H5 Mechanisms of motivation and emotion Flashcards
Motivatie
Letterlijk -> op gang brengen. In psychologie verwijst het vaak naar een hele constellatie van factoren, sommige binnen het organisme, en sommige buiten, die het individu op een bepaald moment, tot bepaald gedrag brengt.
Motivatie is een enorm concept en bijna alles wat we doen heeft met motivatie te maken.
Motivatietoestand/drift, en leg ook uit waarom dit een hypothetische constructie is.
Deze termen worden beide gebruikt om de interne toestand aan te duiden, die het individu richt op specifieke doelen en die op omkeerbare manier kan veranderen -> drift kan dus toenemen en afnemen, en het richt zich op verschillende doelen zoals slapen en eten.
-> het is een hypothetische constructie omdat ze niet direct geobserveerd kunnen worden. In plaats daarvan leidt de psycholoog het bestaan van zo’n toestand af aan het gedrag.
Stimulansen, en wat zijn synoniemen hiervoor?
De binnenkant werkt samen met de buitenkant, en gemotiveerd gedrag is gericht op stimulansen -> dat zijn de gezochte voorwerpen of doeleinden in externe omgeving.
-> andere woorden voor stimulansen zijn: versterkers,. doelen, beloningen.
Hoe vullen stimulansen en driften elkaar aan? En noem een voorbeeld.
Als de een slap is, zal de andere sterk moeten zijn.
-> bijv. als je weet dat het bed verschrikkelijk ligt, dus de slappe stimulans, maar je vermoeidheid is heel groot, sterke drift. Of als je weet hoe lekker het bed ligt, dus een sterke stimulans, maar je ben niet super vermoeid, slappe drift.
Ze beïnvloeden elkaar ook door de andere te vergroten: heerlijk bed kan de vermoeidheid vergroten, en de vermoeidheid kan de wil van het slechte bed vergroten.
Homeostase
Is de constantie van interne condities. Dus om in level te blijven, moeten bepaalde substanties en karaktereigenschappen in het lichaam op pijl blijven. O.a. lichaamstemperatuur, voedsel en water. Als de homeostase slecht is, worden de aandrijvingen getriggerd te werken om het weer optimaal te krijgen.
Walter B. Cannon.
Wat zijn regulerende en niet regulerende aandrijvingen?
Regulerende aandrijvingen helpen ons homeostase te behouden, zoals honger.
Niet regulerende homeostase heeft een ander doel, zoals seks.
Noem 5 evolutionaire functies van driften, en leg dit uit.
- Regulatie driften -> promoten overleving door behoud homeostase.
- Veiligheidsdriften -> motiveren mensen dieren of situaties te vermijden, vluchten of afweren van gevaren zoals roofdieren of vijanden.
- Reproductie driften -> seksuele driften voor voortplanting en het beschermen van de jongen.
- Sociale driften -> veel zoogdieren hebben anderen nodig te overleven -> o.a. vriendschappen en goedkeuring van sociale groep.
- Educatieve driften -> driften om te spelen en ontdekken, uit nieuwsgierigheid -> denk aan leren lopen bij baby’s.
Noem 4 mogelijke verklaringen van de universele drift naar muziek, kunst en literatuur.
- Status verhogen in sociale groep.
- Indruk maken leden andere geslacht.
- Natuurlijke uitbereiding van de drang om te spelen en ontdekken.
- Geen speciale driften ervoor, maar sluiten aan bij alle andere driften (Pinker).
Central-state theory of drives.
Theorie die stelt dat verschillende driften overeenkomen met neurale activiteit in verschillende groepen neuronen in de hersenen.
Centrale driftsysteem
Set neuronen waarin activiteit een drift vormt -> verschillen qua driften, maar kunnen wel overlappen. Denk aan honger en seks, zijn verschillende driften, dus kunnen neurale circuits niet gelijk zijn -> als dit zo was seks en honger altijd gezamenlijk voorkomend -> kunnen wel onderdelen gemeen hebben, waardoor ze gedragskenmerken met elkaar delen -> bijvoorbeeld verhoogde alertheid.
