Hoofdstuk 7 ADHD and learning disorders Flashcards
ADHD
Drie verschillende types:
- hyperactief-impulsieve type
- inattentive type
- gecombineerd type
Waarschijnlijk verschilt de leeftijd van opkomst onder de drie types (ADHD). Daarnaast hoe lang de criteria aanwezig moet zijn en de settings waarbij het aanwezig moet zijn.
- het hyperactief- impulsieve type als eerste verschijnt (voor 7 jaar).
- Verder staat er in de criteria dat de symptomen 6 maanden aanwezig moeten zijn, dit lijkt te kort dus eerder 12 maanden.
- Ook de setting is discutabel, in de criteria staat dat het bij minstens 2 settings aanwezig moet zijn.
Maar ADHD kan nogal verschillen in verschillende omgevingen, dingen die meer problematisch zijn voor het controleren van impulsen:
- later op de dag
- wanneer taken meer gecompliceerd zijn en meer organisatorische vaardigheden vereisen
- wanneer er een gedragsbeperking is, zoals in een restaurant
- wanneer de levels van stimulatie laag zijn
- wanneer er een vertraging is in feedback of bekrachtiging voor het afhebben van een taak
- in de absentie van de supervisie van een volwassene
- wanneer de taak volhoudendheid eist
Prevalentie ADHD jongens en meisjes en de ernst in hun leven
- ADHD komt iets vaker voor bij jongens en laat een aflopende ernst zien, vooral bij jongens.
- Dit kan ook komen omdat de criteria beter aansluiten op jonge kinderen en meer bij jongens.
- Ook kan het sekseverschil komen door het meer voorkomen van ODD en CD bij jongens.
Comorbiditeit:
- CD/ODD de combinatie heeft een eerdere opkomst dan ADHD alleen en is veel ernstiger dan 1 van de twee alleen
- angststoornis de combinatie lijkt de impulsiviteit en negatieve effecten van de onrust wat te bufferen. Vooral het inattentive type heeft deze comorbiditeit.
- stemmingsstoornis depressiviteit in milde en ernstige vormen en soms ook met bipolaire stoornis
- leerstoornis symptomen kunnen het risico van gedragsproblemen in het klaslokaal vergroten dat leidt tot academische problemen, maar ook het lagere IQ (bij hyperactief/impulsieve type) en cognitieve tekortkomingen kunnen direct leiden tot mindere prestatie
Hypotheses die vroeger bedacht zijn maar al verworpen zijn:
• hersenschade minder dan 5% van de kinderen met ADHD hebben neurologisch letsel of aanvallen
• dieet en neurotoxines speciale dieten hebben niet geholpen symptomen te minderen
• verhoogde loodlevels in het bloed conflicterende resultaten maar het lijkt ongeveer voor 4 procent van de variantie in ADHD te zorgen
Er is veel bewijs voor de erfelijkheid van ADHD.
Neuropsychologische factoren (Etiologie)
- verhoogde slow-wave activiteit in de frontale kwab, dat zorgt voor underarousal en underreactivity (stimulanten corrigeren deze abnormaliteiten)
- verminderde bloedflow naar prefrontale regio’s en de paden die deze gebieden linken aan het lymbisch systeem (oa caudate nucleus), de mate van vermindering staat gelijk aan de ernst van de problemen
- het voorste deel van het corpus callosum is kleiner, ook de linkerkant van caudate nucleus
- wanneer kinderen aandacht en inhibitietaken doen is er een abnormaal patroon van activiteit in de rechter prefrontale regio, de basal ganglia en het cerebellum
De familiecontext (Etiologie)
- Ouders van kinderen met ADHD hebben meer stress en maladaptieve strategieën voor het copen met de opvoeding, en neigen meer negatief te reageren op hun kinderen.
- De negatieve symptomen attribueren ze aan stabiele factoren.
- Wat ook mee kan spelen, omdat het zo erfelijk is, is dat de ouder zelf ook ADHD heeft.
- Een beschermende factor is een positieve opvoeding met warmte.
De sociale context (Etiologie)
- De vervelende, opdringerige en niet sensitieve gedragingen van kinderen met ADHD verhogen significant te kans op peer afwijzing en sociale isolatie.
- Authoratative opvoeding kan de sociale competentie vergroten.
De culturele context (Etiologie)
- Er is ook onderzoek gedaan naar de invloed van tv kijken op jonge kinderen.
- Ze vonden een verhoging van aandachtsproblemen dat direct als een functie fingeerde van het aantal uren dat er tv gekeken werd.
- Dit is wel erg suggestief en de soort programma’s hebben ze niet gecontroleerd, ook is er kans op vertekening door het gezin zelf (hoge educatie, andere activiteiten).
Het hyperactieve-impulsieve type (Integratief model van Barkley)
• Barkley heeft een integratief model voorgesteld dat begint bij gedragsinhibitie. Dit bevat twee componentprocessen: de capaciteit om een reactie te vertragen (response inhibition) en de capaciteit om deze vertraagde reactie te beschermen tegen interferentie van andere gebeurtenissen dat het kan disinhiberen (interference control). Deze gedragsinhibitie zorgt voor de adaptieve ontwikkeling van:
o niet verbaal werkend geheugen dingen in gedachten houden, gevoel van tijd, manipuleren van gebeurtenissen, enz
o zelf-regulatie van affect/motivatie/arousal emotionele zelfcontrole, sociaal perspectief nemen, enz
o internaliseren van spraak gedragsregels, probleem oplossen, moraal redeneren, enz
o reconstitutie hoog level mentale operaties: analyse en synthese van gedrag, verbale en gedragsvloeiendheid, gedragssimulaties, enz
• De uitkomst uit deze executieve functies is de motorische controle en vloeiendheid, dat relateert aan het plannen en uitvoeren van acties. SCHEMA PAGINA 190!
Ontwikkelingsverloop ADHD
- Vanaf 3 jaar wordt het ongecontroleerde patroon van gedrag gedifferentieerd in hyperactief/impulsief gedrag en agressief/opstandig gedrag. Vanaf dan is het mogelijk om ADHD te detecteren. In de midden kindertijd wordt het verschil tussen normale ontwikkeling en ADHD duidelijker zichtbaar door standaarden in zelf-controle, taak oriëntatie, samenwerking in familie en peers, enz. Twee nieuwe ontwikkelingen vinden dan plaats:
- verschijning van problemen met sustained attention, rond de 5-7 jaar
- comorbide condities, vroeg in deze periode kunnen kenmerken van ODD ontstaan die rond de 8-12 jaar omvormen tot kenmerken van CD. Dit gebeurt vooral bij kinderen waarbij de ADHD symptomen pervasief zijn bij verschillende situaties
- In de adolescentie blijft bij 50-80% de ADHD, maar het kan zich uiten in een andere vorm. Ook in de controlegroep neemt de hyperactiviteit en impulsiviteit af. Verder begaan adolescenten met ADHD vaker probleemgedragingen, zoals stelen. Een deel van de volwassenen overgroeit ADHD, vooral de symptomen van hyperactiviteit en impulsiviteit. Veel kinderen die een gecombineerd type hadden, hebben later alleen nog het inattentive type. Bij volwassenen is crimineel gedrag alleen aanwezig als er ook CD aanwezig is of andere antisociale gedragingen.
Het inattentive type (waarin uit het zich, wnr is de opkomst, en wat overige info)
- Laten meer slechte selectieve aandacht zien dan sustained aandacht en lijken meer problemen te hebben met verbaal geheugen en visuo-spatieel verwerken dan kinderen met het hyperactief-impulsieve type.
- Het inattentive type wordt geassocieerd met angst en stemmingsstoornissen, minder risico op delinquent gedrag vanwege het internaliseren.
- De opkomst van dit type is later, meestal in de schooltijd.
- Het voorspelt slechte academische prestaties en lijkt stabieler te zijn (dit kan ook komen door de meting, deze is minder leeftijdsgebonden zoals bij hyperactiviteit).
Interventies
- Farmacotherapie
- Psychosociale interventies
Farmacotherapie Interventies:
o Stimulanten en trycyclische antidepressiva.
o De stimulanten hebben een hele hoge mate van werking, maar er zijn wat bijwerkingen.
o Als er wordt gestopt met de medicatie is er geen blijvende verandering.