College developmental origins of behavior, healt & disease Flashcards

1
Q

DOBHaD hypothese

A

‘what happens in the womb can last a lifetime’ Atypische Atypische gebeurtenissen die plaatsvinden tijdens de kritieke perioden van de ontwikkeling van een organisme, kunnen leiden tot herprogrammering van structuur en functie van cellen, weefsels en systemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Ondervoeding kan leiden tot twee soorten groeivertaging

A
  • symmetrisch

- asymmetrisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Symmetrische groeivertraging

A

In het eerste deel van de zwangerschap was er sprake van ondervoeding. Dit is het moment dat cellen ontwikkelen, differentiëren en groeien. Er is te weinig voeding om de groei te onderbouwen waardoor er minder cellen komen en alles symmetrisch wat kleiner is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Asymmetrische groeivertraging

A

Wanneer er later tijdens de zwangerschap ondervoeding was. Er ontstaat dan groei differentiatie. De voeding/energie gaat dan naar de organen die het meest vitaal zijn. Waardoor een kind bijvoorbeeld wat dunner is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke factoren hebben invloed op de foetus?

A
  • roken
  • zuurstof
  • voedingstoffen
  • hormonen
  • alcohol
  • gevoelens van de moeder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe kunnen gevoelens van de moeder invloed hebben op de foetus??

A

Blootstelling aan angst van de moeder kan leiden tot problemen op verschillende niveaus:
- atypische gebeurtenissen kunnen leiden tot herprogrammering op gen, cel, orgaan of zelfs systeem niveau

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gen x omgeving (interactie)

A

Gen x omgeving interactie leidt ontwikkeling organisme Bijvoorbeeld voedingstoffen en zuurstof op bepaalde manier het kind bereiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe onderzoek je het effect van stress in de baarmoeder?

A
  • vragenlijsten
  • observaties
  • gedragstaken
  • hersenonderzoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bij wie is er sprake van een verandering in de HPA as?

A

bij meisjes. –> hpa as lijkt anders geprogrammeerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

exogene controle

A

met externe cue. scoorde de jongens oke op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

endogene controle

A

controle van binnenuit. Jongens waarvan moeder hoge angst ervaarden hadden hier moeite mee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat kan je met ERP’s?

A

kunnen ze iets mee zeggen over WAT er in de hersenen veranderd. Nadeel is veel ruis en je kan niet zien waar het gebeurd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat kan je met fMRI?

A

Kunnen ze zien WAAR er activatie is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat was er gevonden bij het fMRI onderzoek?

A

er was minder activatie te zien in de hersengebieden die nodig zijn bij endogene controle bij jongens met moeders die hoge angst hadden ervaren. Er was meer clusteractivatie ipv gelokaliseerde activatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat was het resultaat van de PELS study?

A

Er leek minder habituatie/gewenning te zijn bij kinderen van angstige moeders. De reactie op de standaardtoon was hoger. + ze reageerden heftiger op angstige geluiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Mindfulness en het effect op de zwangere moeder

A

Hoe hoger de mindfulness hoe lager het hersensignaal bij 9 maanden –> beter habitueren.

17
Q

Wat zijn de mechanismen erachter? (cortisol)

A

cortisol van de moeder neemt toe –> cortisol van de foetus neemt toe –> invloed op de ontwikkeling van de foetus. Kan effect hebben op hippocampus

18
Q

Mechanisme (neurotransmitters)

A

Door verhoogde cortisol effecten op celmigratie, celdeling en synaptogenese

19
Q

Mechanisme (epigenetische verandering)

A

bepaalde stukjes gen kunnen aan of uit gezet worden –> misschein leiden tot ADHD?

20
Q

Mechanisme (erfelijkheid)

A

kunnen ook erfelijke kwetsbaarheid doorgeven aan kindje

21
Q

wat zijn buffers voor stress tijdens de zwangerschap?

A

mindfulness
sensitiviteit moeder,
steun vader
steun omgeving

22
Q

Wat leidt de normale ontwikkeling?

A

Normale ontwikkeling wordt geleid door gen en omgeving interactie. Atypische invloeden kunnen de blauwdruk veranderen