Artikel Eppink, Bok, & Taris (2001). Flashcards
Waar gaat het ‘artikel’ over?
Wat allochtone kinderen belemmert om goed sociaal vaardig te zijn in hun 2e milieu, en hoe je ervoor kan zorgen dat dit beter verloopt.
Wat zijn de 5 potentiële probleemvelden rond de opvoeding van migrantiekinderen?
- Non-verbale communicatie/gedrag in alledaagse situaties:
- Migranten hebben meestal een klein sociaal netwerk. Misverstanden kunnen ontstaan doordat men elkaars non-verbale codes niet goed begrijpt. - Communicatiestijl:
- Thuis: impliciete communicatiestijl
- School: expliciete communicatiestijl wordt vereist. - Groepsgerichtheid vs. persoonsgerichtheid:
- Thuis: nadruk sterk op de groep en de rol v.h. kind daarin (collectivistisch)
- Thuis: kind wordt gezien als individu (individualistisch) - Conflicterende normen en waarden:
- Thuis: groepsgerichte waarden (loyaliteit, eerbied, gehoorzaamheid t.a.v. de (eigen) groep).
- School: individueel gerichte waarden (persoonlijk succes, ontplooiing, eerlijkheid en oprechtheid) - Mate van structurering van de omgeving:
- Thuis: sterke structuur.
- School: omgeving erg veranderbaar.
Wat is het doel van de Socialevaardigheidtraining?
Vergroten van de zelfredzaamheid door nieuw rolgedrag aan te leren en het ‘sociale repertoire’ uit te breiden.
Waarbij aansluiting wordt gevonden met situaties die het kind lastig vind.
Wat zijn communicatiecodes?
Hoe een persoon zijn (onbewuste) visie op de werkelijkheid in taal uitdrukt.
Wat zijn de 2 rolgerichte codes?
- Individu-gerichte codes: de zender spreekt als persoon tot persoon en brengen vooral gevoelens over.
- Groepsgerichte codes: de zender refereert aan de groep waartoe hij of de ontvanger behoort en is gericht op de groepscohesie versterken.
Wanneer ontstaan er problemen met de sociale vaardigheid?
Wanneer migranten:
- te weinig sociale situaties kennen.
- onvoldoende codes kennen.
- codes hanteren die niet juist zijn.
Wat is sociale vaardigheid?
Het kunnen hanteren van de codes die gebruikelijk zijn in het sociale verkeer.