-> hypothalamus waarschijnlijk middelpunt van vele centrale driftsystemen -> anatomisch beste plek door: gelokaliseerd basis van brein, net boven hersenstam, sterk verbonden met hogere delen hersenen. En heeft directe verbindingen met zenuwen die input en autonoom motorische uitvoer naar interne organen van lichaam brengt.
Waarom is de hypothalamus waarschijnlijk het middelpunt van vele centrale driftsystemen?
Anatomische beste plek door de lokalisatie in het brein, net boven de hersenstam.
Sterk verbonden met de hogere delen van de hersenen.
Directe verbindingen met zenuwen die input en autonoom motorische uitvoer naar interne organen van het lichaam brengt.
Vele haarvaten en daardoor meer sensitief t.o.v. hormonen en andere substanties die door bloed worden vervoerd, en daardoor met connecties met hypofyse.
Drie componenten van beloningen en wat ze betekenen.
- Leuk vinden -> refereert naar subjectief gevoel van plezier en voldoening, die komt zodra we de beloning krijgen.
- Willen -> refereert naar de drang om de beloning te krijgen -> meest duidelijke motivator en wordt gemeten door hoeveelheid moeite die erin gestoken wordt.
- Versterking -> refereert naar de effecten die beloningen hebben op leren -> dieren en mensen leren aandacht te schenken aan stimuli die beschikbaarheid van beloningen aangeven en dit geeft effecten op het brein, waardoor de beloning helpt dit in te prenten in het brein, ofwel het versterken van herinnering van stimuli en reactie vlak voor de beloning. -> gaat samen met willen.
Mediale voorbreinbundel
Is onderdeel van het beloningssysteem van de hersenen.
Nucleus accumbens
Essentieel deel van de hersenen voor gedragsmatige effecten van beloningen.
Wat bundelt de mediale voorbreinbundel en de nucleus accumbens aan elkaar?
De cellichamen van de mediale voorbreinbundel liggen in het midden brein, en de synaptische uiteinden in een grote kern van de basale ganglia; de nucleus accumbens -> schade aan een van deze maakt alle motivatiegedragingen kapot, zonder een van deze structuren zal dieren niet werken om beloning te vinden en sterven.
Dopamine
Neuronen die starten in mediale voorbreinbundel en eindigen in nucleus accumbens scheiden dopamine uit als neurotransmitter -> deze is essentieel voor het willende component van beloning, niet voor leuk vinden.
Noem bewijs van dopamine en het component willen.
Ratten behandeld met medicijnen die effecten van dopamine blokken in nucleus accumbens -> dieren blijven eten, seks hebben en nieuwe stimuli ontdekken die direct aanwezig zijn -> en behouden ze leuk vinden expressie maar zoeken niet en werken niet naar beloningen die niet aanwezig zijn -> blijven genieten van consumptie maar houden zich niet bezig met beloningen die afwezig zijn.
Daarentegen medicatie die dopamine verhoogd in nucleus accumbens -> meer willigheid tot werken voor voedsel, maar vergroten leuk factor niet.
Endorfine
Sommige neuronen in nucleus accumbens scheiden andere transmitter af: endorfine -> kort voor endogene morfineachtige substantie -> zorgt voor leuk vinden component.
Het heeft de effecten als morfine of andere opium en heroïne -> remmende gevoel van pijn en met plezierige ervaringen zowel natuurlijk (seks) als kunstmatig (drugs)
Injectie endorfine verhoogd -> vergroot leuk vinden en gezichtsexpressie, en voedsel dat iemand eet. Injectie endorfine blokkeert -> genot van mensen voor voedsel en beloningen verminderd.
Waarom is dopamine ook van rol in het versterkingscomponent?
Afscheiding van dopamine in de nucleus accumbens is ook cruciaal voor vermogen om signalen te gebruiken om te voorspellen wanneer en waar beloningen beschikbaar zijn -> afscheiding dopamine promoot LTP.
Begrip van het brein zijn beloningsmechanismes geeft aanwijzingen waarin drugs zo verslavend is, leg dit uit.
Drugs produceert niet alleen directe euforie, maar ook activeren ze sterk de dopamine krijgende neuronen in de nucleus accumbens -> die zijn verantwoordelijk voor het promoten van leren op basis van beloning. Normale beloningen als eten activeert deze hormonen alleen wanneer een beloning niet verwacht is, maar bij drugs activeren deze neuronen altijd wanneer de drugs gebruikt wordt door hun chemische stoffen. Het resultaat is een soort superleren -> elke dosis versterkt het dopamine-respons. Daarbij worden associaties gevormd tussen omgevingsfactoren, gevoelens en het gedrag en het innemen van de drugs. Resultaat is een hele sterke drang -> getriggerd wanneer die signalen bij drugsgebruik in verleden, weer aanwezig zijn.
Raken het leuk vinden component kwijt, doordat endorfine stopt, maar de dopamine-respons blijft maar door gaan, dus de drang stopt niet -> drugsgebruik wordt dwangmatig.
Begrip van brein zijn beloningsmechanismes geeft aanwijzingen waarom gokken zo verslavend is, leg dit uit.
Gokken met financiële beloningen zijn sterke activators van de nucleus accumbens, en andere beloningsstructuren. Doordat uitbetaling nooit voorspeld kan worden, zal elke uitbetaling een nieuwe explosie dopamine veroorzaken in de nucleus accumbens, ongeacht hoe vaak de persoon speelt. Gokken overschrijdt dus net als drugsgebruik het dopamine-spaarmechanisme van de hersenen (die dopamine-respons uitschakelt zodra beloning voorspelbaar is geworden). De persoon weet dat uitbetaling onvoorspelbaar is, maar brein zijn primitieve beloningssysteem blijft proberen te leren hoe het te voorspellen van de beloning. Ook hier versterkt dopamine door associatie tussen uitbetaling en signalen en gedragingen voorafgaand aan elke uitbetaling.
Honger- en verzadigingsmechanismen
Reguleren van hoeveelheid voedsel in het lichaam tot een juist level voor overleven en fit zijn.
Feedback-control
Alle regulerende systemen hebben een feedback- control, hier wordt de substantie/kwaliteit die gereguleerd wordt terug gekoppeld aan controlerende instrument -> die als reactie hierop de productie van meer substantie/kwaliteit remt wanneer het juiste level is bereikt.
Waar ligt de nucleus arcuate en wat is zijn functie?
De nucleus arcuate bevat neuronen die de feedback-controle regelen voor eetlust. De nucleus arcuate bevindt zich in het midden van het onderste deel van de hypothalamus. Nucleus arcuate wordt gezien als hoofdbesturingssysteem voor eetlust en gewichtsregulatie en bestaan uit 2 klassen neuronen met tegengesteld effect:
* Eetlust-stimulerende neuronen -> vergroten alle effecten geassocieerd met honger, zoals het verlangen naar voedsel.
* Eetlust-onderdrukkende neuronen.
Beide klassen oefenen effecten uit op afscheiding van langzaam-reagerende neurotransmitters, met effecten van minuten tot uren.
Peptide YY (PYY)
Een eetlust-onderdrukkend hormoon, geproduceerd door endocriene klieren in de dikke darm -> voedsel in de darmen stimuleert uitscheiding PYY in het bloed, waarna de bloedspiegel stijgt vanaf 15 min na het eten, met een piek op 60 min, en dit blijft tot wel 6 uur verhoogd. Een van de doelweefsels is dan ook de nucleus arcuate.
- > injectie PYY verminderd hoeveelheid voedselinname in komende uren.
- > onvoldoende PYY productie zou dus bij kunnen dragen aan obesitas.