Hoofdstuk 14 - Pathologie van de lever, galwegen en pancreas Flashcards
Bespreek de histologische kenmerken van leverinflammatie.
Er is een toename van het aantal lymfocyten en Kupffercellen. Er verschijnen ook neutrofielen, eosinofielen, plasmacellen en macrofagen.
Bespreek de histologische kenmerken van hepatocellulaire schade.
- Ballooning
- Hepatocyten gezwollen, bleek cytoplasma
- Perinucleaire condensatie cytoplasma - Mallory-lichaampjes = eosinofiele insluitsels in cytoplasma hepatocyten met ballooning
- Necrose
- Eosinofiele schim van hepatocyt (coagulatie-necrose)
- Frequent in groepen van hepatocyten
- Meestal zonaal, vooral centrolobulair - Apoptose
- = georganiseerde zelfdoding cel
- Doet zich voor bij individuele hepatocyten
- Herkend als acidofiele lichaampjes (apoptotic bodies)
- Bestaan slechts kortstondig (fagocytose door parenchymcellen/Kupffer-cellen)
Juist of fout?
Bij prehepatische icterus zullen er geen histologische afwijkingen te zien zijn.
Juist.
Welke afwijkingen kunnen te zien zijn op leverbiopsie bij extrahepatische icterus?
Bilirubinostase, oedeem, inflammatie, ductulaire reactie en fibrose.
Wat gebeurt er met de lever bij acute en chronische hartdecompensatie?
- Acuut: vergrote lever met stompe raden, gestuwde sinusoïden, mogelijke evolutie naar levercelnecrose
- Chronisch: levercelnecrose, atrofie levercelplaten, toenemende fibrose, muskaatnootlever
Bij wie wordt acute SOS vooral gezien?
Bij mensen met maligne hematologische aandoeningen die na hoge doses chemotherapie een beenmerg- of stamceltransplantatie ondergaan.
Bespreek de histologische kenmerken van een acute hepatitis.
- Lobulaire celbeschadiging: ballooning, apoptose, necrose
- Soms bilirubinostase
- Inflammatoire verschijnselen
o Lobulair: lymfocyten, macrofagen, soms plasmacellen, ceroïdmacrofagen (PAS-positieve Kupffercellen)
o Portavelden: lymfocyten, macrofagen, soms plasmacellen - Mitosefiguren bij levercelregeneratie
Bespreek de drie varianten van acute hepatitis.
- Anicterische vorm: minimale afwijkingen, soms volledig asyptomatisch
- Cholestatische vorm: veel bilirubinepigment en veel galtrombi, groene lever
- Fulminante hepatitis met massieve levercelnecrose en gevaar voor overlijden
Wat is het verschil tussen chronische hepatitis B en C op histologisch vlak?
- Hepatitis B: matglashepatocyten, minder steatose
- Hepatitis C: portale lymfoïde nodulaire aggregaten, meer steatose
Wat is satellitose?
De aanwezigheid van neutrofielen rond beschadigde geballoneerde hepatocyten met Mallory-lichaampjes. Het is een teken van actief leverlijden door alcoholgebruik.
Wat is post-alcoholische cirrose?
Inactieve cirrose na het stoppen van alcoholgebruik zonder toegenomen infiltraat, zonder Mallory-lichaampjes en soms met nog steatose.
Bespreek de histologische kenmerken van hereditaire hemochromatose.
- Macroscopisch: bruine lever
- Microscopisch: ijzer aantonen via ijzerkleuring (Perls-kleuring), 1st in parenchym en in verder gevorderd stadium ook in mesenchym
Bespreek de histologische kenmerken van secundaire hemochromatose.
De ijzerstapeling begint mesenchymaal in Kupffercellen, later ook in parenchym (hepatocyten).
Bespreek de histologische kenmerken van alfa-1-antitrypsinedeficiëntie.
Er is een ophoping van PAS-positieve diastaseresistente globules in het cytoplasma van de hepatocyten.
Bij 10% treedt leverlijden op dat kan evolueren naar cirrose.
Bespreek de histologische kenmerken van de ziekte van Wilson.
- Vroeg stadium: beeld gelijkend op virale hepatis, soms steatohepatitis
- Later: cirrose