Hoofdstuk 7: Aan de onbijttafel Flashcards
Houden van
Ik hou(d) niet van kaas
to love, to like
I don’t like cheese
kennen
Welk typisch Nederlands eten ken je?
to know
Which typical Dutch food do you know?
Klinken
to sound
Lusten
Ik lust geen kaas
To like
I don’t like cheese
Onbijten
to have breakfast
smaken
Het smaakt goed
to taste
The food tastes good
veranderen
to change
Vergelijken (met)
to compare (to)
verwijderen
to remove
de klank
sound
de mening(en)
opinion
de smaak
taste
de uitleg
explanation
de uitspraak
pronunciation
het avondeten
dinner
het ei (de eieren)
eggs
het einde
end
het zout
salt
een weekendje weg gaan/zijn
to go/be away for the weekend
aan het einde van
at the end of
onbijteten:
appel, honing, jam, kaas, koffie, melk, peper, suiker, thee, ei
bitter
bitter
geweldig
great
moeilijk
difficult
mooi(e)
lovely
vers(e)
fresh
vies
nasty;dirty
zacht
soft
zoet(e)
sweet
zout
salty
zuur
sour
dan
het boek is mooier dan de film
than
The book is nicer than the film
deze
this;these
dezelfde
the same
die
that;those
even….als
Mijn vriend is even groot als ik
as…as
My friend is as tall as I am
eventueel
possibly
liever
rather
meer
more
het meest
the most
minder
less
het minst
the least
veel
alot
weinig
little
dat is prima
that is fine
he bah, dat is vies
yuck that is nasty
he jammer
what a pity
wat lekker
that’s so good
regelmatige vormen
Groot
groter, het grootst(e), de grootste
Warm
warmer, het warmst(e), de warmste
Zoet
zoeter, het zoetst(e), de zoetste
regelmatige vormen op -r
Lekker
lekkerder, het lekkerst(e), de lekkerste
Zuur
zuurder, het zuurst(e), de zuurste
onregelmatige vormen
graag
liever, het liefst(e), de liefste
veel
meer, het meest(e), de meeste
weinig
minder, het minst(e), de minste
deze, die
Deze appel hier
Die appel daar
dit, dat
dit boek hier
dat boek daar
deze, die
deze boeken/appels hier
die boeken/appels daar