College 12 - Persoonlijkheidsstoornissen Flashcards
Definitie persoonlijkheidsstoornis:
Een duurzaam patroon van innerlijke ervaringen en gedragingen die duidelijk binnen de cultuur van betrokkende afwijken van de verwachtingen.
Dit patroon wordt zichtbaar op twee (of meer) van de volgende terreinen:
o Cognities
o Affecten
o Relationeel functioneren
o Impulsbeheersing
Het duurzame patroon…
…is start en uit zich op een breed terrein van persoonlijke en sociale situaties
…veroorzaakt in significante mate lijden/beperkingen in het sociaal en beroepsmatig functioneren of op andere belangrijke terreinen
…is stabiel en van lange duur en het begin kan worden teruggevoerd naar ten minste de adolescentie of de vroege volwassenheid
…is niet toe te schrijven aan een andere psychische stoornis
…is geen gevolg van een middel (zoals drugs) of aan somatische aandoening
Etiologie biopsychosociaal model
- Constitutionele dispositie
1. Temperament
2. Biologische markers - Condities tijdens kinderjaren
1. Opvoeding, verzorging van het kind
2. Afstemming van de verzorger op het kind
3. Pathologie of trauma’s bij ouders - Maatschappelijke context
1. Sociale ideologie
In de adolescentie diverse veranderingen:
lichamelijk, cognitief, emotioneel, sociaal, moreel
Ontwikkelingstaken:
- Relaties uitbouwen, autonomie verwerven
- Professionele richting voorbereiden, alleen kunnen zijn
- Seksueel lichaam integreren
Sprake van een gunstige ontwikkeling als:
- Adolescentie te vroeg begint
- Veranderingen en taken te snel opvolgen
- Gebrek aan veilige haven
- Ouders angstig worden en verstarren
- Veelheid aan negatieve life events (verliezen, scheiding e.a.)
Gevolgen
- Criminaliteit
- Middelen misbruik
- Hoge consumptie
- Suïcidepogingen
- Zelf beschadigend gedrag
- Agressie naar anderen
- Vertraagd herstel van andere As-I en medische condities
- Hospitalisatie
- Onderpresteren
- Breuken in de familie
- Kindermisbruik en mishandeling
- Dakloosheid, illegaliteit, armoede, soa’s
- Afhankelijkheid van uiterkering
- Levensduur bekort
Drie clusters persoonlijkheidsstoornissen
A. kwetsbaar, angstig, achterdochtig, psychotische episoden
B. emotieregulatie-problematiek, splitsen, anderen zijn hulp ego’s
C. angstig, vermijdend, perfectionistisch, ander is leidend
Cluster A
paranoïde, schizoïde en schizotypische persoonlijkheidsstoornis
Cluster B
antisociale, borderline, histrionische, narcistische persoonlijkheidsstoornis
Cluster C
vermijdende, afhankelijke, dwangmatige persoonlijkheidsstoornis
Schizoïde persoonlijkheidsstoornis
Classificatie kenmerken (DSM-V)
- Heeft noch behoefte, noch plezier in hechte relaties
- Kiest bijna altijd voor solitaire activiteiten
- Weinig belangstelling voor seks met een ander
- Weinig plezier aan activiteiten
- Geen hechte vriendschappen of vertrouwelingen
- Lijkt onverschillig voor lof of kritiek
- Toont emotionele kilheid, ongehechtheid of afvlakking
Beschrijvend schizoïde
Ik = de omgeving, differentiatie ontbreekt
Onderliggende desintergratie angst, angst voor ‘vrije val’
Rigide, ingeperkte en chaotische binnenwereld
Narcistische persoonlijkheidsstoornis
Classificatie kenmerken (DSM-V)
- Opgeblazen gevoel van eigen belangrijkheid
- Preoccupatie met fantasieën over grenzeloos succes, macht, genialiteit, etc.
- Gelooft bijzonder en uniek te zijn en alleen begrepen kan worden door emnsen/instellingen met status
- Heeft excessieve behoefte aan bewondering
- Heeft het gevoel bijzondere rechten te hebben
- Exploiteert anderen
- Gebrek aan empathie
- Vaak afgunstig/gelooft dat anderen afgunsting op hem zijn
- Toont zich arrogant of hooghartig in houding of gedrag
Beschrijvende narcisme
- Fragiele identiteit
- Kwetsbaar zelfgevoel
- Aflsuiting van intentionele gerichtheid op een ander
Borderline persoonlijkheidsstoornis (minstens 5 punten)
Classificatie kenmerken (DSM-V)
- Verwoede pogingen om feitelijke of vermeende verlating te voorkomen
- Patroon van instabiele en intense interpersoonlijke relaties
- Identiteitsstoornis
- Impulsiviteit (geld, seks, drugs, eetbuiten, roekeloos rijden)
- Recidiverende suïcidale gedragingen, gestes, dreigingen of automutilatie
- Affectieve instabiliteit
- Chronisch gevoel van leegte
- Inadequate, intense woede, moeite woede te beheersen
- Voorbijgaande stress-gerelateerde paranoïde ideeën of ernstige dissociatieve symptomen
Beschrijvend borderline
- Geïnhibeerde agressieregulatie (angstige/dwingende bovenbouw); voelen is gevaarlijk!
- Weinig innerlijke speelruimte
- De ander wordt ervaren als kritisch en oordelend (projectie)
Hoe classificeren en diagnosticeren we dit soort problematiek? Door…
- Ontwikkelingsanamnese (temperament, mijlpalen, traumatische gebeurtenissen e.a.)
- Gebruik meerdere informanten
- Gebruik (semi-)gestructureerd interview
- Persoonlijkheidsonderzoek (patronen, afweermechanismen, objectrelaties e.a.)
Psychodynamische formulering
Samenhang tussen:
1) Persoonlijkheidspathologie
2) Ontwikkelingsgeschiedenis
3) Ontwikkelingsfase
4) Interactie met de omgeving
5) Behandeldoelen en valkuilen
6) Indicatiestelling
Definitie gehechtheid
- Dient de voorziening van emotionele veiligheid en bescherming tegen stress
- Dient overleving van individu en de soort
- Is een biologisch systeem, zoals voortplantingen, spel en exploratie, voedsel zoeken
- Blijft hele leven actief in de vorm van representaties oftewel impliciete herinneringssporen: hoe te zijn met de ander
Een adequate spiegeling door een hechtingsfiguur in de baby en de kindertijd is van grootbelang om
een stevig zelf te verwerven
de spiegeling dient zodanig aangeboden te worden dat de hechtingsfiguur duidelijk maakt het gevoel van de baby te herkennen en dit op te kunnen vangen (containen)
Mentaliseren verwijst naar
de focus op mentale toestanden in de persoon zelf of in anderen, in het bijzonder met betrekking tot het verklaren van gedrag
Mentale toestanden bepalen grotendeels ons gedrag:
overtuigingen, wensen, gevoelens en gedachten (bewust of onbewust) bepalen wat we doen
Mentaliseren heeft met verbeeldingskracht te maken, omdat
we ons moeten kunnen voorstellen wat een ander zou kunnen denken of voelen in een bepaalde situatie
Verbeeldingskracht is ook nodig om onze eigen binnenwereld te snappen
onze motivaties, emotioneel geladen kwesties of irrationele handelingen
Gehechtheidstijl en kinderen
type A: vermijdend-gereserveerd
type B: veilig gehecht
type C: afwerend-ambivalent
type D: gedesorganiseerd
type A: vermijdend-gereserveerd
kind reageert niet op vertrek en terugkomst van moeder
type B: veilig gehecht
kind zoekt naar moeder, huilt, laat zich door haar troosten als ze er weer is
type C: afwerend-ambivalent
ontroostbaar bij vertrek, klampt zich vast, maar blijft ontroostbaar bij terugkomst van moeder
type D: gedesorganiseerd
verward, kruipt wel op moeder af, maar wendt zich af, schommelt, gevangen in toenadering en vermijding
Diagnostiek borderline trekken
kinderen
multipele symptomen
obsessies
fobie
compulsies
hysterie
labiliteit op verschillende niveaus
kunnen niet anticiperen, gebrek aan plezier, spel wordt niet gebruikt voor plezier
Diagnostiek borderline trekken
adolescenten
varia aan symptomen maar veel heftiger
identiteitsdiffusie
kunnen geen echt voldoening of plezier beleven
diagnostiek borderline trekken
zelfbeeld
geen verwachting van gratificatie, omdat objectconstantie niet bereikt is
wantrouwen, angst voor desintegratie
fusiewens, fusieangst
pogingen tot autonomie en stabiliteit onbereikbaar
Persoonlijkheidsstoornissen bij adolescenten prevalentie
10-15% in de normale populatie
hoge ziektelast: suïcidepogingen, schooluitval, middelmisbruik
behandeling PS
- dialectische gedragstherapie
- schemagerichte therapie
- transference focused psychotherapy
- psychodynamische psychotherapie
- mentalisation based treatment
- cognitieve analytische therapie
- plus vaktherapie
leren dat het veilig is om te voelen en te denken
Behandeldoelen
- betrokkenheid bij de behandeling
- verminderen destructief gedrag
- verminderen psychiatrische klachten en problemen
- verbeteren persoonlijke relaties en zelfbeeld
- ontwikkelstaken