Hfst 2 - Het menselijk lichaam Flashcards
Het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel ontvangt via de zintuigen informatie over de omgeving en het stuurt op basis daarvan onze spieren en interne organen aan. Het brein slaagt informatie op en stelt ons in staat te denken, redenen en creëren.
Neuron
= gespecialiseerde zenuwcel
Bestaat uit:
- Cellichaam: bevat de nucleus en celstructuren.
- Dendrieten: ontvangen informatie. In sensory neurons ontspruiten ze aan één zijde van het axon, eerder dan vanuit het cellichaam.
- Axon: verzenden van informatie naar andere neuronen, kunnen erg lang zijn. Axonen eindigen met een synaptische knop en zijn soms omgeven door een myelineschede.
Synaps
De opening tussen de axonuiteindes van het presynaptisch neuron en het cellichaam of de dendrieten van het postsynaptisch neuron.
Wanneer de actiepotentiaal een axonuiteinde bereikt, stuurt dat neurotransmitters in de synaps zodat de ontvangende neuronen beïnvloed worden in termen van het verkleinen of verhogen van de kans dat het neuron zal vuren.
Bij bvb epilepsie vuren neuronen aan abnormale rates waardoor de patiënt aanvallen krijgt die kunnen bestaan uit convulsies en bewusteloosheid.
Ontwikkeling van het zenuwstelsel
- Na de geboorte groeit het brein vooral door de toename van het aantal glia cellen (‘hulp’cellen: regeling en behoud van neuronen) en de aanmaak van myeline.
Het belang van myeline kan bvb aangetoond worden via de ziekte multiple sclerose: wanneer de myelineschede degenereert en zenuwen beschadigd geraken. - Gedurende de eerste levensjaren verspreidt de groei van myeline zich cephalocaudaal (van hoofd naar tenen) over de rest van het lichaam.
- De aanmaak van nieuwe neuronen beperkt zich later tot enkele breinregio’s.
- Vanaf de volwassenheid begint het brein aan gewicht te verliezen: het aantal zenuwcellen neemt niet zozeer af, maar wel het aantal synapsen.
2 delen van het zenuwstelsel
- centrale zenuwstelsel: brein en ruggenmerg
- perifeer zenuwstelsel: andere netwerken van neuronen in het lichaam
3 delen van het brein
- Voorhersenen (forebrain)
- Kleine hersenen (Cerebellum)
- Hersenstam
Voorhersenen (forebrain)
-
Telencephalon: bevat
– het cerebrum (cerebrale cortex, bestaat uit 2 hemisferen) en
– het limbisch systeem (betrokken bij de expressie van emoties zoals angst, boosheid en opwinding).. -
Diencephalon: bevat
– de thalamus (hub voor het ontvangen van zintuiginformatie en het versturen van motor informatie die sterke verbindingen heeft naar de cerebrale cortex) en
– de hypothalamus (rol in emotie en motivatie, belangrijk bij homeostase) die net onder en deels overhangen zijn door het limbisch systeem.
Algemeen zijn
* de buitenste en bovenste hersendelen verantwoordelijk voor perceptie, leren, motor en conceptuele activiteiten en
* de binnenste en onderste hersengebieden betrokken bij de interne en automatische lichaamsfuncties en het verzenden en ontvangen van signalen van het telencephalon.
Cerebellum - kleine hersenen
ligt aan de achterkant van de hersenen onder de cerebrale cortex.
De belangrijkste taak is het coördineren van bewegingen en het behouden van lichaamsevenwicht. Er zijn vele connecties naar de motor cortex en zintuigen.
Bepaalde delen van de cerebrale cortex initiëren specifieke bewegingen, het cerebellum zorgt dat onze acties precies en goed gecoördineerd zijn.
Beschadigingen kunnen leiden tot ataxie: slechte coördinatie van bewegingen.
