HC.2 Exogeen en endogeen lipide transport Flashcards
Wat zijn de belangrijkste vettige substanties van bloed?
Cholesterol en triglyeriden
Welke 2 vormen van cholesterol zijn er?
Cholesterol; 2 vormen: vrije cholesterol (beetje water oplosbaar) en cholesterol-ester (helemaal niet wateroplosbaar)
Wat zijn de functies van cholesterol?
Functie cholesterol: • Bouwsteen celmembraan • Gal • Voorloper steroïdhormonen • Voorloper vitamine D
Waarmee begint de cholesterolsynthese? En wat is het belangrijkste enzym? Welke medicatie speelt hierop in?
Cholesterolsynthese begint met acetyl-co-A en acetoacetyl coA. HMG-CoA reductase is het belangrijkste enzym, dit is de snelheidsbepalende stap, statines zijn remmers van HMG-CoA reductase. Spierpijn klachten bij statine door ubiquinone (Q-10), groot noncebo effect.
Wat zijn triglyceriden? Wat is de functie? Hoe worden ze vervoerd?
Triglyceriden: 1 glycerol met 3 vrije vetzuurmoleculen; industrieel gebruik: lijnzaadolie (verf), proces bio-diesel (brandstof); functie lichaam: belangrijkste brandstof lichaam
Verzadigd= geen dubbele binding; onverzadigd >1 dubbele binding
Cholesterol en triglyceriden zijn niet wateroplosbaar. Om deze reden worden ze in het bloed vervoerd met behulp van lipoproteïnen.
Lipoproteïnen zijn aan buitenkant wateroplosbaar door fosfolipidenlaag en eiwitten; aan binnenkant vetoplosbaar. Bepaalde lipoproteïnen kunnen in de vaatwand blijven plakken (atherosclerose).
In welke categorieën worden lipoproteïnen ingedeeld?
Lipoproteïnen worden ingedeeld naar dichtheid en grootte. Hoe hoger de dichtheid van de deeltjes, hoe meer cholesterol ze bevatten.
• Chylomicron: veel triglyceriden en weinig cholesterol (lage dichtheid)
• Chylomicron remnant: deel triglyceriden is eruit, dus iets kleiner deeltje met hoge dichtheid
• VLDL (very low density lipoprotein): grote deeltjes met lage dichtheid (weinig cholesterol)
• LDL (low density lipoprotein): kleinere deeltjes met een wat hogere dichtheid. Gevaarlijker voor hart- en vaatziekten, omdat ze makkelijker onder de vaatwand kruipen.
• Lp (a): soort LDL-deeltje, maar hieraan zit nog een staart, waardoor ze wat groter worden
• HDL (high density lipoprotein): klein deeltje met hoge dichtheid (veel cholesterol); ‘goed cholesterol’
Wat zijn apolipoproteïnen? Wat is de functie?
Apolipoproteïnen: structurele eiwitten van lipoproteïnen (op mantel)
Functie: ligand voor receptoren, beïnvloeding binding van andere apo’s aan receptoren, co-factoren voor enzymen.
Apo Lipoproteïne(n) Functie(s)
A-1
A-1 HDL, chylomicronen Structuureiwit voor HDL, activator voor LCAT (LCAT zet vrij cholesterol om in cholesterolesters)
Apo Lipoproteïne(n) Functie(s)
A-II
A-II HDL Structuureiwit voor HDL, activator hepatisch lipase
Apo Lipoproteïne(n) Functie(s)
B-100
B-100 VLDL, IDL, LDL, Lp (a) Structuureiwit ligans voor LDL receptor, nodig voor verzameling en secretie VLDL
Apo Lipoproteïne(n) Functie(s)
B-48
B-48 Chylomycronen - remnants Nodig voor verzameling en secretie van chylomicronen, bindt niet aan LDL receptor
Apo Lipoproteïne(n) Functie(s)
C-I
C-I Chylomycronen, VLDL, HDL Activator voor LCAT
Apo Lipoproteïne(n) Functie(s)
C-II
C-II Chylomycronen Essentiële cofactor voor LPL
Apo Lipoproteïne(n) Functie(s)
C-III
C-III Chylomycronen, VLDL, HDL Inhibitor LPL
Apo Lipoproteïne(n) Functie(s)
E
E Chylomycronen, IDL, VLDL, HDL Nodig voor chylomicronen secretie, ligand LDL-receptor