Artikel Van de Vijver (2007) Flashcards
1
Q
Wat is acculturatie?
A
De processen die zich afspelen bij langdurig cultuurcontact. Deze contacten kunnen leiden tot veranderingen bij één of meer groepen, zoals veranderingen in eetpatronen, godsdienst en taalgebruik.
2
Q
Wat zijn de 3 componenten van psychologische acculturatie?
A
- Achtergrondvariabelen: hebben te maken met eigenschappen v.d. cultuur van het land van herkomst (bijv. godsdienst), eigenschappen van de allochtone groep (bijv. sociale cohesie) en persoonlijke eigenschappen v.d. allochtoon (bijv. intelligentie en persoonlijkheid)
Naarmate de cultuur van het herkomstland minder verschilt v.d. Nederlandse cultuur, de etnische gemeenschap meer te bieden heeft aan haar leden (bijv. verenigingen) en de kinderen intelligenter, extraverter en minder neurotisch zijn, vinden zij het gemakkelijker om zich aan te passen
- Acculturatie-oriëntaties: veel gebruikt model van Berry, maakt onderscheid tussen twee dimensies: 1) vindt de allochtoon het van belang goede relaties te handhaven met de etnische cultuur?, 2) vindt de allochtoon het van belang goede relaties op te bouwen met de cultuur van het immigratieland?
- Acculturatie-uitkomsten: werkt vaak met onderscheid tussen psychologische en socioculturele aanpassing (Ward & Kennedy, 1994):
- Psychologische uitkomsten: hebben te maken met hoe de immigrant zich voelt in het acculturatieproces; geluk, depressie en geestelijke gezondheid worden vaak gemeten
- Socioculturele aanpassing: betreft de vraag hoe goed de allochtoon zijn/haar weg weet te vinden in de nieuwe samenleving (bijv. werksucces, schoolrapport).
3
Q
Wat zijn de 4 mogelijke acculturatie-oriëntaties?
A
- Integratie: cultuurbehoud en aanpassing – komt het meeste voor onder kinderen
- Separatie: wel cultuurbehoud, geen aanpassing
- Assimilatie: geen cultuurbehoud, wel aanpassing
- Marginalisatie: geen cultuurbehoud en geen aanpassing