Adrenalien enzo Flashcards

1
Q

Wanneer geef je fenylephrine?

A

Vasodilatoir, proceduraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wanneer geef je noradrenaline?

A

Septisch en cardiogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer geef je dopamine?

A

Cardiogeen, septisch en neutogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer geef je adrenaline?

A

Cardiogeen, septisch en anafylactisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer geef je dobutamine?

A

Cardiogeen & septisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer geef je vasopresine?

A

Septisch en cardiogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke receptoren worden door phenylephrine gestimuleerd?

A

alfa-1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke receptoren worden door noradrenaline gestimuleerd?

A

a1 en b1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke receptoren worden door dopamine gestimuleerd?

A

a1 en b1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke receptoren worden door adrenaline gestimuleerd?

A

a1, b1 en b2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke receptoren worden door dobutamine gestimuleerd?

A

a1, b1, b2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom heeft bij shock noradrenaline de voorkeur?

A

Dit werkt op beide a1 en b1, is dus beide een vasopressor en verhoogt de cardiac output

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom wil je bij shock geen dobutamine toedienen?

A

Zorgt doro b2 stimulatie voor vasodilatatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly