duo 3.18 - Discuss future events Flashcards
ga / gaat / gaan
going
straks eens
soon
zal / zult / zullen
will
veranderen
change
breken
to break / breaking
winnen
to win / winning
zeker
certain / sure
ooit
ever
bellen
to call / calling
geven
to give / giving
overmorgen
the day after tomorrow
verliezen
to lose / losing
missen
to miss / missing
meteen
immediately
helpen
to help / helping
vinden
to find / finding
bedekken
to cover/ covering
weten
to know / knowing
maken
to make / making
ontvangen
to receive / receiving
leren
to learn / learning
tellen
to count / counting
kijken
to look / looking
kant op
way
vertrekken
to leave / leaving / to depart / departing
kiezen
to choose / choosing
denk
to think / thinking
vallen
to fall / falling
weer
again
om ze te
in order to [do something to] it
de volgende
next
bestelt
order