College hersenletsel bij kinderen Flashcards

1
Q

Wat is traumatisch hersenletsel?

A

letsel met oorzaak van buitenaf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is niet traumatisch hersenletsel?

A

Met oorzaak van binnenuit (bloeding, cva)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

In welke leeftijdsgroep komt traumatisch hersenletsel het meeste voor?

A

Bij 12-18 jarige. Vooral verkeersongevallen, omdat ze voor het eerst zelfstandig deelnemen aan verkeer en omdat het brein nog niet helemaal uitontwikkeld is waardoor ze risico’s niet helemaal kunnen inschatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In welke leeftijdscategorie is de kans op blijvende schade na hersenletsel het grootst?

A

Bij beschadiging geldt hoe jonger het kind hoe schadelijker op lange termijn. Een brein dat helemaal uitontwikkeld is heeft alle functies al ontwikkeld. Bij een kind moet alles nog ontwikkelen inclusief functies. Het hele brein is daarvoor nodig en daardoor ontwikkeld een beschadigd brein zich minder goed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de prefrontale cortex?

A

belangrijk deel voor planning, impulsbeheersing en executief functioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is commotio cerebri?

A

Een hersenschudding. In principe tijdelijk waarbij de hersenen geprikkeld zijn, maar niet beschadigd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is contusio cerebri?

A

Een hersenkneuzing. Hierbij is het weefsel echt beschadigd en hoopt er bloed en vocht op terwijl het schedel niet mee wijkt –> druk op het brein waardoor schade ontstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bij niet traumatisch hersenletsel is er bij kind/volwassenen sprake van verlies. Wat voor verlies?

A

Je hebt een duidelijke voor en na situatie, waarbij mensen omgaan met levend verlies. Dat houdt in dat ze rouwen om delen van het kind dat verloren gaan terwijl het kind nog leeft. Bijvoorbeeld toekomstdromen en verlies van functies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn voorbeelden van niet traumatisch hersenletsel?

A

tumor, bloeding/infarct, ontsteking, zuurstofgebrek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarin is traumatisch hersenletsel opgedeeld?

A

commotio cerebri en contusio cerebri

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is aangeboren hersenschade?

A

treedt op rondom de geboorte tot 28 dagen erna. DOor infectie/zuurstoftekort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het ‘shaken baby syndroom’

A

Ouders die zo wanhopig worden van het gehuil van hun baby dat ze het kind door elkaar schudden uit een wanhopige poging om het kindje stil te krijgen. De spieren van de baby zijn niet sterk genoeg waardoor het hoofdje zo hard heen en weer gaat dat het weefsel beschadigd kan raken. De hersenen moeten dan nog helemaal ontwikkelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de huidige indeling van traumatisch hersen letsel?

A

Licht, Matig, Ernstig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is licht hersenletsel?

A

GCS: 15-13
bewustzijnsverlies <30 min
PTA <1 dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is matig hersenletsel?

A

GCS: 12-9
bewustzijnsverlies 30 min - 1 dag
PTA 1-7 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is ernstig hersenletsel?

A

GCS 8-3
Bewustzijnsverlies >1 dag
PTA > 7 dagen

17
Q

Wat is de Glascow Coma Scale (GCS)

A

Beoordeelt het bewustzijn op basis van verbale reactie, reactie spieren en reactie van het oog waarbij een maximum aantal punten van 15 te behalen is als de patiënt volledig bij bewustzijn is

18
Q

Onder welke categorie valt een hersenschudding in te delen? en een Hersenkneuzing?

A

hersenschudding –> licht

Hersenkneuzing –> kan in alle 3 vallen

19
Q

Wat is PTA?

A

Posttraumatische amnesia = geheugenverlies na hersenletsel wat in principe van kortdurende aard is. Houdt het onvermogen van het brein in om nieuwe herinneringen in te prenten. Geeft verwarring, omdat nieuwe dingen niet herinnerd kunnen worden. Hoe langer de staat van verwarring hoe erger het hersenletsel

20
Q

Wat zijn factoren die de prognose bepalen?

A
  • leeftijd: hoe jonger, hoe slechter de prognose
  • Ernst van het letsel. Hoe ernstiger het letsel hoe slechter het toekomstperspectief, maar is nooit helemaal goed in te schatten
  • duur PTA
  • locatie van letsel: diffuus is ernstiger dan specifieke plek
  • Gezin
  • omgeving: in hoeverre is een omgeving in staat om het herstel van kind te optimaliseren? + gaan ze vechten tegen de nieuwe situatie of aanpakken?
  • premorbide functioneren
  • herstel eerste maanden
21
Q

Hoe ziet het herstel bij hersenletsel eruit?

