HC 2.1 Screening in de klinische praktijk Flashcards
Wat is screening?
Een medisch onderzoek bij mensen die geen gezondheidsklachten hebben. Het onderzoek is gericht op het vinden van ziekte, een erfelijke aanleg voor ziekte, of risicofactoren die de kans op ziekte vergroten. Je probeert iets op te sporen in een vroeg stadium of voordat het heeft geleidt tot ziekte.
Wat zijn de criteria voor screening?
A. Bewijs voor de effectiviteit van screening
B. Voordelen van screening zijn groter dan nadelen
C. Redelijke balans tussen kosten en netto voordelen van screening
Wat zijn de nadelen van screening?
- Je kan een intensief onderzoek ondergaan (bijv. een colonoscopie), terwijl er verder dan niks wordt gevonden.
- Je kan overlijden aan de complicaties van een colonoscopie.
Wat moet je antwoorden op de vraag “Vindt u dat ik mee moet doen, dokter?”?
Die vraag kun je niet voor iemand anders beantwoorden, want deelname aan screening is een individuele afweging (iemand moet zijn eigen keuze vormen, maar je kent natuurlijk wel de patiënt dus dit kan je wel meenemen (bijv. bij een fragiel persoon die eigenlijk de intensieve vervolgonderzoeken niet aankan). Wel kun je de positieve en negatieve aspecten van deelname aan screening benoemen en waar mogelijk kwantificeren, bijvoorbeeld aan de hand van het voorlichtingsmateriaal van het bevolkingsonderzoek
Wat moet je antwoorden op de vraag “Dokter, ik heb een ongunstige test-uitslag. Heb ik nu kanker?”?
Niet noodzakelijkerwijs. Een ongunstige testuitslag kan betekenen dat kanker aanwezig is, echter het zou ook heel goed een voorstadium van kanker of zelfs een fout-positieve uitslag kunnen zijn. Het is nu zaak om nader onderzoek te verrichten. Bij x op de 100 mensen geeft de test een ongunstige uitslag, ondanks dat zij niet ziek zijn (gebrek aan specificiteit). Slechts ongeveer x op de 10 mensen met een positieve test heeft kanker (positief voorspellende waarde).
Wat is de kans dat als je positief test bij het bevolkingsonderzoek darmkanker dat je dan ook darmkanker hebt?
4-5%
Hoe houd je sensitiviteit en specificiteit uit elkaar?
Specificiteit zegt iets over alle mensen die niet ziek zijn en sensitiviteit zegt iets over alle mensen die ziek zijn.
Wat moet je antwoorden op de vraag; “Dokter, ik heb een gunstige test-uitslag. Betekent dat dat ik geen kanker heb?”?
Nee, dat betekent het niet. De screeningstest is niet 100% accuraat en het kan voorkomen dat kankers gemist worden. Ongeveer x op de 10 kankers wordt gemist (gebruik hiervoor het gebrek aan sensitiviteit). Ongeveer x op de 100 personen heeft toch kanker ondanks een negatief test resultaat (gebruik hiervoor de negatief voorspellende waarde).
Welke wet- en regelgeving speelt er een rol bij screening?
- Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)
- Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG)
- Kwaliteitswet zorginstellingen (KWZ).
- Wet op het Bevolkingsonderzoek(WBO)
Welke screeningsmethoden hebben een vergunning nodig?
- Screening naar kanker
- Screening naar ioniserende straling
- Screening op ziektes waar nog geen behandeling voor is
Hoe verkrijg je een vergunning voor een screeningsmethode?
- Voor vergunning plichtige screening (zowel in onderzoeks-als in bevolkingsonderzoek-setting), dient aanvraag bij WBO commissie van de Gezondheidsraad ingediend te worden
- WBO-commissie kijkt naar verwachte balans voor- en nadelen en brengt op basis daarvan advies uit aan Minister van VWS
- Minister neemt uiteindelijke beslissing over vergunning, meestal, maar niet altijd, in overeenstemming met GR advies
Wat zijn nieuwe ontwikkelingen in screening tests?
- Over-the-counter tests (testen kopen zoals een darmonderzoek)
- Tests via Internet
- Check-ups
- Total body scan
- DNA profilering
- Screening in de klinischepraktijk
- MCED (bloedtest die screen voor verschillende typen kanker)
Wat zijn de afwegingen bij MCED?
- Wat als we kanker vinden waar nog geen behandeling voor is.
- Wat als de uitslag positief is maar op vervolgtesten vinden we geen kanker, was het dan fout-positief.
- Welk voordeel gaan we de mensen geven bij bijv. een alvleesklier stadium twee, als we die vinden gaat dan de QoL wel vooruit.
