Hoofdstuk 4: Begrippen Flashcards

1
Q

Wat wordt er bedoeld met Discourse?

A

Wanneer losse uitingen door onderlinge verbanden tot een geheel verworden zijn. Het bestaat dus uit een reeks taaluitingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een conversationele implicatuur?

A

Een uiting die niet letterlijk de boodschap bevat, maar die door de ontvangende partij uit de uiting gehaald moet worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat wordt er bedoeld met het cooperatieprincipe?

A

De onderlinge afstemming tussen sprekers en hoorders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het cooperatieprincipe bestaat uit vier maximes. Welke 3 worden er genoemd in het boek?

A
  1. Maxime van relevantie
  2. Maxime van kwantiteit
  3. Maxime van kwaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat wordt er bedoeld met een opeenvolgend paar?

A

Dit zijn uitingen die elkaar logisch opvolgen, zoals vraag-antwoord, groet-wedergroet, Verzoek-inwilliging/afwijzing of aanbod-aanvaardig/weigering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt er bedoeld met Gespreksopeningen en gesprekssluitingen?

A

De vaste patronen die te herkennen zijn door de context.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat wordt er bedoeld met Coherentie?

A

Coherentie is het grotere geheel van samenhang in taaluitingen. Taaluitingen moeten zowel in talige als niet-talige samenhangen.

Er moet inhoudelijke aansluiting zijn en een bijdrage geleverd worden aan de opbouw van het onderwerp.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een anaforische referentie?

A

Een pronomen (voornaamwoord) dat terugverwijst naar een eerder in de context voorkomend element (= antecedent).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat wordt er bedoeld met Cohesie?

A

Cohesie is wanneer samenhang tot stand komt door talige middelen. Het is dus een smaller begrip van coherentie, maar wel een onderdeel hiervan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een Ellips?

A

Wanneer een cohesief verband ontstaat tussen twee zinnen door weglating. Er wordt dan verwezen naar iets door het weg te laten.

(A - Ik heb gele en rode rozen. De rode zijn heel mooi.

B Oh geef maar! (de rode rozen))

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een parafrase?

A

Een herhaling van een taaluiting in andere bewording, om zodoende herhaling te voorkomen en de tekst leesbaarder te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly