HC 1.7 Leefomgeving, gedrag en gezondheid Flashcards

1
Q

Wat valt op aan de ziekenhuisopnames tijdens COVID-19 pandemie uit dit plaatje?

A

Mensen met overgewicht (25-30) hebben een grotere kans om op de IC te raken. De grootste groep ligt dus niet bij de mensen met obesitas. Mensen met overgewicht hebben een verhoogd risico om op de IC te geraken, mensen met obesitas hebben een extreem verhoogd risico. Maar het aandeel van mensen met overgewicht is veel groter dan het aantal mensen met obesitas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom kun je op basis van deze tabel niet zeggen dat er meer mensen overlijden in bepaalde wijken omdat er meer arme mensen wonen?

A

Je weet namelijk niet wie er overlijden. Je kunt het populatieverschijnsel niet 1 op 1 vergelijken met het individu. Dit is de ecologische valkuil. Je moet de conclusie laten op het niveau waar deze resultaten zijn behaald.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de epidemiologische transitie?

A
  • De daling in sterfte gaat gepaard met een belangrijke verschuiving in ziekte- en sterftepatronen, waarbij sterfte aan infectieziekten wordt vervangen door chronische aandoeningen, hart- en vaatziekten en kanker
  • De “oorzaken” van ziekte en sterfte verschuiven van slechte sociale en fysieke omstandigheden in de omgeving naar individuele leefstijlfactoren, in tijden van modernisering en van toenemende welvaart.
  • Roken, ongezonde voeding en een tekort aan lichaamsbeweging komen aanvankelijk het meest voor onder hogere inkomensgroepen. Tegenwoordig is dit nu weer helemaal andersom. Dit houdt in dat gezondheidsverschillen kunnen veranderen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe plannen we gezondheidsvoorlichting en bevordering van gezond gedrag?

A
  1. Analyse van de volksgezondheid (wat is het probleem)
  2. Analyse van risicofactoren
  3. Analyse van de determinanten van gedrag
  4. Ontwikkeling van interventie
  5. Implementatie en disseminatie van interventie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is gezondheidsvoorlichting?

A
  • Gezondheidsvoorlichting: “alle activiteiten die kunnen worden ondernomen om te stimuleren dat mensen zich op vrijwillige basis gezonder willen en kunnen gedragen”
  • Interventies worden gebaseerd op theorieën van gedragsverandering:
    o Health Belief Model
     Ervaren gezondheidsdreiging (ervaren risicoperceptie)
     Evaluatie of eigen gedrag dreiging kan verminderen
    o Protectie Motivatie Theorie
     Gebaseerd op deels vergelijkbare concepten
    o Het Beredeneerd Gedrag Model
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het beredeneerd gedrag model?

A

Het gedrag wordt bepaald door de intentie om te veranderen. De intentie wordt bepaald door je attitude, ervaren subjectieve norm en waargenomen gedragscontrole. Attitude is je mening en afweging van de voor- en nadelen. De ervaren subjectieve norm (sociale norm) is vinden anderen die belangrijk zijn voor jou dat jij gedrag x moet uitvoeren? Wat doen anderen zelf?. De waargenomen gedragscontrole is of je denkt dat je in staat bent om gedrag x uit te voeren, ook onder moeilijke omstandigheden, zoals geen tijd, geen zin, geen beschikbaarheid van middelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn een paar lastige vragen omtrent epidemiologische problemen?

A
  • Waarom is het zo lastig gezond gedrag te bevorderen?
    o Veel onderzoek toont aan dat korte termijn effecten op de lange termijn verdwijnen
  • Hoe komt het dat (on)gedrag verandert over de tijd?
    o De prevalentie van roken daalt
    o De prevalentie van overgewicht en obesitas stijgt sterk
  • Waarom komt ongezond gedrag nu veel meer voor in lagere sociaaleconomische groepen?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat verklaard de toename van overgewicht over de jaren?

A

De omgeving verandert. Minder bewegen en ongezonder eten en drinken
Is Rotterdam een fastfood paradijs geworden?
- Meer fastfood locaties
- Minder versaanbieders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat houdt de runaway gewichtstoename trein in van Swinburn and Egger?

A

Dat de toename van obesitas en overgewicht niet afneemt als de wielen van de trein niet worden aangepakt. Zolang de heuvel van de trein maar schuin blijft (de obesogene omgeving) blijft er toename van overgewicht. Zolang we niet aan de causes of the cases zitten zal dit probleem zich blijven ontwikkelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe worden individuele determinanten beïnvloed?

