Artikel Landerl et al. (2009) Flashcards

1
Q

Wat is de onderzoeksvraag?

A

Welke beperkingen zijn er bij dyslexie en dyscalculie en verschillen deze van elkaar?
Zijn de beperkingen domein-specifiek of algemeen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke beperkingen worden er verwacht?

A

Dyslexie: fonologisch bewustzijn.
Dyscalculie: deficit number module (hoeveelheidsmodule).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke groepen werden onderzocht?

A
  1. Controle groep.
  2. Dyslectici.
  3. Kinderen met dyscalculie
  4. Kinderen met dyslexie en dyscalculie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke taken werden afgenomen?

A
  1. Typische dyslexie taken die te maken hebben met fonologisch bewustzijn, RAN.
  2. Typische dyscalculie taken die te maken hebben met vergelijken, getallenlijn.
  3. Korte termijn en werkgeheugen taken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is common deficit?

A

Dyscalculie wordt veroorzaakt door de fonologisch-verbale beperkingen die ook onderliggend zijn aan dyslexie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is domein-specifieke cognitieve beperking?

A

De twee leerstoornissen hebben twee aparte cognitieve profielen. Een fonologische beperking is onderliggend aan dyslexie en een beperking in de cognitieve representatie van getallen is onderliggend aan dyscalculie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de conclusie?

A

De beperking zijn domein-specifiek. Dyslectici hebben problemen op fonologische taken en kids met dyscalculie hebben problemen met de hoeveelheidsmodule, en NIET vice versa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly