HC 6.7 - Respiratoire zuurbase regulatie Flashcards
Eupneu (3)
- patroon regelmatig ademhalen
- aangepast aan O2 behoefte
- automatisch + willekeurige componenten
Dyspneu
ademnood
Apnea
ademstilstand
Apneusis
lange diepe inademing, korte uitademing
Cheyne stokes ademhalingspatroon (patroon, oorzaak)
teugvolume neemt toe langzaam toe tot RV niveau –>
teugvolume neemt weer af –>
periode apneu
oorzaak: hersenschade of CO vergiftiging
Cluster breathing (patroon, oorzaak)
hoog frequent in-en uitademen met groot teugvolume –> apneu (ademstilstand)
oorzaak: hersenbloeding medulla of door opiaten
Waarop reageert centrale regulatie van ademhalen en op welke manier?
- mostly pO2, ook CO2 en pH
- via ademhalingsdiepte en -frequentie
Hypoxie
O2 tekort
Acidose (wat is, wat voor ventilatie oorzaak, wat is resultaat)
- zuur bloed
- door hypoventilatie (langzaam)
- CO2 in longen dat reageert met water tot H+ en HCO3-
Alkalose (wat is, wat voor ventilatie oorzaak, wat is resultaat)
- basische bloed
- door hyperventilatie (snel)
- evenwicht CO2 + water ⇄ H+ en HCO3- verplaatst naar links
Waar zitten perifere chemosensoren?
- aortaboog (afferent n. vagus (X)
- aa. carotis communis (afferent n. glossopharyngeus (IX)
Waar zijn perifere chemosensoren meest gevoelig voor?
voor pO2
Hoe reageren perifere sensoren op pO2 afname?
pO2 daalt --> kans kalium cel in verkleint --> membraanspanning wordt positiever --> overschrijdt drempelwaarde --> depolarisatie --> calcium influx --> release neurotransmitters --> actiepotentiaal
Hoe heeft pCO2 invloed op glomus cel ?
pCO2 stijgt en pH daalt –> gevoeligheid glomus cel stijgt –> cel gaat eerder vuren bij verandering pO2
Waar zitten centrale chemosensoren?
in de hersenstam (pons en medulla)