HC.2 Ovarium en endometrium carcinoom Flashcards

1
Q

Welke risicofactoren zijn er voor ovariumcarcinoom?

A

Genmutaties (10-15%):
 BRCA-1, BRCA-2
 Lynch syndroom: MLH1, PMS2, MSH2, (MSH6)
- Hoge leeftijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat kan je op de echo zien bij OCA?

A

 Cysteus / solide
* Uni – multi loculair
* Septae (dikte)
 Proliferaties
 Ascites
 ± doppler
 ± IOTA
 ± RMI

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke markers zijn belangrijk voor OCA?

A

 CA 125
 CEA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke markers voor kiemceltumoren?

A

A1FP, hCG, LDH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke markers voor stroma celtumoren?

A

Inhibine A en B, Estradiol, AMH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk soort OCA is het meest voorkomend?

A

Sereus ovarium carcinoom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar ontstaat de OCA wrsch?

A

In de eileider, die gaat in de eierstok zitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat voor operatie doe je bij laag stadium?

A

Stageringsoperatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de kenmerken van laag stadium OCA?

A
  • meestal bij toeval gevonden, zelden klachten.
  • 75-90% genezing.
  • Chirurgie en volledige stagering cruciaal.
  • Tumor graad is belangrijke prognostische factor.
  • Adjuvante chemotherapie verbetert de overleving van
    patiënten met een onvolledige stagering.
  • Het is niet bekend of adjuvante chemotherapie de
    overleving verbetert van patiënten met een
    hooggradige tumor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt een stageringsoperatie in?

A

Doel: vaststellen of er (micro-
scopische) uitzaaiingen zijn
* Snee of kijkoperatie (tomie /
scopie)
* Cytologie spoelvloeistof of ascites
* Inspectie en palpatie hele
buikholte
* Uterus en adnex extirpatie
* Omentectomie
* Stageringsbiopten
* Lymfeklierdissectie/ sampling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat doe je bij een patiënt bij hoog stadium?

A

De kanker weghalen met operatie.
Omentum wordt altijd weggehaald!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke stadia bij hoog stadium?

A
  • Ib Verdere uitbreiding in het kleine bekken
  • III Uitbreiding buiten het bekken, of retroperitoneale
    klieren.
  • IIIA1 i en ii, retroperitoneale klieren
  • IIIA2 microscopische ziekte peritoneaal
  • IIIB peritoneale metastase < 2 cm, N0
  • IIIC peritoneale metastase > 2 cm of N1
  • IV Afstands metastasen inclusief sister Mary Joseph nodule.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een sister mary joseph nodule?

A

Metastase van de tumor in de navel, heel slecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn prognostische factoren voor operatie OCA?

A

 Conditie (Karnofsky index)
 FIGO stadium
 Tumorgraad
 Grootte van de restlaesies na chirurgie
 Chemotherapie
 BRCA status

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke behandeling doe je?

A

Je wilt zsm operatie. Als de conditie niet goed is van de patiënt doe je 6 kuren Carboplatin / Taxol eens per 3 weken, gevolgd
door PARP remmer indien respons

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke nieuwe behandelingen kan je ook doen?

A
  • PARP remmers
  • Targeted therapy
  • HIPEC
  • Intraperitoneale chemotherapie
14
Q

Wat zijn risicofactoren voor endometrium carcinoom?

A

 Hormoon gebruik!
 Obesitas!
 Infertiliteit in
voorgeschiedenis
 Nullipariteit
 Late overgang
 Leeftijd
 Diabetes
 Hypertensie
 Radiotherapie vh bekken
 Erfelijk (Lynch syndroom

15
Q

Hoe ontstaat endometrium carcinoom globaal?

A

Oestrogeen -> proliferatie endometrium-> hyperplasie-> atypische cellen-> kanker

16
Q

Wat zijn de belangrijkste klachten bij ECA?

A

Onverwachte bloedverlies/afscheiding

17
Q

Wat doe je voor diagnostiek voor ECA?

A

Eerst Beeldvorming (echografie)
Daarna weefsel verkrijgen:
 Biopt met flexibel buisje (Pipelle)
 Hysteroscopisch biopt
 Curettage

18
Q

Wat is een curettage?

A

Slijmvlies van baarmoeder weghalen voor diagnostiek. Je geeft oestrogeen zodat het dikker wordt en het afgescheiden wordt.

19
Q

Welke stadia zijn er voor ECA?

A
  • T1: Beperkt tot corpus
  • T2: Uitbreiding naar cervix
  • T3: Naar buikholte en of
    schede
  • T4: Lokale uitbreiding naar
    blaas / rectum
20
Q

Welke marker kan bepaald worden voor verdere diagnostiek?

A

CA125

21
Q

Wanneer MRI/CT?

A

Alleen op indicatie!

22
Q

Wat haal je weg bij operatie van ECA?

A

Hele baarmoeder en eierstokken

23
Q

Welke aanvullende therapie kan gegeven worden?

A
  • Bestraling:
    Inwendig (brachy)
    Uitwendig
  • Chemotherapie
  • Hormoonbehandeling alleen indien laaggradige tumor met
    hormoonreceptoren op de cellen en (bewezen)
    restziekte
24
Q

Welke vrouwen hebben hoge kans op recidief na verwijdering endometrium?

A

Vrouwen met p53 mutatie, dus altijd mutatie bepaling doen

25
Q

Welke markers kunnen gebruikt worden voor kiemceltumoren?

A

hCG, AFP, LDH

25
Q

Welke marker wordt gebruikt voor mucineuze tumoren?

A

CEA

26
Q

Welke marker voor neuro-endocriene tumoren?

A

NSE