H7 The psychology of vision Flashcards
Fotoreceptoren
Fotoreceptoren zijn gespecialiseerde licht-detecterende cellen die verbonden zijn met het zenuwstelsel en komen voor in de meeste meercellige organismen. Bij mensen en veel gewervelde dieren zijn fotoreceptoren de kegeltjes en staafjes in het netvlies.
Netvlies
Het netvlies is een membraan die de achterkant van de oogbol bekleedt. Hier bevinden zich dus de kegeltjes en de staafjes; de fotoreceptoren van het oog.
Glasvocht
De oogbal zit vol met een heldere gelatineachtige substantie; het glasvocht. Dit zorgt ervoor dat het licht dat binnenkomt gemakkelijk passeert.
Hoornvlies
Dit is het transparante weefsel dat de voorkant van de oogbal bedekt; door zijn convexe kromming (naar buiten gerichte) helpt het licht dat erdoorheen valt te focussen.
Iris
De iris is een gepigmenteerd donutvormig gedeelte in het oog en ligt achter het hoornvlies; de iris geeft de kleur aan de ogen. De spiervezels in de iris maken het mogelijk om de diameter van de pupil te vergroten of te verkleinen.
Pupil
Doordat de iris gepigmenteerd is en een donutvorm heeft komt het licht binnen door het gat van de donut; het licht komt dus binnen door de pupil. De spiervezels in de iris maken het mogelijk deze pupil te vergroten of te verkleinen om zo meer of minder licht door te laten.
Lens
Achter de iris/pupil ligt de lens. De lens draagt bij aan het focus proces, ofwel het scherpteproces wat begint bij het hoornvlies. De lens is aanpasbaar; hij wordt bolvormig wanneer gefocust wordt op een object dichterbij; en hij wordt platter als er gefocust wordt op een object verder weg.
Divergeren
Uiteenwijken
Hoe komt een beeld scherp op het netvlies terecht?
Door de scherpteprocessen van de lens en het hoornvlies worden de lichtstralen op een bepaalde plek op het hoornvlies gebracht, waardoor er een beeld van het voorwerp of object op het netvlies wordt gevormd. Het beeld is op de kop, dus je ogen zien het op de kop, maar dat maakt niet uit want input van lager op het netvlies wordt door je hersenen geïnterpreteerd als boven en andersom.
Transductie
Transductie is een proces waarbij een stimulus uit de omgeving een elektrische verandering in de neuronen genereert, in dit geval de neuronen van het oog; fotoreceptorcellen (kegeltjes en staafjes)
Kegeltjes
De kegeltjes zijn één van de twee soorten fotoreceptorcellen in het oog, en de naam doet eer aan de vorm. De kegeltjes maken scherp en gefocust kleurzicht mogelijk in fel licht.
Staafjes
De staafjes zijn ook één van de twee soorten fotoreceptorcellen in het oog, en de naam doet ook eer aan de vorm. De staafjes maken zicht bij gedimd licht mogelijk.
Fovea
De fovea is een speldenpunt groot gebied op het netvlies, precies in het midden tussen de centrale focuspunten, een klein beetje boven de blinde vlek. De fovea is gespecialiseerd in hoge visuele scherpte, het vermogen om kleine details te onderscheiden. De kegeltjes zijn dan ook het meest geconcentreerd in de fovea. Terwijl de staafjes overal bestaan, behalve in de fovea.
Hoeveel kegeltjes en staafjes bevat het menselijke netvlies?
6 miljoen kegeltjes en 120 miljoen staafjes.
Rodopsine
Rodopsine is de fotochemische stof in de staafjes, dat structurele veranderingen als reactie op licht ondergaat, en daardoor het transductieproces voor staafvisie start.
Blinde vlek
De blinde vlek is een plek op het netvlies waar de neuronen van de optische zenuw samenkomen. De blinde vlek bevat geen fotoreceptorcellen en daarom wordt licht dat op de blinde vlek valt ook niet gezien.
Kegelvisie
Kegelvisie wordt ook wel fotopisch zicht genoemd, of fel-licht zicht. Het is gespecialiseerd voor hoge scherpe en kleurperceptie.
Staafvisie
Staafvisie wordt ook wel scotopisch zicht genoemd, of dimlicht zicht. Het is gespecialiseerd voor sensitiviteit, om te zien in erg gedimd licht.
Donker adaptatie
Simpel gezegd: het aanpassen aan het donker. Het is de verandering in sensitiviteit die voorkomt als je een donkere kamer in loopt.
Licht adaptatie
Simpel gezegd: het aanpassen aan het licht. De snelle vermindering van de sensitiviteit als je een felle lamp aan doet o.i.d.
Hoe werkt de rodopsine in op donker- en licht adaptatie?
Wanneer je een donkere kamer inloopt zal je eerst niks zien, omdat je staafjes nog steeds inactief zijn en er niet genoeg licht is om je kegeltjes te activeren. Na een paar momenten in het donker begint de rodopsine te regenereren en krijgen de staafjes hun sensitiviteit terug, waardoor je steeds meer gaat zien. Het kost 25 minuten om de rodopsine volledig te laten regenereren.
Als je vervolgens weer een verlichte kamer inloopt ben je eerst even verblind door je hoog sensitieve staafjes, maar de rodopsine zal weer afbreken en je gaat weer normaal zien; de staafjes zijn weer inactief.
Golflengtes van licht die door mensen gezien kan worden reikt van .. tot .. nanometer.
Van 400 tot 700 nanometer.
Kortere golflengtes, dus onder ons visueel bereik betreft:
Ultraviolet stralen, röntgenstralen en gammastralen.
Langere golflengtes, dus boven ons visueel bereik betreft:
Infrarode stralen, radarstralen en radiogolven.
Three-primaries law; de wet van de drie primairen
Volgens de three-primaries law kunnen drie verschillende golflengtes van licht (die de primaire worden genoemd) gebruikt worden om elke kleur die een oog kan zien te matchen, zolang ze gemixt worden in de juiste proporties.
Wat is de kleur van de korte-golfuiteinde, de lange-golfuiteinde en het midden van het spectrum?
Korte-golfuiteinde is blauw/violet. Lange golf-uiteinde is rood. Midden is geel/groen.
Law of complementarity; wet van complementariteit
Volgens de law of complementarity kunnen paren golflengten worden gevonden die, wanneer bij elkaar opgeteld, de visuele sensatie van wit opleveren. Deze golflengten van licht in dergelijke paren zijn complementair aan elkaar; staan tegenover elkaar op de kleurcirkel. Je kan namelijk wel een oranje achtige geelkleur krijgen, of een roze achtige rood, maar geen blauw achtige geel, of groenachtige rood.
Trichromantische theorie
Volgens de trichromantische theorie verschijnt kleurvisie door de gecombineerde activiteit van drie typen receptoren, welke elk het meest sensitief is voor een verschillend bereik golflengten (blauw, geel, rood).
De verhouding van de sensitiviteit op dat moment op de drie verschillende receptoren maakt de kleurcode; dus de kleur die wij uiteindelijk zien.
Dichromaten
Deze mensen zien via de two-primaries law; de mensen met kleurenblindheid, ofwel dichromie. Dit betreft de afwezigheid van fotochemicaliën voor ofwel rode, ofwel groene kegeltjes, maar meestal de groene.