Administratieve bediende Flashcards
Je vous souhaite un agréable séjour
ik wens u een prettige verblijf
Voici la clé, vous avez la chambre 22 au 2e étage
Hier is de sleutelkaart, u hebt kamer 22 op de tweede verdieping
Avez vous des valises? vos bagages seront apportés
hebt u bagage? Uw bagage worden gebracht
Vous pouvez déjeuner entre 6.30 et 10 heures
U kunt ontbijten tussen half zeven en tien uur
“Je comprends”
ik heb daar alle begrip voor
Autre chose?
Verder nog iets?
Je ne vous dérange pas (téléphone)?
Komt het ui dat ik u even bel?
Puis-je vous demander de quoi il s’agit
mag ik u vragen waar het over gaat?
Restez en ligne
Wilt u even aan de lijn blijven
Souhaitez-vous patienter ou préférez-vous rappeler plus tard?
wilt u even wachten of belt u straks terug?
Désolé de l’attente
sorry voor het wachten
Désolé, il est en congé pour l’instant
sorry hij heeft een paar vrije dagen
Puis-je prendre un message?
kan ik een boodschap aannemen?
Jusqu’à quelle heure Mr X est il joignable?
tot hoe laat is meneer X bereikbaar?
Je vais demander qu’il vous rappelle
ik zal vragen dat hij u terugbelt.