H 5 en 30 Positieve coachingpsychologie (YL 4.1) Flashcards

1
Q

Positief coachen

A

De positieve psychologie is te beschrijven als de wetenschap van het optimaal menselijke functioneren. Centraal staan de processen en omstandigheden die bijdragen aan een hoge mate van welbevinden. Positieve coachingspsychologie gebruikt deze theoretische en wetenschappelijke fundering als uitgangspunt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uitgangspunten positieve psychologie

A

De centrale doelstelling: wetenschappelijke onderzoek van welbevinden, vervulling en groei.
Accent op het bevorderen van het individuele optimale functioneren en welzijn.
Holistisch, integratief perspectief waarbij ‘normaliteit’ gezien wordt als een per individu variabel punt op een continuüm.

Volgens Keyes: welbevinden is een continuüm met languishing en flourishing als de uiteinden. Een van de centrale doelen binnen een positief-psychologisch coachingstraject is om de beweging op dit continuüm in de richting van flourishing te bevorderen.

Dual continua-model van geestelijke gezondheid van Keyes (2005) Volgens dit model zijn positieve geestelijke gezondheid en psychopathologie twee onafhankelijke maar tegelijkertijd gerelateerde uiteinden van twee dimensies. Terwijl één dimensie de aan- of afwezigheid van welbevinden omvat, omvat een andere dimensie de aan- of afwezigheid van psychische klachten.

Onderzoek op het gebied van positieve psychologiecoaching nog in de kinderschoenen. Recentelijk zijn er twee meta-analyses verschenen die de effectiviteit van positieve-psychologie-interventies (PPI), waaronder coaching, onderzochten (Sin & Lyubomirsky, 2009; Bolier, 2013). Deze meta-analyses vonden kleine, kortdurende effecten over het verband tussen de deelname aan een PPI en een toename in welbevinden en een afname in depressieve symptomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Overeenkomsten PP en humanistische psychologie

A
  • De humanistische psychologie is rond de jaren 1950 ontstaan en stelt de mens als geheel centraal.
  • Het is een holistische benadering die ervan uitgaat dat naast biologie (nature) en omgeving (nurture) ook de individuele creatieve vermogens een rol spelen bij de ontwikkeling van persoonlijkheid.
  • De humanistische psychologie legt net als de positieve psychologie het accent op het potentieel voor individuele groei en ontplooiing, met onderzoek van onder andere Rogers naar de fully functioning person (1961) en Maslow naar zelfactualisatie en zelfverwerkelijking (1968). In feite was het Maslow zelf, die voor het eerst de term ‘positive psychology’ gebruikte in een boek in 1954 (Resnick, Warmoth, Serlin, 2001).
  • Tot nu toe is er veel discussie tussen wetenschappers uit het kamp van de positieve psychologie en wetenschappers uit het kamp van de humanistische psychologie over de verschillen en overeenkomsten. Zo benadrukt de ene kant, waaronder Martin Seligman en Mihaly Csikszentmihalyi (Seligman & Csikszentmihalyi , 2014), dat conventionele ideeën ogenschijnlijk heel sterk op elkaar lijken maar dat de positieve psychologie juist tracht om theorieën te onderzoeken en onderbouwen met meer en zorgvuldig opgezet empirisch onderzoek. Veel humanistisch-psychologen aan de andere kant benadrukken dat dit juist is wat ze doen binnen hun wetenschappelijk werk.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

PP en ZDT

A
  • De basisveronderstelling van de ZDT is dat mensen van nature gericht zijn op groei en integratie; met als doel een geïntegreerd en authentiek functioneren op sociaal en individueel niveau.
  • Deze groeitendens zal tot uiting komen als mensen zich bevinden in een stimulerende omgeving die inspeelt op de bevrediging van de drie aangeboren psychologische basisbehoeften autonomie, competentie en relationele verbondenheid.
  • Niet alleen voor de persoonlijke ontwikkeling maar ook voor het bereiken van een hoge mate aan optimaal functioneren en het ervaren van persoonlijke groei is het essentieel dat deze psychologische basisbehoeften worden bevredigd (Ryan & Deci, 2000).
  • Omgevingsfactoren die inspelen op de bevrediging van deze basisbehoeften worden dan ook als motiverend ervaren door mensen en hebben belangrijke implicaties voor het individuele welbevinden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kan positieve coachingspsychologie worden gedefinieerd? Wat kan de positieve psychologie bijdragen aan coaching?