A

De omgeving bepaald hoe wij aankijken tegen bepaalde gedragingen (dus de individuele determinanten). Je kunt dan denken aan de fysieke-, sociaal-culturele-, politieke-, commerciële- en economische omgeving. Belangrijk is dat de commerciële omgeving gericht is op winst en daarom op gespannen voet staat met de volksgezondheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de verschillende vormen van omgeving waar je aan moet denken (omtrent obesogene omgeving)?

A
  • Fysiek (wat is er beschikbaar?): supermarkt (70-80% van wat je in de supermarkt kan kopen staat niet in de schijf van vijf), restaurants, infrastructuur voor wandelen en fietsen
  • Economisch (wat kost gezond en ongezond eten?): prijs van ongezond voedsel is lager, BTW op groente en fruit, belasting op suikerhoudende dranken
  • Politiek (wat is het beleid?): regels, marketing verbod op ongezonde voeding voor kinderen
  • Sociaal-cultureel (wat zijn (lokale) normen?): normen en waarden die enorm verschuiven
    Macroniveau: alles internationaal/nationaal, microniveau: buurt, werk, school, huishouden etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat houdt het sociaalecologisch model in?

A

Er spelen omgevingsfactoren in op de individuele determinanten. Maar omgeving speelt ook een rol in dat mensen intenties hebben om gedrag te veranderen maar dat uiteindelijk niet lukt. Dit noem je de intention-behavioral gap. Omgeving kan er dus voor zorgen dat het omzetten van intenties in gedrag moeilijker wordt: bijv. een familie waarin iedereen rookt, of een buurt vol met fastfoodketens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat kun je zeggen over de omgeving in relatie tot obesitas?

A
  1. Veranderingen in de omgeving spelen een belangrijke rol in de toename van overgewicht en obesitas in de bevolking
  2. Kenmerken van de omgeving kunnen gezond gedrag bepalen via individuele factoren en een rol spelen bij het omzetten van intenties in gezond gedrag
  3. Wat betekent dat voor preventie?
    o Maatregelen gericht op de omgeving gunstig voor de volksgezondheid
    o Van een leefstijladvies (“leefstijlgeneeskunde”) mag geen blijvend effect worden verwacht, als niet ook de omgeving gezonder wordt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe speelt de omgeving een rol bij gezond ouder worden?

A
  • Een nieuw stadium in de epidemiologische transitie
    o Daling van de sterfte op hogere leeftijd
    o Meer mensen met chronische aandoeningen
    o In een toenemend deel van de bevolking
  • Verstedelijking
    o 70% van de Europese bevolking woont in steden
    o Grote steden in Nederland zullen de komende jaren verder uitbreiden
  • Preventie bij ouderen: Focus op zelfredzaamheid
  • Voor deze individuen is zelfstandigheid en zelfredzaamheid heel belangrijk maar kunnen we dat blijven realiseren. We kunnen het gaan richten op individuen maar je moet de omgeving zo inrichten dat het voor ouderen mogelijk blijft om zelfstandig te kunnen blijven wonen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe kunnen we mensen gezond oud laten worden?

A

Gezond ouder worden is het proces waarin de kansen op lichamelijke, sociale en geestelijke gezondheid worden geoptimaliseerd zodat ouderen, zonder gediscrimineerd te worden, actief aan de samenleving kunnen deelnemen en een onafhankelijk leven kunnen leiden met een goede levenskwaliteit
- Fysieke kenmerken:
o Voorzieningen op wandelbare afstanden
o Openbaar vervoer
o Straatverlichting
o Groenvoorzieningen
o Kwaliteit van straten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waarop is het WHO-concept age-friendly cities gebaseerd?

A
  1. Toegankelijke fysieke omgeving: faciliteiten op wandelbare afstand, etc.
  2. Inclusieve sociale omgeving: die rekening houdt met een groep oudere mensen
  3. Gericht op gelijkheid: proberen om dit zo gelijk mogelijk te houden. Je moet met name investeren in de meest gedepriveerde wijken.
17
Q

Wat is de rol van leeftijdsvriendelijke wijken in het verbeteren van de gezondheid?

A
  1. Aanpassingen in de fysieke en sociale omgeving zijn een belangrijk onderdeel van een preventiestrategie gericht op zelfredzaamheid van ouderen
  2. Beleid “buiten het gezondheidsdomein” draagt bij aan het welzijn van ouderen, voor mensen met een verschillende sociaaleconomische achtergrond
  3. Wat betekent dat voor preventie?
    o “Health in all” beleid: in al het beleid wat gemeentes doen proberen ze gezondheid mee te nemen
    o Goede universele preventie voorkomt ziekte
    o Zorg-gerelateerde preventie werkt alleen in een gezonde leefomgeving