals de toepassing van MBT bij PTSS en eetstoornissen.
Wat is de effectiviteit van MBT? Mentalisation Based Therapy
MBT is effectief gebleken voor de behandeling van mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis, zoals blijkt uit diverse effectiviteitsstudies.
Wat is de basis van de schematherapie volgens Jeffrey Young?
Jeffrey Young stelt dat psychopathologie voortkomt uit disfunctionele schema’s, die ontstaan door onvervulde emotionele basisbehoeften in de kindertijd. Deze schema’s beïnvloeden hoe mensen informatie verwerken en verwachtingen hebben.
Hoe speelt coping een rol in schematherapie?
Coping verwijst naar de manieren waarop iemand reageert op de activatie van disfunctionele schema’s. Er zijn drie primaire reacties: vechten (overcompensatie), vluchten (vermijden), en bevriezen (zich overgeven aan het schema).
Wat is het concept van schemamodus in schematherapie?
Een schemamodus is een tijdelijk toestandsbeeld dat ontstaat wanneer een schema geactiveerd wordt, gekoppeld aan een specifieke copingstijl. Dit kan leiden tot sterke veranderingen in hoe iemand denkt, voelt en zich gedraagt.
Wat is het doel van schematherapie?
Het doel van schematherapie is om disfunctionele schema’s te verminderen, de copingmechanismen te veranderen en de wisselingen tussen verschillende schemamodi te stabiliseren.
Welke rol speelt de therapeutische relatie in schematherapie?
De therapeutische relatie speelt een centrale rol, vooral via Limited Reparenting. Dit houdt in dat de therapeut een ondersteunende, zorgzame rol op zich neemt om de cliënt een correctieve ervaring te bieden.
Voor welke persoonlijkheidsstoornissen is schematherapie effectief bevonden?
Schematherapie is effectief voor persoonlijkheidsstoornissen zoals borderline, vermijdende, afhankelijke, dwangmatige, paranoïde, narcistische, histrionische en antisociale persoonlijkheidsstoornissen.
Wat is het doel van Dialectische Gedragstherapie?
Dialectische Gedragstherapie is ontwikkeld voor de behandeling van mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis, maar wordt ook toegepast bij andere problematiek met impulsief gedrag.
Wat is de biosociale verklaring van een borderline persoonlijkheidsstoornis?
Het ontstaat door de wisselwerking tussen een aanleg voor emotionele disregulatie en een invaliderende omgeving.
Wat is emotionele disregulatie?
Het zich kenmerken door een bovenmatige, sterkere respons op emotionele stimuli met een vertraagde terugkeer naar de normale staat.
Wat is een invaliderende omgeving?
Een omgeving waarin de emoties van een patiënt worden ontkend of verdraaid, bijvoorbeeld door te zeggen ‘je huilt niet omdat je verdrietig bent, maar om je zin door te drijven.’
Wat zijn enkele voorbeelden van een invaliderende omgeving?
Seksueel en fysiek misbruik in de kindertijd kunnen als voorbeelden worden genoemd.
Wat zijn de veronderstelde gevolgen van een invaliderende omgeving voor een kind?
Het kind leert de eigen emoties niet te reguleren, vertrouwt emoties niet als zinvolle informatie en heeft een simplistische kijk op het oplossen van problemen.
Waarop is de therapeutische aanpak van Dialectische Gedragstherapie gebaseerd?
Een combinatie van radicale gedragstherapie, dialectiek en zenboeddhisme.
Hoeveel fasen kent Dialectische Gedragstherapie en wat gebeurt er als een fase niet succesvol wordt afgerond?
Dialectische Gedragstherapie kent vier fasen. Als een fase niet succesvol wordt afgerond, wordt de patiënt niet klaar geacht voor de volgende fase.
Wat is het primaire doel van de eerste fase van Dialectische Gedragstherapie?
Het richten op gedragscontrole, waarbij er aandacht is voor levensbedreigend gedrag en therapie-ondermijnend gedrag.
Wat wordt er geleerd in de eerste fase van Dialectische Gedragstherapie?
Emotieregulatievaardigheden, omdat disfunctionerende pogingen tot het reguleren van emoties worden gezien als de oorzaak van destructief gedrag.
Wat is het doel van de tweede fase van Dialectische Gedragstherapie?
Het verminderen van traumatische stress, vooral bij mensen met posttraumatische stressstoornis, door trauma’s actief te herinneren en te accepteren.
Wat is het primaire doel van de derde fase van Dialectische Gedragstherapie?
Het oplossen van dagelijkse problemen en het verhogen van het levensgeluk, met nadruk op zelfrespect en verantwoordelijk gedrag.
Wat is het doel van de vierde fase van Dialectische Gedragstherapie?
Het verkrijgen van transcendentie, oftewel het boven de mens uitstijgen en het vermogen om gelukkig te zijn.
Wat zijn de belangrijkste effecten van Dialectische Gedragstherapie?
Afname van inadequate woede, suïcidaal gedrag en een verbetering van het algemeen maatschappelijk functioneren.
Wat is de standaardvorm van Dialectische Gedragstherapie?
Een combinatie van individuele coaching, groepsvaardigheidstraining en telefonische consulten naar de behoefte van de cliënt.
Waarom is het behandelen van cliënten met een persoonlijkheidsstoornis belastend voor therapeuten?
Omdat het werken met complexe persoonlijkheidsstoornissen emotioneel veeleisend is, wat leidt tot vereisten voor supervisie en intervisie.
Wat wordt er verwacht van therapeuten die Dialectische Gedragstherapie toepassen?
Therapeuten moeten intensief trainen, een open houding hebben en zich echt bekennen tot de behandelingsmethode en haar filosofie.
Wat kan er misgaan bij de implementatie van Dialectische Gedragstherapie?
Er kunnen halfslachtige implementaties van Dialectische Gedragstherapie of andere methodieken zoals Mentalisatiegebaserde Therapie, Systeemtherapie of Transference Focused Psychotherapie voorkomen.
Welke organisaties zijn er in Nederland opgericht met betrekking tot Dialectische Gedragstherapie?
Er zijn stichtingen ontstaan die als missie en visie hebben om de kwaliteit van beschreven behandelvormen te bewaken.