A
  1. Beide stellen maximale zelfactualisatie en welbevinden centraal. Kauffman, Boniwell, en Silberman definiëren positieve coachingspsychologie als volgt: “[positieve coachingpsychologie is de] wetenschappelijk gefundeerde benadering waarmee cliënten geholpen wordt hun welbevinden te vergroten, persoonlijke sterke kanten te herkennen en te benutten, prestaties te verbeteren en doelen te bereiken” Oades en Passmore vullen deze definitie aan door positieve coachingspsychologie te beschrijven als een coachingsbenadering die als doel heeft het hedonistisch en eudemonisch welbevinden van cliënten te vergroten door gebruik te maken van evidence-based benaderingen en wetenschappelijke theorieën van welbevinden
  2. De centrale theorieën vanuit de positieve psychologie dragen verschillende ideeën bij aan de coachingspraktijk. Beide holistisch
  3. Binnen de positieve psychologie worden theorieën geformuleerd zoals de ‘broaden-and-build theory of positive emotions’ en het PERMA-model , die ook als kaders binnen een coachingstraject gebruikt kunnen worden. Deze theoretische kaders worden wetenschappelijk getoetst waarbij resultaten als praktische handvatten tijdens een coachingstraject ingezet kunnen worden.
  4. Vanuit de positieve psychologie worden specifieke assessmentinstrumenten ontwikkeld en empirisch gevalideerd die binnen een coachingstraject ingezet kunnen worden. (VIA voor sterke kanten) (of kwaliteit van leven in kaart brengen (bijvoorbeel de Quality of Life Scale (QOLS)
  5. De toekomstgerichte en concreet resultaatgerichte doelstelling van de positieve psychologie komt ook terug in modellen die binnen coaching gehanteerd worden, zoals het GROW-model.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Positieve emoties

A

De broaden-en-build-theorie: positieve emoties een verbredend effect op het gedachten- en handelingsrepertoire. (broaden)

Aangenomen wordt dat positieve emoties een palet aan mogelijke cognitieve- en gedragstendenties stimuleren Dit zorgt ervoor dat individuen aangespoord worden hun omgeving te onderzoeken, te benutten en te integreren

Positieve emoties op de langere termijn het opbouwen van duurzame sociale, intellectuele, fysieke en psychische hulpbronnen bevorderen (build-effect)

Volgens Barbara Fredrickson kunnen we 10 verschillende positieve emoties onderscheiden.
Blijdschap Interesse
Dankbaarheid Trots
Verwondering Amusement
Hoop Inspiratie
Gemoedsrust Liefde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

PERMA

A

Seligman (2011) voegde in zijn bestaande theorie de PERMA toe. Dit model bied een overzicht van belangrijke aspecten van floreren. Positieve emoties (verleden heden en toekomst), betrokkenheid (heden), Relaties (ondersteunende personen), betekenis (tijd steken in dingen die groter zijn dan onszelf zoals vrijwilligerswerk geloof of familie) en ontwikkelen en nastreven van doelen. PERMA wordt veel gebruikt in scholen en organisaties en kan gebruikt worden als frame voor coaching.
Acronym: Positive Emotions, Engagement, Relationships, Meaning, Achievement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Floreren: 10 belangrijkste kenmerken van positief welbevinden

A

Competentie Emotionele stabiliteit
Verbondenheid Betekenis
Optimisme Positieve emotie
Positieve relaties Veerkracht
Zelfvertrouwen Vitaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Het RAW model van floreren

A

gaat uit van drie interactieve kerncomponenten.
o Resilience/Veerkracht
o Achievement/Prestatie; het bereiken van
o Wellbeing/Welbevinden
die elkaar wederzijds beïnvloeden en bijdragen aan floreren.

Green & Palmer hebben ook een WAR model
Withering/verwelken,
Achievement blocking/blokkeren van prestaties
Resilience/wellbeing sabotaging/ saboteren van welbevinden).
Dit model kan gebruikt worden als een coachee een erg negatief beeld heeft van zijn situatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kernconcepten van PP

A
  • mindfulness
    Passmore & Marianetti (2007) geven aan dat het gebruikt kan worden vanuit 3 hoeken: voor de coachee, de coach en voor hun relatie.
  • Krachten
    Values in Action (VIA) Seligman 2004) gaat uit van 24 krachten die in alle culturen gelden. Zij zijn gegroepeerd in: 1) wijsheid, 2) transcendentie, 3) recht (justice), 4) mensheid (humanity), 5) gematigheid (temperance) en 6) moed.
  • optimisme
  • positieve emoties
  • Evidence-based coachen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Veel wetenschappelijke aandacht voor kritische Losada ratio;

