Anesthesiologie: Lokale en regionale anesthesie Flashcards

1
Q

Wat is de werking van lokale anesthetica?

A

Fysieke blokkade van Na kanaal => prikkeloverdracht hv axon wordt stop gezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In welke volgorde gaan zenuwen ongevoelig gemaakt worden door lokale anesthetica?

A

eerst de dunne sensiebele zenuwen zonder myelineschede (dus eerst valt het gevoel weg)

daarna de dikke motorische zenuwen met uitgebreide myelineschede (pas bij hogere dosering valt motoriek weg)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 2 soorten lokale anesthetica zijn er? Geef van elke klasse een voorbeeld.

A
  • esters –> procaïne

- amides –> lidocaïne/xylocaine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De werkingsduur van lokale anesthetica is afhankelijk van:

A
  • vetoplosbaarheid
  • eiwitbinding
  • vaso activiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is juist? Hoe hoger/lager de vetoplosbaarheid van een lokaal anestheticum, hoe krachtiger/zwakker het product.

A

Hogere vetoplosbaarheid = krachtiger product

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is juist? Hoe meer/minder eiwitbinding, hoe langer/korter de werkingsduur van het lokaal anestheticum.

A

Hoe meer eiwitbinding, hoe langer de werkingsduur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is juist? Een lokaal anestheticum dat vasoconstrictie/vasodilatatie veroorzaakt heeft een kortere/langere werkingsduur.

A

Vasodilatatie = kortere werkingsduur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke lokale anesthetica zijn kortwerkend?

A

procaïne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke lokale anesthetica zijn langwerkend?

A

bupivacaine

ropivacaine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke lokale anesthetica zijn middellang werkend?

A

lidocaïne/xylocaine

mepivacaine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Rangschik van snelle naar trage actie:

lidocaïne - procaïne - bupivacaine - mepivacaine - ropivacaine

A

Snel: lidocaïne & mepivacaine (middellangwerkend)

medium: bupivacaine & ropivacaine (langwerkend)
traag: procaïne (kortwerkend)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

….. heeft een zure pH dus is er kans op irritatie.

a. bupivacaine
b. procaïne
c. lidocaïne
d. mepivacaine

A

PROCAINE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Rangschik deze lokale anesthetica van minst naar meest vasodilaterend effect:
procaïne, xylocaine, mepivacaine

A

xylocaine > procaïne > mepivacaine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welk lokaal anestheticum heeft het kleinste vasodilaterend effect?

A

mepivacaine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welk lokaal anestheticum wordt enkel bij voedselproducerende dieren gebruikt?

A

procaïne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welk lokaal anestheticum is minst irriterend voor geleidingsanesthesie?

A

mepivacaine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welk lokaal anestheticum is niet aangewezen voor een grote epidurale bij het rund?

A

mepivacaine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is juist? Mepivacaine….

a. heeft het sterkste vasodilaterend effect van alle lokale anesthetica
b. is meer toxisch dan xylocaine
c. is een langwerkend lokaal anestheticum
d. is niet aangewezen voor een grote epidurale bij rund

A

D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welk lokaal anestheticum is meest toxisch?

a. bupivacaine
b. ropivacaine
c. xylocaine
d. procaïne

A

A

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welk lokaal anestheticum wordt gebruikt voor chemische defibrillatie?

a. bupivacaine
b. ropivacaine
c. xylocaine
d. procaïne

A

C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke stoffen worden toegevoegd aan lokale anesthetica en waarom?

A

sympaticomimentica: adrenaline en noradrenaline
=> vasoconstrictie => vertraagde resorptie van de lokale anesthetica en dus langere werkingsduur en daling van de toxiciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn de nadelen van toevoeging van adrenaline aan lokale anesthetica?

A
  • gevaar voor vertraagde wondheling bij infiltratie anesthesie
  • bij injectie: gevaar voor necrose thv lichaamsuiteinden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Lokale anesthetica worden samen toegediend met adrenaline. Wat is fout?

a. bij injectie kan dat necrose thv lichaamsuiteinden veroorzaken
b. die adrenaline wordt toegevoegd zodat het lokaal anestheticum trager opgenomen wordt
c. kan je gebruiken voor IV regionale anesthesie
d. bij infiltratie anesthesie kans op vertraagde wondheling door de langdurige weefselhypoxie

A

C

NIET gebruiken voor IV regionale anesthesie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Toxiciteit van lokale anesthetica. Welke toxische reacties kunnen ontstaan?

