College 4 Conduct Problems aant + boek Flashcards
Psychopathy checklist revised
- Welbespraaktheid en oppervlakkige charme
- Overdreven gevoel van eigenwaarde (egocentrisme)
- Prikkelhongerig, neiging tot verveling
- Pathologisch liegen
- Sluw en manipulatief
- Gebrek aan berouw of schuldgevoel
- Oppervlakkig affect (oppervlakkige emotionele ontvankelijkheid)
- Ongevoelig en ontbrekende empathie
- Parasitaire levensstijl
- Zwakke controle van het gedrag
- Willekeurig seksueel gedrag
- Gedragsproblemen in vroege jeugd
- Ontbrekende realistische doelen op lange termijn
- Impulsief
- Onverantwoord gedrag
- Niet in staat zijn om verantwoordelijkheden voor eigen daden te nemen
- Huwelijken. Samenleven van korte duur
- Jeugddelinquentie
- Schending van voorwaardelijke invrijheidsstelling
- Crimineel veelzijdig
- Score 0=nee, 1 =iets, 2 = zeker van toepassing
- 5 of lager = geen crimineel
- 22 = niet psychopathisch crimineel
- 30= psychopathie
- 40 = prototype psychopaat
Prevalentie psychopathie
Algemene bevolking: 0,03 - 2%
Delinquenten: 7 - 70 %
The influence of psychopathic traits on response to treatment (Thornton and Blud, 2007)
- Fictief verslag over eigen functioneren en geschiedenis
- Geen oprechte intenties en schijnoplossingen
- Verstoring van groepsprocessen ten einde de groep domineren
- Behandeling wordt gebruikt om te manipuleren
- Geen reden voor behandeling door eigen grootheidsgedachte
- Gebrek aan empathie, waardoor niet wordt gekeken naar het effect van het eigen handelen
- Geen binding aan regels en afspraken
Behandeling psychopathie bij jeugdigen
- 8 reviews
- Positieve effecten op psychopathie, met name wanneer behandeling in de kindertijd of adolescentie start
- Cognitieve gedragstherapie, gezinsbehandeling, multimodale interventies, empathische emotieherkenningstraining, mental model interventions voor positieve emoties
- Maar weinig robuuste studies aanwezig zoals RCT
DSM 5: Intermittent Explosive Disorder
= terugkerende uitbarstingen van ongecontroleerde agressieve impulsen
o Verbale of fysieke agressie 2x per week, gedurende 3 maanden, zonder schade aan objecten of personen
o Drie uitbarstingen met schade aan objecten of andere personen gedurende een periode van 12 maanden
kan samengaan met andere stoornissen
Oppositional Defiant Disorder DSM IV-V (oppositioneel-opstandige gedragsstoornis)
= Een patroon van negatief, opstandig/ uitdagend, ongehoorzaam en vijandig gedrag
- min 6 maanden
- 4 keer
- onset age voor 8 jaar en meestal niet later dan de vroege adolescentie
ODD volgens DSM5
o Mild: symptomen in 1 situatie
o Matig: symptomen in 2 situaties
o Ernstig: sommige symptomen in 3 of meer situaties
Bv school, thuis, met leeftijdsgenoten
Kenmerken volgens DSM 5
- Is vaak driftig
- Maakt ruzie met volwassenen
- Is vaak opstandig of weigert zich te voeg naar verzoeken of regels van volwassenen
- Ergert vaak met opzet aan anderen
- Geeft anderen vaak de schuld van eigen fouten of wangedrag
- Is vaak prikkelbaar en ergert zich gemakkelijk aan anderen
- Is vaak boos en gepikeerd
- Is vaak hatelijk en wraakzuchtig
Condcut Disorder volgens DSM 5
= Een zich herhalend en persistent gedragspatroon waarbij de grondrechten van anderen of belangrijke bij de leeftijd horende sociale normen en regels worden overtreden
- gedurende de laatste 12 maanden
- 3 keer
- child onset: voor 10 jaar
- adolescent onset; vanaf 10 jaar
Conduct disorder eisen
- Gebrekkige prosociale emoties: 2 van deze karakteristieken (V):
o Geen schuld/berouw
o Hard/zonder empathie
o Onbezorgd over eigen prestaties
o Oppervlakkige emoties
Kenmerken CD
- Pest, bedreigt, intimideert
- Begint vechtpartijen
- Wapengebruik
- Mensen mishandeld
- Dieren mishandeld
- Beroving
- Heeft iemand tot seksuele contact gedwongen
- Opzettelijke brandstichting
- Opzettelijke vernieling
- Inbraak
- Liegen en doelbewust misleiden
- Diefstal
- Komt in de avond later thuis dan toegestaan
- Is ten minste tweemaal van huis weggelopen en in de nacht weggebleven (of eenmaal gedurende een langere periode)
- Spijbelt vaak
Prevalentie ODD en CD
ODD norm: 3,3%
CD norm: 3,2%
ADHD norm: 7,2%
Early CD bij jongens heeft verhoogde risico’s tot op de leeftijd van
32 jaar, bv de kans op zelfmoord 25% hoger
Risicofactoren CD (algemeen)
- Dispositionele risicofactoren
o Lage hartslag - Neurocognitieve tekortkomingen
o Executieve functies - Sociale informatie verwerkingsproblemen
o Vijandige vertekening - Moeilijk temperament
o Problematische emotieregulatie - Persoonlijkheidsstoornissen
o Impulsiviteit - Prenatale risico’s
o Toxische stoffen, stress - Inadequate verzorging
- Opvoedingsproblemen
o Ineffectieve discipline (controle) en tekort aan steun - Problemen met leeftijdsgenoten
o Omgang met antisociale leeftijdsgenoten - Problemen in de wijk
o Onveilige buurt
CD met beperkte sociale emoties (CU traits)
- Geen schuld en spijt
- Hard en gevoelloos (zonder empathie)
- Onbezorgd over prestaties
- Oppervlakkig effect
- 25-30 procent of the childhood onset group
- Genetische risico’s
- Meer gevoelig voor beloning dan straf
- Weinig angst
- Vooral gebrek aan warmte en ondersteuning van ouders is gerelateerd aan gedragsproblemen in plaats van autoritair en inconsistent opvoeden
- Gehechtheidsproblemen (medium effect)
o Meta-analyse Van der Zouwen, Hoeve, Hendriks, Asscher & Stams (2018)