College 2 Zindelijkheidsstoornissen Enuresis en Encopresis aant + boek Flashcards
Succes zindelijkheidsstoornissen afhankelijk van
de juiste intensiteit (niet te streng of vrijblijvend) en het juiste tijdstip (niet te vroeg, niet te laat)
In de ontwikkeling van de blaasbeheersing worden drie fasen onderscheiden:
- reflexfase
- bewustwordingsfase
- beheersingsfase
- Reflexfase
ongeveer tot de 18 maanden, de blaas leegt zich automatisch bij een bepaalde vullingsgraad
- Bewustwordingsfase
het kind leert het aandranggevoel in verbrand te brengen met het plassen, en merkt het als het nat is
- Beheersingsfase (2-3 jaar)
- perifere fase: het kind leert om gedurende korte tijd de plas op te houden door bewust zijn bekkenbodemspieren aan te spannen
- centrale beheersing: het kind is in staat zelf te bepalen waar en wanneer het wil plassen
Meest voorkomende volgorde zindelijk worden
’s nachts zindelijk voor ontlasting;
gehele dag zindelijk voor ontlasting;
overdag droog blijven;
‘s nachts droog blijven
3 varianten enuresis
- enuresis noctruna/ bedplassen (alleen ‘s nachts in bed geplast)
- enuresis diurna/ broekplassen (alleen overdag onzindelijk)
- beide vormen
Antidiuretisch hormoon (ADH) =
bij sommige kinderen ligt de oorzaak van het bedplassen mede in het onvoldoende aanmaken van ADH. De productie van dit hormoon is in de nacht hoger dan overdag en zorgt ervoor dat er minder urine wordt aangemaakt
Primaire enuresis
sinds de geboorte niet zindelijk voor urine en ouder zijn dan 5 jaar. Rijpingsstoornis
onzindelijkheid wordt niet veroorzaakt door psychologische klachten, maar spelen een rol in het ontstaan én het in stand houden van de klachten
Secundaire enuresis
al een tijdje (ruime periode van 6 maanden) zindelijk zijn geweest maar weer terugvallen
meer aandacht voor psychologische factoren nodig: terugval terwijl de basisvoorwaarden er zijn (geweest)
Retentieve encopresis
- vorm van broekpoepen
- kind houdt ontlasting op waardoor er obstipatie ontstaat
Vermijdingsleren
kind vermijdt poepen omdat het zo pijnlijk is. Kan optreden bij retentieve encopresis
Niet-retentieve encopresis
volledige controle hebben over de sluitspier van de endeldarm en hun ontlasting is gewoon, maar zij deponeren die (soms doelbewust) op verkeerde plekken zoals in hun broek/kast
Er zijn altijd meerdere oorzaken voor zindelijkheidsstoornissen, ze zijn
multicausaal
Risicofactoren bij enuresis - op het niveau van het kind
- algemene ontwikkelingsachterstand/ vertraagde rijping
- lichamelijke oorzaken, zoals een geringe blaascapaciteit of antidiuretisch syndroom
- ziektes, waaronder urineweginfecties
- erfelijke belasting van het kind
- het meemaken van traumatische ervaringen
- bepaalde psychische stoornissen
Risicofactoren op het niveau van de omgeving
- armoede en/of wonen in een achterstandswijk
- opgroeien in een residentiele instelling
- geen of klein ondersteunend netwerk
- te strengen of te toegeeflijke culturele normen met betrekking tot zindelijkheidstraining
Risicofactoren bij encopresis
(zelfde als enuresis maar met:)
- niveau van het kind: eetproblemen, verkeerde eet en of leefgewoontes
- ouders/gezin: seksueel misbruik
- omgeving: seksueel misbruik, schoolsituatie
Beschermingsfactoren:
- niveau van het kind: makkelijk temperament, grote mate van zelfvertrouwen
- ouders/gezin: veilig gehechtheid, ouders die het zindelijkheidsprobleem erkennen en weten te hanteren, ouders met een goede relatie en veel zelfvertouwen
- omgeving: steun van onderwijzers, hulpverleners, familieleden en vrienden
Adviezen aan opvoeders:
- blijf ontspannen en rustig
- zindelijk worden is een prestatie
- een leerproces volstrekt zich met vallen en opstaan
- luiers omdoen werkt contraproductief: kind krijgt dan onvoldoende stimulans om zindelijk te blijven
- toiletafspraken maken
- kritisch kijken naar eet en bewegingspatronen
- beloningssystemen
- training van blaasspier
Bij een gecompliceerde zindelijkheidsstoornis zijn er voorafgaand aan de hulpverlening drie zaken van belang:
1) medische/lichamelijke oorzaak moet worden uitgesloten
2) moet een diagnose worden gesteld
3) moet een nullijn (baseline) worden gemaakt
3 bekende vormen van therapie
- plaswekker
- droogbedtraining
- medicijnen
zindelijk worden is een bio-behavioral proces
leerprocessen op de juiste manier moeten worden afgestemd op de neurologische en lichamelijke rijping van een kind