A
  • toxische reactie op toegevoegde anesthetica
  • toxische reactie op toegevoegde catecholamines (zelden)
  • aseptische ontstekingsreactie
  • allergische reactie (zelden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Er ontstaat een toxische reactie door toegevoegde lokale anesthetica. Wat is de oorzaak?

A
  • absolute overdosering: vnl tgv overschatten van het gewicht bij kleine dieren
  • relatieve overdosering tgv versnelde resorptie, gestoorde afbraak of injectie in bloedrijk weefsel
26
Q

Er ontstaat een toxische reactie door toegevoegde lokale anesthetica. Wat behoort niet tot de symptomen?

a. methemoglobinemie
b. excitatie gevolgd door depressie
c. tachycardie
d. bradycardie

A

C

tachycardie NIET
want sympaticus wordt juist uitgeschakeld

27
Q

Er ontstaat een toxische reactie door toegevoegde lokale anesthetica. Wat zijn de voornaamste symptomen?

A
  • zenuwstelsel: eerst excitatie, later depressie
  • bradycardie
  • methemoglobinemie
28
Q

Er ontstaat een aseptische ontstekingsreactie na toediening van lokale anesthetica. Door welke lokale anesthetica wordt dit meestal veroorzaakt?

A

producten met lage pH

procaïne

29
Q

Er ontstaat een aseptische ontstekingsreactie na toediening van lokale anesthetica. Wanneer zie je dit het vaakst?

A

bij geleidingsanesthesie thv ledematen van paard

30
Q

Een van de aanwendingsvormen van lokale anesthetica is oppervlakte/contact anesthesie via de huid. De huid zal echter niet zomaar lokaal anestheticum absorberen. Wat zijn de voorwaarden?

A
  • concentratie moet hoog genoeg zijn

- lokaal anestheticum moet opgelost zijn met speciaal oplosmiddel

31
Q

Hoe kan je best ongevoelige huid bekomen?

A

ethylchloride spray => onttrekt warmte aan de huid => snelle afkoeling => oppervlakkige ongevoeligheid

32
Q

Een van de aanwendingsvormen van lokale anesthetica is oppervlakte/contact anesthesie via de mucosae. Dit gebruikt men oa ter preventie van laryngospasmen. Welk lokaal anestheticum wordt hiervoor aangewend?

A

xylocaine spray 10%

33
Q

Een van de aanwendingsvormen van lokale anesthetica is oppervlakte/contact anesthesie via de mucosae. Men gebruikt dit oa thv de ogen:
Wat is fout?
a. lokale anesthetica toedienen thv de ogen is toxisch bij herhaalde behandelingen tgv epithelisatie
b. xylocaine is het beste product om te gebruiken thv oog
c. xylocaine gebruik je best niet thv oog want het duurt lang vooraleer je effect hebt en eens het er is houdt het effect lang aan
d. collyria wordt gebruikt als medische oogspoeling

A

B

xylocaine NIET gebruiken want duurt lang vooraleer er effect is en effect houdt lang aan

34
Q

Wat doet men bij infiltratie anesthesie?

A

zenuwen ongevoelig maken op de plek van de ingreep door ROND de zenuw lokaal anestheticum te injecteren (niet er in)

35
Q

Wat is juist omtrent infiltratie anesthesie met lokale anesthetica.

a. als de dosis stijgt dan heb je sneller en langduriger anesthesie
b. hoge concentraties zijn aangewezen
c. je bekomt het beste resultaat als je in de zenuw injecteert
d. als de dosis stijgt dan duurt het langer vooraleer je effect ziet

A

A

36
Q

Infiltratie anesthesie kan je op verschillende manieren doen. Welke?

A
  • Lineair
  • L block
  • Wondrand
  • Field blok
37
Q

Infiltratie anesthesie kan je op verschillende manieren doen. Welke van de methoden wordt vaak gebruikt voor een flankincisie bij runderen?

A

Lineaire infiltratie

38
Q

Bij infiltratie anesthesie moeten verschillende structuren geinjecteerd worden met lokaal anestheticum. Welke?