A

positiviteitsratio. Fredrikson & Losada (2005) hebben een nonlineair model ontwikkeld dat de florende mensen kan onderscheiden van de wegkwijnende mensen; ratio positiviteit:negativiteit 2,9.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Specifieke PP technieken en interventies zijn goed onderzocht en kunnen gebruikt worden in de praktijk. Kaufmann, Boniwell & Silberman (2010,2014) beschrijven de kern technieken:

A

 Drie goede dingen (beschrijf 3 dingen die goed zijn gegaan die dag)
 Dankbaarheidsbezoek (Denk aan iemand die je dankbaar bent en schrijf hen een brief hoe die persoon je leven heeft beïnvloed, en lees de brief voor aan die persoon)
 Genieten ( geniet van dagelijkse genoegens)
 Best mogelijke toekomst (stel een toekomst voor waarbij het leven is gelopen zoals je had gewild, kan zorgen voor een positief beeld van de toekomst en doelen verduidelijken)
 Sterke punten op een nieuwe manier gebruiken (1 sterk punt kiezen en deze iedere dag van een week op een nieuwe manier inzetten, of inzetten in een uitdagende situatie.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Onderzoek naar interventies

A
  • Seligmann et al. (2005) vond dat deze interventie het geluk verhoogd en depressieve symptomen verminderd voor tenminste 6 maanden.
  • Sin en Lyubormirsky (2009) onderzochten 51 PP interventies en vonden dat zij het welbevinden verhogen en depressieve symptomen verminderden.
  • Leontopoulu (2015) onderzocht een groep tussen 18-30 en vond dat welbevinden toenam, met name; hoop, perceptie van sociale steun en het vermogen om met sociale stress om te gaan. Ook was er verbetering in 3 van de 6 sterke eigenschappen: moed, menselijkheid en transcendentie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Modellen die veel gebruikt worden zijn: PRACTICE, PERMA en

INSIGHT:

A

Ontwikkeld voor coaches voor levenstransities.
Het INSIGHT model combineert perspectieven en technieken van verschillende tradities (cognitieve gedragsbenadering, stress, veerkracht en coping). Positieve psychologie staat centraal. is een flexibel model om individuen te coachen bij elke vorm van transitie. Het verwijst naar het gebruik van psychometrische tools en algemene richtlijnen/advies zoals de coachee aanmoedigen om zijn eigen verwachtingen en die van anderen te onderzoeken. Coaches kunnen de relevante concepten en tools selecteren uit INSIGHT.
I = Increase self-knowledge
N = Normalise transitions
S = Support positieve coping
I = Integrate, past, present en future
G = Give time and space to proces
H = Highlight broader context Benadruk de bredere context
T = Tailor solutions Geef op de persoon afgestemde oplossingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Basis concepten (coaching)

A

Stress is het resultaat was van een disbalans tussen eisen en hulpbronnen (Lazarus & Folkman, 1984); copingvaardigheden en waargenomen druk uit omgeving niet in balans

Veerkracht

Gezondheid en welzijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Transtheoretische model van verandering

A
  • Prochaska en DiClemente (1983, 1998) Stages of change: precontemplatie, contemplatie, planning/beslissen, actie, behoud en soms terugval
  • Met name van belang om te bepalen hoe gemotiveerd de coachee is om te veranderen (zie ook Motivational Interviewing zie hfdst 11)
  • Bandura’s sociale cognitieve theorie: belang van zelf-effectiviteit
  • Theory of planned behavior (Ajzen, 1985); gedrag grotendeels bepaald door motivatie/intentie –> zelfeffectiviteit coachee verhogen met behulp van actieplanning, cognitieve/imaginaire copingstechieken en Motivational Interviewing
17
Q
  • CLARITY coaching model (Williams & Palmer, 2010);
A

iedere letter staat voor nader onderzoek, namelijk Context, Life event, Action/inaction, Reaction (fysiologisch + emotioneel), Imagery/Identity, Thoughts and Your future choices  dit model kan coachee duidelijkheid/overzicht bieden doorheen coachingsgesprek

18
Q

Typisch proces bij coachingssessie
Palmer (2012)

A
  1. Kijk hoe het gaat met de coachee
    1. Samen agenda opstellen (doelen + actieplan)
    2. Feedback en link maken met vorige sessies, vooruitgang, evt opdracht
    3. Bespreek agenda items
    4. Samen tussentijdse opdracht afspreken (gerelateerd aan doelen)
    5. Feedback vragen over sessie aan het einde van iedere sessie
19
Q
  • Motivational Interviewing:
A

cliënt zichzelf laten overtuigen tot verandering
 empathie uitdrukken, discrepantie ontwikkelen, spelen met weerstand, zelf-effectiviteit ondersteunen