8. fysieke beperking Flashcards

1
Q

oorzaken neurologische aandoeningen met een fysieke beperking (4)

A
  1. afsterven v zenuwcellen in het CZS
  2. verstoring v signalen tussen sensorische en motorneuronen
  3. acute ischemie of trauma aan hersenen of ruggenmerg resulterend in immediate zenuwdood of beschadiging
  4. chronische of degeneratieve neurologische aandoeningen tgv apoptische celdood of destructie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

oorzaken acute aandoeningen met fysieke beperking

A

> trauma:
afgesloten bloedvoorziening naar de hersenen:
verlies geheel of gedeeltelijk v motorische functies, gevoel enn cognitieve functies:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

oorzaken degeneratieve aandoeningen met fysieke beperking

A

> progressieve destructie v neuronen

> pt wordt meer en meer afhankelijker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

aandoeningen die fysieke activiteit beperken (10)

A
  1. rugletsels
  2. CVA
  3. ideopathische tijdelijke faciale paralyse
  4. MS
  5. ALS
  6. Parkinson
  7. cerebrale parase
  8. spierziekten
  9. arthritis
  10. sclerodermie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is het vermogen bij een letsel thv C1-C3?

A
  1. beperkte hoofd- en nekcontrole.
  2. afhankelijk van beademingsapparaat
    - > afhankelijk v zorgverleners betreft persoonlijke hygiene; mondzorg.
    - > gebruikt mogelijk elektrische rolstoel met bediening door mond.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is het vermogen bij een letsel thv C3-C4?

A
  1. beperkte hoofd-, nek- en schoudercontrole
  2. doorgaans geen beademingsapparaat nodig
    - > afhankelijk v zorgverleners betreft persoonlijke hygiene; mondzorg.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wervels C1 t/m C8-T1 =

A

= cervicale wervels (bij nek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wervels T2 t/m T12 =

A

= borstwervels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wervels L1 tm L5 =

A

= lendenwervels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wervels S1 tm S5 =

A

= heiligbeen (staartbeen, stuitje)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

oorzaken rugletsels

A

(Motorische en sensorische zenuwbanen; Boodschapper tussen hersenen en specifieke zones in het lichaam)

  1. motor accidenten
  2. vallen
  3. duikaccidenten
  4. geweld, vechten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

gevolgen volledige letsels vh ruggenmerg:

A

= geen gevoel, geen beweging onder level v letsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

gevolgen onvolledige letsels vh ruggenmerg:

A

= gedeeltelijk gevoelig, beperkte motorische functie

= functie keert terug binnen enkele uren of na 6-18mnd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly