Hfst 3 - Stress: betekenis, impact en oorzaken Flashcards
(34 cards)
2 compontenten van stress
- Fysiek: directe materiële of lichaamsuitdaging.
- Psychologisch: de perceptie van individuen over de omstandigheden in hun leven.
3 invalshoeken van waar stress onderzocht kan worden
- Focus op de omgeving: stress als een stimulus. Fysieke en psychologisch uitdagende situaties of gebeurtenissen worden ‘stressors’ genoemd.
- Als respons op een stressor: de psychologische en fysieke respons op een stressor wordt een ‘strain (= spanning)’ genoemd.
- Als een proces van stressors en strains in relatie met de omgeving: de constante wisselwerking en aanpassingen van individu en omgeving worden ‘transacties’ genoemd
Stress
Echte of ingebeelde omstandigheden waarin transacties iemand ertoe leiden discrepantie te percipiëren tussen de fysieke of psychologische eisen van een situatie en de resources van de eigen biologische, psychologische of sociale systemen.
Belangrijke aspecten bij stress (4)
- De capaciteiten die iemand heeft om met problemen om te gaan, bvb conditie, mentale en cognitieve stabiliteit, te verwachten support van anderen,..
- De eisen die de omgeving aan de persoon stelt.
- De waargenomen discrepantie tussen de eisen van de omgeving en de eigen middelen om eraan te voldoen.
- De transacties met de omgeving, afhankelijk van eerdere ervaringen in gelijkende situaties: wat iemand denkt en doet in interactie met de omgeving
Cognitieve beoordeling
Een mentaal proces waarbij iemand twee factoren inschat:
1. of een eis hun fysieke en psychologische integriteit bedreigt - primaire beoordeling,
2. welke middelen voorhanden zijn om aan de eis tegemoet te komen - secundaire beoordeling.
Primaire beoordeling
Bij een potentieel stressvolle gebeurtenis schatten we de situatie eerst in volgens ons eigen wellbeing aan de hand van 3 beoordelingen:
- Is het relevant?
- Is het goed?
- Is het stressvol? Events die we als stressvol beschouwen worden nog verder beoordeeld obv:
– Schadelijkheid: refereert naar de hoeveelheid schade die reeds is toegebracht.
– Bedreiging: de verwachting van toekomstige schade.
– Uitdaging: de opportuniteit te groeien en perfectie te bereiken door meer dan routine resources te gebruiken om tegemoet te komen aan een verwachting.
Vicarious transaction
wanneer we meeleven met anderen onder stress (bvb pijn).
Secundaire beoordeling
Refereert naar de middelen die we beschikbaar hebben voor coping.
De stress die we voelen hangt vaak af van de beoordelingen die we maken, bvb ik kan het niet, ik zal falen vs ik weet dat ik het kan.
- Wanneer ons oordeel is dat we over voldoende middelen beschikken om tegenmoet te komen aan de eis, zullen we weinig tot geen stress ervaren.
- Wanneer we denken dat de vraag groter is dan wat we beschikbaar hebben, kunnen we veel stress voelen.
Factoren die leiden tot stressvolle beoordelingen
Een situatie als stressvol inschatten hangt af van twee types factoren:
* Gerelateerd aan de persoon, incl intellectuele, motiverende en persoonlijkheidskenmerken.
* Gerelateerd aan de omgeving, voornamelijk situaties die hoge, dreigende eisen stellen.
Kenmerken van stressvolle situaties (5)
- Levensovergangen: vb. verhuizen, 1ste schooldag
- Moeilijke timing: gebeurtenissen die vroeger of later voorvallen in het leven dan normaal zou verwacht worden. Vb. studeren op 40j
- Ambiguïteit: onvoldoende duidelijkheid in een situatie
- Lage wenselijkheid: vb. verkeersboete, huis verliezen in brand
- Weinig controle: vb. rugpijn niet kunnen voorkomen, niet kunnen stoppen met denken aan een traumatishe gebeurtenis.
Perfectionisme
De neiging om zelfs kleine issues als grote problemen te beoordelen
Chronische stress
Wanneer stress vaak voorkomt of een lange periode aanhoudt, zoals wanneer vele stressors samen aanwezig zijn of lange tijd gedachten spelen over trauma (rumination of dwelling).
Reactiviteit
Bij stress geraakt het lichaam opgewonden en gemotiveerd om zichzelf te beschermen, door reacties van het sympathische zenuwstelsel en endocrien systeem. Het fysiologische deel van een respons op een stressor wordt reactiviteit genoemd. De ‘fight-or-flight’ reactie.
Genetische invloed op reactiviteit
Genetische factoren beïnvloeden de mate van reactiviteit op stressors en genetische kwetsbaarheid in neurotransmitter-systemen in de hersenen kan mensen vatbaarder maken voor depressie volgend op de blootstelling aan hoge stresslevels.
De fight-or-flight reactie is nuttig bij gevaar, maar kan schadelijk zijn als het lange tijd aanhoudt.
General adaptation syndrome (GAS)
& 3 fasen
Hans Selye ontdekte dat de fight-or-flight respons bij langdurige stress maar de eerste is van een reeks reacties in het lichaam, hij noemde deze reacties het general adaptation syndrome.
-
Alarm reactie: zoals de fight-or-flight reactie op een noodgeval. De functie is om de resources van het lichaam te mobiliseren.
– Deze snelle opwinding is het gevolg van het sympathische zenuwstelsel dat verscheidene organen via directe zenuwverbindingen activeert,
– ook de bijnieren die vervolgens epinephrine en nonepinephrine in de bloedbaan brengen.
– Iets trager reageert ook de hypothalamus-hypofyse-bijnieren as: de hypofyse scheidt ACTH uit, wat de bijnieren activeert om cortisol in de bloedbaan te brengen, wat het lichaam verder mobiliseert. - Fase van weerstand: als een sterke stressor blijft bestaan zullen de initiële reacties van het sympathische zenuwstelsel minder uitgesproken worden. Het lichaam probeert zich aan te passen aan de stressor, maar fysiologische opwinding blijft hoger dan normaal waardoor het vermogen om aan nieuwe stressors te weerstaan kan verkleinen. –> Dit maakt het individu vatbaarder voor ‘diseases of adaptation’, incl maagzweren, hoge bloeddruk, astma en ziektes door verlaagde weerstand.
- Fase van uitputting: resultaat van langdurige of chronische stress. Als men lang met stress worstelt, kunnen fysieke, emotionele en mentale bronnen zo leeg geraken dat de weerstand enorm klein wordt en schade aan interne organen kan optreden.
Allostatic load
Over tijd gecumuleerde effecten van herhaalde lichaamsaanpassingen aan stressors.
Bvb schommelingen in hormonen zoals cortisone en epinephrine, bloeddruk en immuunfunctie.
4 factoren die een rol spelen bij lichaamsactivering of fysiologische stress
- De hoeveelheid blootstelling.
- Omvang van de reactiviteit.
- Snelheid van herstel.
- Herstel van resources.
Opinie van Seley: het general adaptation syndrome is niet specifiek
Selye gaf geen antwoord op psychosociale factoren voor stress en was van mening dat het general adaptation syndrome niet specifiek was mbt het type stressor, hier is discussie over:
1. Sommige stressoren roepen een grotere emotionele respons op
2. Het patroon van fysiologische opwinding onder stress is afhankelijk van 2 factoren:
(1) Effort: iemands interesse, streven en vastberadenheid.
(2) Distress: oa angst, onzekerheid, verveling, ontevredenheid.
3. Cognitive beoordelingsprocessen kunnen een rol spelen in iemands persoonlijke fysiologische reactie op een stressor
Cognitie en stress (4)
- Piekeren kan onze aandacht en geheugen die nodig zijn voor een bepaalde taak beïnvloeden.
- Stress kan ook het cognitief functioneren verminderen door onze aandacht af te leiden.
- Het omgekeerde is ook waar: zorgen over toekomstige threats en piekeren over vroegere moeilijkheden kunnen zorgen voor aanhoudend verhoogde fysiologische stress responsen, zelfs in afwezigheid van een werkelijk stresserende situatie.
- Studies hebben aangetoond dat dit vooral op oudere leeftijd geassocieerd is met cognitieve vermindering en geheugenproblemen.
Emoties en stress
Meestal gaat stress gepaard met emoties en mensen gebruiken hun emotionele toestand om hun eigen stressniveau in te schatten. Cognitive appraisal kan zowel stress als de emotionele respons beïnvloeden.
-
Angst (fear): normale emotionele reactie die zorgt voor psychologisch ongemak en fysiologische opwinding wanneer we ons bedreigd voelen.
– Fobie: intense en irrationele angsten die direct geassocieerd zijn met bepaalde gebeurtenissen of situaties.
– Ongerustheid (anxiety): een vaag gevoel van ongemak, het anticiperen op een soort van slecht voorgevoel, vaak over relatief onzekere of niet specifieke threats. -
Depressie voldoet aan de voorwaarden van een psychologische stoornis wanneer:
— Iemands ‘mood’ bijna dagelijks overwegend verdrietig is.
— Lusteloos zijn met verlies van energie, plezier, concentratie en interesse.
— Slecht slaappatroon en sterk minder of net meer eten.
— Zelfmoordgedachten, hopeloos gevoel over de toekomst.
— Laag zelfbeeld, vaak zichzelf de schuld geven voor de eigen problemen.
Sociaal gedrag en stress
Stress verandert het gedrag van mensen tov anderen.
Als stress en boosheid samen optreden, verhoogt vaak negatief sociaal gedrag.
Gender en stress
Mannen vertonen eerder een fight-or-flight respons, terwijl vrouwen eerder op stress reageren als tend-and-befriend: hun inspanningen verhogen om sociale connecties en banden te behouden.
Ziekte en stress
Ziek zijn stelt hoge fysiologische en psychologische eisen en de mate van stress hangt af van verschillende zaken, oa de leeftijd van de persoon, de ernst van de ziekte,..
Volwassenen hebben vaak zorgen over de toekomst, terwijl ziekte kinderen door hun beperkt begrip van ziekte en dood meer focussen op hun huidige toestand, het ongemak wat ze op dat moment voelen.
Stress door de beoordeling van tegengestelde motiverende krachten.
Er ontstaant stress wanneer een conflict ontstaat, en er moet een keuze worden gemaakt.
Het duwen en trekken wat iemand ervaart, veroorzaakt tegengestelde neigingen: approach en avoidance:
* Approach / approach: kiezen tussen evenwaardige, aantrekkelijke alternatieven die niet compatibel zijn.
–> conflict wordt vaak makkelijk opgelost
* Approach / avoidance: iets willen wat ook nadelen heeft.
–> conflict is stresserend en moeilijk op te lossen
* Avoidance / avoidance: kiezen tussen onaantrekkelijke alternatieven, bvb tussen verschillende behandelingen met bijwerkingen
–> conflict wordt vaak vermeden of uit de weg gegaan