Hoofdstuk 11: Het boek Flashcards

1
Q

Wat wordt er bedoeld met clitisch?

A

Toevoegingen die niet een zelfstandige klemtoon bevatten, zoals heb’m.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het symbool voor een clitisch element?

A

=

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke woorden behoren tot de open uitbreidebare klasse?

A

inhoudswoorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat houdt de open uitbreidebare klasse in?

A

Dat er nieuwe woorden toegevoegd kunnen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke woorden behoren tot de niet uitbreidbare of gesloten klassen?

A

Functiewoorden of grammaticale woorden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat houdt een niet-uitbreidbare of geslotern klasse in?

A

Dat er geen nieuwe woorden zijn toe te voegen aan deze klasse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een verschil in inhoudswoorden en functiewoorden qua etymologie?

A

Inhoudswoorden kunnen makkelijk leenwoorden zijn en uit andere talen geleend worden. Bij functiewoorden zie je dat zelden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat wordt er bedoeld met een lemma?

A

Een lemma is wanneer een woord twee betekenissen heeft die wel een soortgelijke oorsprong kennen of een overeenkomst hebben.

bv. milieu is omgeving. Maar het kan de fysieske “aard”omgeving zijn (alsin milieubescherming) of iemands sociale kring (hij komt uit een goed “milieu”)

Bij spellen (woorden spellen / spelletjes) zijn er 2 lemma’s omdat dezew betekenissen echt niets met elkaar te maken hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke soort woordenboeken zijn er?

A
  1. Tweetalig woordenboek
  2. Frequentiewoordenboek
  3. Thesaurus
  4. Concordantie
  5. Retrogade woordenboek
  6. Beelwoordenboek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een thesaurus?

A

Een thesaurus ordent woorden niet alfabetisch maar groepeert ze begripsmatig en geeft aan welke synonieme of alternatieve uitdrukkingsmiddelen voor bepaalde begrippen bestaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een concordantie?

A

De concordantie geeft voor de woorden die in een bepaald etekst voorkomen alle vindplaatsen in de vorm van het woord met een stuk context eromheen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat ius het retrogade woordenboek?

A

Ordent niet of alfabet van de eerste letter, maar op de lasatste letter zodat woorden met een vergelijkbare uitgang terug te vinden zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe heet de taalkunde die zich bezighoudt met hoe vaak een woord in een bepaald etekst voorkomt?

A

Corpustaalkunde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat wordt er bedoeld met polysemie?

A

Wanneer een woord meerdere betekenissen heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is homonymie?

A

Als in betekenis verschillende woorden dezelfde vorm hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is antonymie?

A

Betekenistegenstelling. Bv. zwart vs. wit

17
Q

Wat is hyponiemie?

A

Betekenisonderschikking. Ofwel hierarchische relaties tussen woorden.

Een stoel = meubel = object

Auto = vervoersmiddel = transport

18
Q

Wat is het vberschil tussen polysemie en homonymie?

A

Bij polysemie zijn de meerdere betekenissen onder 1 begrip ondergebracht ion het woordenboek omdat ze vergelijkbaar zijn of een vcergelijkbare oorsprong hebben (denk milieu = fysieke omgeving, maar ook sociale omgeving) .

Bij homonimie is de betekenis echt verschillend en niet naar elkaar toe leiden.

19
Q

Wat is synonymie?

A

Wanneer 2 woorden precies dezelfde btekenis hebben.

20
Q

Wat is het verschil tussen denotatie en connotatie?

A

Denotatie is hetgeen wat er letterlijk mee aangeduid worden, connototatie is de gevoelswaarde/stillistische waarde).

21
Q
A