A
  • subcutaan bindweefsel
  • peritoneum
  • spier
39
Q

Anesthesie van bier is een andere naam voor:

A

intraveneuze regionale anesthesie

40
Q

De voornaamste toepassing van de anesthesie van bier =

A

klauwamputatie bij het rund

41
Q

Juist of fout? Je kan intraveneuze regionale anesthesie gebruiken voor langdurige/ingewikkelde operaties. Verklaar.

A

FOUT

want je mag knelband/cuff proximaal van het operatieveld niet te lang laten staan

42
Q

Voor intraveneuze regionale anesthesie is de beste positionering van de patient:

A

liggend

43
Q

Leg kort uit wat men doet bij anesthesie van bier.

A
  • knelband proximaal van operatieveld => veneuze afvoer volledig gestopt en arteriele aanvoer bijna volledig gestopt
  • punctie oppervlakkige vene => gedeeltelijk verbloeding van lidmaat
  • IV injectie met lokaal anestheticum zonder catecholamine bij => snelle diffusie uit BV in weefsels => volledige blokkering van perifere sensiebele zenuwen en gedeeltelijk blokkade van motorische eindplaten
44
Q

Wat doet men precies bij geleidingsanesthesie?

A

Men gaat een zenuw die een bepaalde streek innerveert uitschakelen zonder daarbij in die streek zelf een injectie te doen

45
Q

Geleidingsanesthesie wordt heel veel gebruikt voor….

A

orthopedisch OZ bij paarden

46
Q

Wat zijn tegenindicaties voor geleidingsanesthesie?

A
  • fissuren

- peesletsels

47
Q

Geef 2 voordelen van geleidingsanesthesie

A
  • slechts kleine hoeveelheid nodig om grote streek ongevoelig te maken
  • geen interferentie met wondheling
48
Q

Je doet geleidingsanesthesie thv de nervus supra orbitalis bij het paard. Wat is het effect?

A

ongevoeligheid van

  • bovenste ooglid
  • frontaalstreek
49
Q

Je doet geleidingsanesthesie thv de nervus auriculo palpebralis bij het paard. Wat is het effect?

A

het bewust en reflectorisch sluiten van de oogleden verdwijnt, maar ooglid en oog zijn wel nog gevoelig

50
Q

Je doet geleidingsanesthesie thv de nervus alveolaris mandibularis bij het paard. Wat is het effect?

A

ongevoeligheid van:

  • onderlip
  • snijtanden
51
Q

Je doet geleidingsanesthesie thv de nervus infra orbitalis bij het paard. Wat is het effect?

A

ongevoeligheid van;

  • bovenlip
  • neusingang
  • huid van de neusrug
52
Q

Wat is de voornaamste indicatie van geleidingsanesthesie thv de schedel bij rund en geit?

A

onthoornen

53
Q

Welke zenuw ga je verdoven om rund te onthoornen?

A

n cornualis

54
Q

Geleidingsanesthesie bij KLHD wordt vaak gebruikt in de tandheelkunde. Welke 2 ‘blocks’ zijn er? Wat is het effect?

A
  • maxillaire blok => gevoel thv maxilla, bovenste tanden, lip en neus valt weg
  • mandibulaire blok => gevoel thv onderste tanden en lip valt weg
55
Q

Wat bedoelt men met paravertebrale anesthesie?

A

geleidingsanesthesie van certvicale, thoracale of lumbale zenuwen

56
Q

Waar gaat men injecteren voor paravertebrale anesthesie?

A

aan het foramen intervertebrale

ofwel enkele cm lateraal van het foramen intervertebrale thv de dwarsuitsteeksels van de lumbaalwervels

57
Q

Want is de belangrijkste toepassing van paravertebrale geleidingsanesthesie?

A

enkel gebruikt bij rund voor operaties thv de flank

58
Q

Om ongevoeligheid van de flankstreek te bekomen ga je …. (welke wervels) paravertebraal verdoven?

A

T13 - L1 - L2

59
Q

Voor een keizersnede via de flank bij een rechtstaand dier doet men paravertebraal geleidingsanesthesie thv welke wervels?

A

L1 - L2 - L3

60
Q

Voor een keizersnede via de flank bij een rechtstaand dier waarbij men ook analgesie wil thv de uier doet men paravertebraal geleidingsanesthesie thv welke wervels?

A

L1 - L2 - L3 - L4

61
Q

Wat doet men bij epidurale anesthesie?

A

lokaal anestheticum injecteren in wervelkanaal (buiten de dura mater)