Hersenstam
laagste deel van het brein, en bestaat uit 4 delen:
- middenbrein: geconnecteerd met de thalamus die informatie van en naar delen van het forebrain stuurt en het ontvangt visuele en auditieve input specifiek mbt spierbeweging
- pons: betrokken bij oogbeweging, gezichtsuitdrukking en kauwen
- reticulair systeem: een netwerk van neuronen dat doorheen de hersenstam naar de thalamus loopt en een belangrijke rol speelt in de regulatie van slaap, opwinding en aandacht.
- medulla: bevat vitale centra die onze ademhaling, hartslag,.. controleren.
Polio beschadigt het centrum dat de ademhaling controleert.
Ruggengraat
Belangrijke neurale route die boodschappen doorgeeft tussen het brein en de verschillende lichaamsdelen.
Afwijkingen:
- Paraplegia: verlamming van de onderste lichaamsdelen.
- Tetraplegia: verlamming van armen en benen.
2 delen van het perifere zenuwstelsel
- somatische zenuwstelsel
- autonome zenuwstelsel
Somatische zenuwstelsel
Betrokken bij zintuig en motorfuncties, voornamelijk voor de huid en skeletspieren. Belangrijke rol bij zien, horen, proeven, ruiken, voelen en bewegen.
Autonome zenuwstelsel
Activeert de interne organen en geeft feedback over hun werking aan de hersenen.
Dit systeem is op zijn beurt onderverdeeld in 2 divisies:
- Sympathetic divisie: bij stressvolle stimulatie, helpt voorbereiden op ‘fight of flight’.
- Parasympathetic divisie: bij effecten tegenovergesteld aan stress, voor regeneratieve, groei-bevorderende en energie-besparende functies.
Het perifeer zenuwstelsel bestaat uit zenuwen die het centraal zenuwstelsel verbinden met de zintuigen, spieren en klieren.
Er zijn 2 soorten zenuwen en die bestaan in paren, links en rechts:
- Craniale zenuwen: komen voort direct vanuit het brein (12 paar bij mensen).
- Spinale zenuwen: komen voort uit het ruggenmerg (31 paar bij mensen).
Het endocriene systeem
Bestaat uit een set van klieren die vaak samenwerken met het automatisch
zenuwstelsel.
Beide communiceren met verschillende delen van het lichaam:
- het automatisch zenuwstelsel ahv elektrische en chemische boodschappen
- het endocrien systeem ahv hormonen.
Elke endocriene klier scheidt bepaalde hormonen af rechtstreeks in de bloedsomloop.
Samenwerking van het endrocriene systeem en het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel is met het endocrien systeem verbonden door connecties tussen de hypothalamus en de hypofyse die net daaronder ligt.
De hypothalamus stuurt elektrische signalen naar de hypofyse, waardoor deze hypofysehormonen loslaat in het bloed.
Ook het endocrien systeem speelt een belangrijke rol in onze reacties op noodsituaties, via de hypothalamus-hypofyse-bijnieren-as.
Bijnieren
bevinden zich vlak boven de nieren en laten verschillende hormonen los in reactie tot stress en nood, oa cortisol, wat zwelling doet controleren bij verwondingen.
Andere belangrijke hormonen van de bijnieren zijn epinephrine (adrenaline) en norepinephrine (non adrenaline) die samenwerken met het centraal zenuwstelsel bij snel reageren op noodgevallen: verhoogde hartslag
en ademhaling, verhoogde suiker output van de lever,..
Thymusklier - zwezerik
- is bij kinderen groot, maar neemt in omvang af vanaf de puberteit.
- speelt een belangrijke rol bij immuniteit.
Schildklier
regelt de groei en activiteit van het lichaam.
Pancreas - Alvleesklier
Zorgt voor de regulatie van bloedsuiker of glucose door de productie van
hormonen glucagon en insuline die een omgekeerde werking hebben.
Het spijsverteringssysteem
Verteert onze voeding, zet deze om in chemische stoffen die bruikbaar zijn voor het lichaam en scheidt wat overblijft uit.