College 8 - Eetstoornissen Flashcards
Eetstoornissen in de DSM-5: voedings- en eetstoornissen
- Pica
- Ruminatiestoornis
- ARFID
- Anorexia Nervosa
- Bulimia Nervosa
- Eetbuitenstoornis
- Andere gespecificeerde voedings- of eetstoornis (OSFED)
- Ongespecificeerde voedings- of eetstoornis (USFED)
Pica (vaak bij mensen met een verstandelijke beperking)
A. Aanhoudend eten van niet voor bestemde consumptie substanties langer dan een maand
B. Niet passend bij ontwikkelingsniveau
C. Niet passend bij de culturele gewoonten
D. Indien in de context van een andere psychische stoornis of medische conditie, voldoende ernstig om apart aandacht te behoeven
Ruminatiestoornis
A. Herhaalde regurgitatie van voedsel > 1 maand. Wordt herkauwd, opnieuw ingeslikt of uitgespuugd
B. Geassocieerde gastro-intestinale of andere medische conditie is niet voldoende verklarend
C. Niet exclusief tijdens AN, BN, BED of ARFID
D. Indien in de context van een andere psychische stoornis of medische conditie, voldoende ernstig om apart aandacht te behoeven
Het uitspugen is niet gecontroleerd
ARFID: Avoidant/Restrictive Food Intake Disorder
A. Eet of voedingsstoornis (zoals een duidelijk gebrek aan interesse in eten of voedsel; vermijden van voedsel vanwege sensorische kenmerken ervan; of zorgen over de aversieve gevolgen van eten) die blijkt uit een persisterende niet voorzien in eigen levensbehoefte met 1 of meer van de volgende kenmerken:
1) Significant gewichtsverlies (of niet groeien bij kinderen);
2) Significant voedingstekort;
3) Afhankelijkheid van enterale sondevoeding of voedingssupplementen;
4) Opvallende interferentie met psychosociaal functioneren
B. Geen evidentie voor gebrek aan voeding of cultuurgebonden gewoonte
C. De eetstoornis komt niet uitsluiten voor ttv An, BN en er is geen aanwijzing voor een verstoord lichaamsbeeld
D. Indien de eetstoornis optreedt in de context van een medische conditie of andere mentale stoornis, is hij ernstig genoeg om apart aandacht aan te behoeven
Anorexia Nervosa
A. Beperking van de energie-inname leidt tot een significant laag lichaamsgewicht. Aanzienlijk laag gewicht is gedefinieerd als een gewicht dat lager is dan minimaal normaal of, voor kinderen en adolescenten, minder dan dat minimaal verwacht voor leeftijd en lengte
B. Intense angst om aan te komen of dik te worden of aanhoudend gedrag om gewichtstoename te vermijden, zelfs bij een significant laag gewicht
C. Stoornis in de manier waarop men het lichaamsgewicht of lichaamsvorm ervaart, onevenredige invloed van het lichaamsgewicht of lichaamsvorm op zelfwaardering, of aanhoudend gebrek aan erkenning van de ernst van het huidige lage lichaamsgewicht
Restrictieve type =
geen eetbuien of purgeergedrag in de afgelopen 3 maanden
Purgerende type =
eetbuien of purgeergedrag
Purgeren
het opwekken van braken door het toedienen van purgeermiddel of laxeren
Ernstmaat BMI index
- licht - 17 =< 18.5
- matig - 16 =< 17
- ernstig - 15 =< 16
- extreem < 15
Prevalentie Anorexia
0.3-0.4% onder vrouwen tussen 15-30 jaar
90-95% is vrouw
indicatie: 370 per 100.000
ongeveer 45% herstelt volledig, 30% verbetert deels en 25% herstelt niet
ongeveer 5% overlijdt
meisjes ontwikkelen steeds jonger eetstoornis
Comorbiditeit Anorexia
- Stemmingsstoornissen 25%
- Angststoornissen 24%
- Obsessieve compulsieve stoornis 12%
- Persoonlijkheidsstoornis 12%
- Middelenmisbruik 15%
Boulimia Nervosa (‘‘falende anorexia’’)
A. Recidiverende vreetbuiten (groot, controleverlies: je wil niet meer maar je moét doorgaan en je hebt geen controle meer over je gedrag)
B. Inadequaat compensatoir gedrag (braken, laxantia)
C. Vreetbuiten/compensatiegedrag 1 p/w 3mnd
D. Zelfevaluatie onevenredig beïnvloed door lichaamsvorm en gewicht
ook soms ter compensatie veel sporten om calorieën te verliezen
aantal keer braken per dag bepaalt hoe slecht je vorm is
dimensie: frequentie purgeer gedrag
Prevalentie Boulimia Nervosa
- Prevalentie: 1,5% bij vrouwen tussen 15-30 jaar
- 90-95% is vrouw
- Incidentie: 15000 (per 100.000)
- Van de mensen met boulimia heeft na ruim een jaar 30% nog steeds boulimia, 35% heeft een andere eetstoornis en 35% heeft geen eetstoornis meer
Comorbiditeit Boulimia
- Stemmingsstoornissen 22,5%
- Angststoornissen 16%
- Persoonlijkheidsstoornissen 15%
- Middelenmisbruik 7%
Eetbuienstoornis (Binge Eating Disorder - BED)
A. Recidiverende vreetbuiten (groot, controleverlies)
B. 3 van de volgende:
1. Eten sneller dan normaal
2. Eten tot oncomfortabel vol
3. Grote hoeveelheden zonder hongergevoel
4. Alleen eten uit schaamte voor hoeveelheid eten
5. Gevoel van walging of schuld
C. Duidelijk lijden door eetbuien
D. Eetbuiten 1 keer per week 3 maanden lang
E. Geen AN, BN, ARFID
Dimensie: Frequentie eetbuiten
Prevalentie BED
- Prevalentie: geschat (want vrij nieuw) 1-2% (volwassenen)
- Geschat wordt dat ongeveer 160.000 mensen in Nederland lijden aan BED
- De verdeling tussen mannen en vrouwen wordt geschat op 2 staat tot 3
- Westerse ziekte? Want er moet dus wel eten in overvloed zijn