Hoofdstuk 3: Aan de balie Flashcards
beginnen met
to start with
jarig zijn
to have one’s birthday
nodig hebben
to need
tellen
to count
weten
to know
willen
to want
Ik ben geboren (geboren zijn)
I was born (to be born)
Ik kan (kunnen)
I can
Ik was (zijn)
I was (to be)
hij geeft (geven)
He gives (to give)
de balie(s)
Desk
de geboortedatum (de geboortedata)
date of birth
De leeftijd(en)
age
De plaats
place
De secretaresse(es)
secretary
de verjaardag(en)
birthday
het adres (de adressen)
het emailadres
address
email address
het formulier (de formulieren)
het inschrijfformulier
form
enrolment form
het getal (de getallen)
number
verplicht(e)
mandatory
meer
Je wilt graag meer informatie
more
you would like more information
Echt waar? Ja, echt
Really? Yes, really
Nog een fijne dag!
Have a nice day!
Oké
Okay