H1 Background to the study of psychology Flashcards
Definitie van psychologie
De wetenschap van gedrag en geest.
Gedrag wordt gedefinieerd als
Observeerbare gedragingen van mens en dier.
Geest wordt gedefinieerd als
Individuele sensaties, percepties, herinneringen, dromen, emoties, gedachten, motieven en andere subjectieve ervaringen.
Wilhelm Wundt
Opende in 1879 het eerste psychologische lab in Leibzig.
De drie fundamentele ideeën over psychologie
(materialisme) : Gedrag en mentale ervaringen hebben fysieke oorzaken die wetenschappelijk bestudeerd kunnen worden.
(empirisme) : De manier dat mensen zich gedragen, denken en voelen is in de loop der tijd gewijzigd door hun ervaringen en omgeving.
(nativisme) : De machinerie van het lichaam, die gedrag en mentale ervaringen voortbrengt, is een product van evolutie door natuurlijke selectie.
Dualisme
De filosofie dat de geest en de materie twee verschillende substanties zijn. En afzonderlijk van elkaar werken.
Perifeer zenuwstelsel
Een deel van het zenuwstelsel dat buiten het centrale zenuwstelsel ligt. Vormt verbindingen vanuit het centrale zenuwstelsel van en naar de organen en weefsels.
Noem 2 namen die met materialisme te maken hadden
René Descartes & Thomas Hobbes, al ging Hobbes veel verder dan Descartes.
Materialisme
Al het menselijke gedrag kan in theorie begrepen worden door fysieke processen in het lichaam. Het onbewuste is een product van het brein, en valt daardoor ook onder de natuurwetten.
Reflexologie
Fysioloog I.M. Sechenov stelde dat elke menselijke actie, in theorie begrepen kan worden als een reflex. Alle menselijke acties zijn volgens hem afkomstig van prikkels uit de omgeving. Prikkels zouden reageren op zintuigelijke ontvangers, die een keten gebeurtenissen in het zenuwstelsel in gang zet, waardoor spierbeweging aanslaat.
Empirisme
Filosofie dat kennis voornamelijk of geheel voortkomt uit ervaringen uit de omgeving. Tabula rasa –> een schone lei. –> Onze geest is een wit papier, zonder eigenschappen en ideeën die ingericht wordt door kennis.
Noem 2 namen die met empirisme te maken hadden
John Locke & John Stuart Mill
Wet van contiguïteit
Rechtstreekse samenhang tussen twee of meer zaken, worden aan elkaar gekoppeld (Aristotle). Berustend op tijd en/of ruimte. Bijvoorbeeld het voorbeeld van de eerste keer eten van een appel en alle sensaties die daarbij voorkomen opslaan, wat een contiguïteit wordt, die een keer erna makkelijk op te roepen is.
Nativisme
Filosofie dat kennis gedeeltelijk voortkomt uit ervaring en gedeeltelijk uit een aangeboren ingebouwd mechanisme, waarvan de kennis dus niet voor te hoeven worden vergaard.
priori kennis –> ingebouwd in het menselijke brein
posteriori kennis –> vergaard door kennis uit de omgeving.
Noem twee namen die met nativisme te maken hadden
Immanuel Kant & Gottfried Wilhelm von Leibniz.