College 7 - Obsessief – compulsieve stoornis Flashcards
Obsessief - compulsieve stoornis (OCS/OCD)
- je hebt dwanggedachten (obsessies)
- je hebt dwanghandelingen (compulsies)
Je hebt dwanggedachten
- terugkerende, nare, beangstigende ideeën/beelden/impulsen
- die angst of onrust oproepen,
- waaraan je je moeilijk kan onttrekken
je hebt dwanghandelingen
- zich herhalende handelingen
- vaak met als doel angst of onrust weg te nemen
Egosyntoon versus egodystoon
ervaar je iets alsof het van jou is of bij je hoort, of is het iets wat niet van jou komt maar het is wel in je hoofd
Ocs leidt vaak tot…
vermijding, om dwanggedachten en handelingen te voorkomen
Wanneer heb je het?
> 1 uur per dag aanzienlijk leed en interferentie met dagelijks leven
- geen gevolg van medicatie, drugs of lichamelijk ziekte
Dimensies
1) smetvrees
2) agressie en verantwoordelijkheid
3) religieuze en seksuele obsessies
4) symmetrie, ordening, herhalen, tellen
Voorbeelden van dwanggedachten
(gevaren, ziektes, viezigheid, symmetrie, religie, de dood, agressie)
- ‘’deze dingen maken me ziek’’
- ‘’er zal een ramp gebeuren’’
- ‘’anderen worden vies als ik naar ze kijk’’
- ‘’ik word dom als ik naar een geestelijk gehandicapte kijk’’
- ‘’als ik aan Hitler denk, verandert mijn persoonlijkheid’’
Voorbeelden van intrusies
Intrusies: gedachten/beelden over akelige, gekke of gênante dingen
- ‘’ik wil mijn moeder vermoorden’’
- ‘’als ik die man een zetje geef, ligt hij zo op het spoor als de trein eraan komt’’
- Het stuur zomaar omgooien in de auto, terwijl je op de snelweg rijdt
Thought action fusion (TAF) =
dat ik dit denk is het net zo erg als het doen of maakt de kans groter dat ik het doe
Thought event fusion (TEF) =
dat ik dit denk maakt de kans groter dat het gebeurt
Thought object fusion (TOF) =
dat ik dit denk, verandert dingen of gebeurtenissen
OCS en verwante stoornissen
- Morfodysfore stoornis (Body Dysmorphic Disorder; BDD)
- Verzamelstoornis (Hoarding disorder)
- Haaruittrekstoornis (Trichotillomanie)
- Huidpulkstoornis (Exoriatiestoornis)
- OCS door middel/medicatie/somatische aandoening
- Andere gespecificeerde OCS of verwante stoornis
- Ongespecificeerde OCS of verwante stoornis
Diagnostiek - instrumenten
- Screening
o OCD schaal van Child Behavior Checklist (CBCL)/ Youth Self-report (YSR)
o Short OCD Screener - Verdiepende diagnostiek
o Children’s Yale-Brown Obsessive Compulsive Scale (CY-BOCS)
o Klinisch interview (SCID-5 Junior of K-SADS)
Diagnostiek - differentiële diagnostiek
- tics
- depressie
- autisme
- eetstoornis
- schizofrenie
Tics/ syndroom van Gilles de la Tourette
Verschil dwang en tics:
- intentie van gedrag
- dwanghandeling heeft als doel angst reduceren, te zien als noodzakelijk kwaad om angst te bestrijden
- tics verminderen urge/sensatie
genetisch verwantschap verondersteld tussen dwang en tics
Depressie
- depressie vaak secundair aan dwang
- gedachten bij depressie: schuld, mislukken, waardeloos voelen, egosyntoon, niet neutraliseren
Autisme
Verschil dwang en rituelen/stereotypen
- rituelen zijn egosyntoon
- geen angst als aanleidingen, meer controle hebben over je wereld
OCS kan comorbide zijn aan autisme
Eetstoornis
- dwangmatige gedachten of rituelen egosyntoon
- beperkt tot eten of lichaamsomvang
Geen OCS bij alleen eten als thema
Schizofrenie
- dwangrituelen vreemd/bizar, bijzondere gevolgtrekkingen, maar ook weinig egodystoon
- realiteitstoetsing, denkstoornissen (inhoudelijk of formeel)
- iemand met een psychose denkt dat het écht waar is
Prevalentie
2-3% alle leeftijden
0.5-2% kinderen en jongeren
start in jeugd bij 30-70% vd volwassenen
gemiddelde aanvangsleeftijd dwang ong 10 jaar
iets meer vrouwen dan mannen, maar iets meer jongens dan meisjes
age of onset bij jongens vroeger
Comorbiditeit
80-90% heeft ook een andere psychische stoornis
-50-60% angststoornis
-tot 60% tics
-25-60% depressie
-25% adhd
-5-10% ass
-10% eetstoornis
Etiologie
40% genetische factoren en 51% door niet-gedeelde omgevingsfactoren
- Brein
o Meer activiteit in neurale netwerken voor affectieve en gewoontevormingsprocessen
o Minder activiteit in neurale netwerken voor cognitieve controle - Omgeving
o Geen bewijs voor ouders, gezinsproblemen, trauma’s
o Wel aanleidingen: toegenomen verantwoordelijkheid, informatie over gevaren (asbest, vogelgriep), puberteit
2 psychologische verklaringsmodellen
- 2 fase model
- cognitief model
2 fase model
Klassieke conditionering: angst ontstaat na gebeurtenis, koppeling van prikkels aan angst geen bewijs
Operante conditionering: angst/ dwang blijft in stand door bekrachtiging (dat dwanghandeling helpt) > wel bewijs
Maar waarom steeds meer dwanghandelingen nodig? En hoe ontstaat het?
Cognitief model
- Betekenisgeving/interpretatie van normale intrusies > cognitieve therapie
- Herhalen van handelingen, geeft meer onzekerheid > exposure met responspreventie
Oude associatie onderdrukken door leren van nieuwe verwachting
Behandeling
- Cognitieve gedragstherapie
o Gedrag > exposure met responspreventie
o Gedachten > cognitieve therapie - Ouderbegeleiding
- Medicatie
protocol bedwing je dwang
Behandeling van de jeugdige
- Uitleg (psycho-educatie): geen ‘’gekte’’, schema van dwang
- Rationale van de behandeling
- Inventarisatie klachten
- Huiswerkopdrachten of oefeningen
- Aandacht voor hoe kind over dwang en aanleiding denkt
- Begrip van het waarom van behandeling!
- Jonge kinderen: uitdagen door middel van spelletjes
Behandeling met betrekking tot de ouders
- Zijn altijd betrokken bij dwangproblematiek
o Geen oorzaak, maar hebben invloed op blijven ontstaan
o Gezinsproblemen als gevolg van dwang - Uitleg (psycho-educatie) over OCS en rol van andere gezinsleden
- Gevolgen van dwang
- Betrokkenheid bij behandeling: hulp bij exposure
SPACE: supportive parenting for anxious child emotions
Behandeling: CGT
gedrag >
exposure met responspreventie
- Geleidelijk afbouwen van dwanghandelingen/rituelen
- Grote kans op vermijding, maar juist wel exposure
Gedachten >
cognities veranderen
- Helpende gedachten
- Obsessie nuanceren (hoe vaak is er een ongeluk op het kruispunt, en hoe groot is de kans dat het door een tak komt, en hoe groot is de kans dat hij dan dood gaat, en welke invloed heb ik dan?)
- Interpretatie/betekenisgeving uitdagen
exposure met responspreventie:
- Precieze omschrijving van alle dwanghandelingen
- Gradaties in ernst, hiërarchie in handelingen duidelijk hebbe
o Controleren deur is belangrijker dan raam
o Bus is viezer dan trein - Stap voor stap staken
Parallel bezig zijn met hanteren van de angst/spanning die exposure geeft - Aandacht weg van gedachten verschuiven
- Ontspanningsoefeningen
technieken voor jeugdigen die overtuigd zijn van hun gelijk:
- Tegenargumenten bedenken/noteren
- Anderen vragen hoe die er tegenaan kijken
- Geloofwaardigheid van eigen en alternatieve gedachten
Technieken voor jeugdigen die bereid zijn gedachten kritisch te bekijken:
- Voor en tegen: argumenten waarom dwang wel of niet nodig is
- Onderzoek: verzamelen van informatie
- Risicoprofiel: kansberekening (kans per stap)
- Nuanceren: smoezelig vs vies
Technieken wanneer gedachten hardnekkig blijven bestaan:
- Anders omgaan met gedachten: afstand nemen, gedachten externaliseren
- Beelden veranderen: exposure aan beelden en vervangen door prettige beelden (+ betekenis)
- Nuttige straf: registratie van dwanggedachten of voor elke dwanghandeling geld sparen
Technieken bij dwanggedachten en angsten voor gebeurtenissen die niet zo erg zijn:
- Stel dat? Hoe groot is de kans? Hoe erg is dat dan? Wat kan ik dan doen?
- Gedragsexperiment: wat gebeurt erbij niet uitvoeren van ritueel of verminderen van ritueel?
Ocs=
de nggedachten (o