Duo 3.19 - Talk about free time Flashcards
1
Q
de film
A
the movie
2
Q
band
A
band
3
Q
het toneelstuk
A
the play
4
Q
concert
A
concert
5
Q
de bioscoop
A
the movie theater / cinema
6
Q
het festival(s)
A
the festival
7
Q
het museum
A
the museum
8
Q
de toren
A
the tower
9
Q
het kasteel
A
the castle
10
Q
het paleis
A
the palace
11
Q
het pretpark
A
amusement park
12
Q
de kermis
A
the fair
13
Q
de dierentuin
A
the zoo
14
Q
het zwembad.
A
the pool
15
Q
het speelgoed
A
the toys
16
Q
hobby(‘s)
A
hobby
17
Q
de pop
A
the doll
18
Q
verzamel / verzamelt / verzamelen
A
collecting / gathering
19
Q
sport
A
sport
20
Q
spel / spelletje
A
game
21
Q
wandeling
A
walk / stroll
22
Q
maakte een wandeling.
A
went for a walk
23
Q
vrije
A
spare / free
24
Q
ontspan / ontspannen
A
relax
25
Q
zelfs
A
even
26
Q
sporten
A
exercise
27
Q
lijkt op / lijkt … op
A
looks like
28
Q
bevinden ons
A
are inside
29
Q
volgens
A
according to
30
Q
bezoek
A
visit
31
Q
slecht in
A
bad at
32
Q
gezonde
A
healthy