Waarom duurt het invoeren van een screeningsmethode lang?
Je moet eerst onderzoek (het liefst een RCT) doen met een lange follow-up periode. Voordat je dit onderzoek kan doen moet je in Nederland nog langs de gezondheidsraad en je moet nog subsidie aanvragen. Dan zijn er nog pilot studies nodig om te kijken naar de deelname en opbrengst en een kosteneffectiviteitsanalyse.
Hoe kom je in een evaluatiecyclus omtrent screening?
Als er nooit echt een RCT is gedaan maar het eigenlijk gewoon geïmplementeerd is zoals gastroscopieën bij Barrett slokdarm, dat je niet overduidelijk bewijs hebt, behalve dan observationele studies. Dat je nou niet echt kun concluderen of het effectief is. Je mist gewoon sluitend bewijs.
Wat is het verschil tussen Barrett en darmkankerscreening?
Is dat Barrett patiënten al een verhoogd risico heeft op kanker (individueel niveau) en mensen in de algehele populatie niet op darmkanker (populatie niveau).
Wat zijn de screeningscriteria?
- Het screeningsprogramma moet inspelen op een erkende behoefte.
- De doelstellingen van screening moeten vanaf het begin worden vastgesteld.
- Er moet een duidelijk gedefinieerde doelgroep zijn.
- Er moet wetenschappelijk bewijs zijn voor de effectiviteit van het screeningsprogramma.
- Het programma moet educatie, testen, klinische diensten en programmabeheer integreren.
- Er moet kwaliteitsborging zijn, met mechanismen om de potentiële risico’s van screening te minimaliseren.
- Het programma moet zorgen voor geïnformeerde keuze, vertrouwelijkheid en respect voor autonomie.
- Het programma moet gelijkheid en toegang tot screening bevorderen voor de hele doelgroep.
- Evaluatie van het programma moet vanaf het begin worden gepland.
- De algehele voordelen van screening moeten opwegen tegen de nadelen
Aan welke screeningscriteria voldoet Barrett niet?
Niet:
- Er moet wetenschappelijk bewijs zijn voor de effectiviteit van het screeningsprogramma. Is er echt een sterftereductie te vinden.
- Evaluatie van het programma moet vanaf het begin worden gepland. Het is geen georganiseerd programma.
Twijfel
- Het programma moet zorgen voor geïnformeerde keuze, vertrouwelijkheid en respect voor autonomie. Kunnen we mensen goede informatie geven terwijl we de informatie zelf niet eens hebben?
- Het programma moet gelijkheid en toegang tot screening bevorderen voor de hele doelgroep. De meer mondige hoogopgeleide mensen hebben over het algemeen meer toegang tot gezondheidszorg. Hebben we het in kaart of iedereen net zoveel kans heeft op screening?
- De algehele voordelen van screening moeten opwegen tegen de nadelen.
- Het programma moet educatie, testen, klinische diensten en programmabeheer integreren.
Voldoet MCED aan de criteria voor screening?
- Het screeningsprogramma moet inspelen op een erkende behoefte.
Ja kanker komt wereldwijd veel voor. - De doelstellingen van screening moeten vanaf het begin worden vastgesteld.
Ja - Er moet een duidelijk gedefinieerde doelgroep zijn.
We gaan iedereen screenen maar er is nog geen duidelijke leeftijdsgrens aangezien de verschillende typen kanker op een verschillende leeftijd ontstaan. - Er moet wetenschappelijk bewijs zijn voor de effectiviteit van het screeningsprogramma.
Er is nog geen bewijs. Er zijn grote studies gaande in de hoop om de effectiviteit te bewijzen. - Evaluatie van het programma moet vanaf het begin worden gepland.
De uitvoerbaarheid van dit programma is met name heel ingewikkeld. - De algehele voordelen van screening moeten opwegen tegen de nadelen.
Het gaat waarschijnlijk veel voordelen leveren maar ook veel nadelen en deze moeten nog goed in kaart worden gebracht.
Wat is overdiagnostiek van kanker?
Je vindt kanker waarvan je niet weet of het uiteindelijk had geleidt tot ziekte of sterfte.
Wat zijn nevenbevindingen?
Door de diagnostiek die plaatst vind vindt je iets anders. De vraag is of dat positief of negatief is. Moet je dit ook altijd melden als je er niks aan kan doen?
Waarom screenen we niet voor prostaatkanker?
Vanwege overdiagnostiek (mensen overlijden niet aan de prostaatkanker) en overbehandeling (de behandeling gaat gepaard met veel nadelen ook al de diagnostiek doet veel schade aan).