A

De eerste 6 maanden is het herstel het grootst. Daarna zwakt het wat af tot 1,5 - 2 jaar. Dan is er organisch gezien geen herstel meer. Dit kan echter wel plaatsvinden in de aanpassing aan hersenletsel/leren omgaan met de beperking. Na 6 maanden kan je een aardige indruk krijgen van hoe iemand op lange termijn gaat functioneren. Gaat het herstel de eerste 6 maanden heel snel is er een betere prognose.

22
Q

Na hoeveel tijd na het hersenletsel neem je een NPO af?

A

Na 6 maanden. Geeft een betrouwbaar beeld van de toekomst. Grootste herstel heeft dan plaatsgevonden

23
Q

Wat zijn gevolgen van NAH

A
  • brein kan informatie niet meer zo goed verwerken (tijd)
  • behoefte aan structuur
  • flexibiliteit is er een beetje uit
  • verminderd inzicht (IQ)
  • innerlijke rem eraf
  • moeite met praten
  • verminderd ziekte inzicht
  • moeilijk lopen, handen bewegen terwijl benen intact zijn
  • onderschatting/overschatting
24
Q

Hoezo kan een patiënt met NAH moeite hebben met praten?

A

afasie = spraak is niet intact

of spraak is intact, maar motorische aansturing niet goed

25
Q

Hoezo kan het zijn dat een patiënt onderschat of juist overschat wordt?

A

Als een patiënt er normaal uitziet wordt deze patiënt waarschijnlijk overschat en wanneer een patiënt er duidelijk geinvalideerd uitziet ga je het onderschatten

26
Q

Wat is ‘growing into deficit’

A

Ontstaan van beschadigingen op jonge leeftijd wat pas zichtbaar wordt op latere leeftijd

27
Q

Wat zijn de 3 fases bij NAH?

A

acute fase = overleven in het ziekenhuis
herstelfase = revalideren
chronische fase = accepteren en re-integreren

28
Q

Wat is de rol van een psycholoog in de acute fase?

A

De rol is niet zo groot. In algemene zin om mee te denken hoe het kind zo goed mogelijk kan functioneren (bijvoorbeeld prikkels naar beneden brengen) + bij trauma

29
Q

Wat is de rol van een psycholoog in de herstelfase?

A
  • inschatten PTA
  • dosering prikkels: als je hersenen beschadigd zijn is de ‘trechter’ een stuk kleiner en loopt deze sneller over = sneller het gevoel van overprikkeld worden door beelden, geluiden en verbale informatie
  • dagprogramma structureren
  • psychoeducatie
  • monitoren cognitief functioneren
  • behandeling trauma/emotionele reactie
  • begeleiden systeem van kind
  • premorbide en huidig cognitief functioneren in kaart brengen
30
Q

Hoe ziet het dagprogramma eruit?

A

mentale inspanning
ontspanning
fysieke inspanning
rust –> niet slapen, maar op een ontspannen manier

31
Q

Hoe kan je het premorbide functioneren in kaart brengen?

A

door te kijken naar schoolniveau

32
Q

Hoe ziet de psychologische hulp eruit in de chronische fase?

A
  • adviezen school en dagelijks leven
  • aanleren compensatiestrategieën
  • behandeling verwerkings- en acceptatieproblemen
  • follow up (growing into deficit)
33
Q

Hoe kunnen prikkels gedoseerd worden?

A

Gaat om beelden, geluiden en verbale informatie verwerken. NAH patiënten zijn sneller overprikkeld. –> minder tv, minder bezoekers tegelijk

34
Q

Waaruit bestaat de chronische fase?

A

accepteren en re-integreren. De eerste 6 maanden geeft beloning als je veel resultaat ziet. Op een gegeven moment worden de stapjes kleiner en gaat iemand meer terug naar eigen leven. Dan gaan ze pas echt inzien wat er veranderd is –> kunnen soms niet meer re-integreren op oude school/sport = verlies

35
Q

De rol van medisch pscyholoog tijdens herstel

A
  1. inschatten pta
  2. doseren prikkels
  3. dagprogramma structureren
  4. psychoeducatie en begeleiding ouders
  5. monitoren cognitief functioneren
  6. behandeling emotionele reacties kind
  7. begeleiding behandelteam in omgang met kind
  8. premorbide en huidig functioneren in kaart brengen
  9. adviezen voor school en dagelijks leven
  10. aanleren copensatiestrategieën
  11. behandelen verwerkings- en acceptatieproblemen
  12. Follow-up van functioneren