6.2 Somatosensibiliteit: Het ruggenmerg & 6.3 De corticale werking Flashcards
(25 cards)
Wat is het verschil van receptie en perceptie?
Receptie is het ontvangen van informatie
Perceptie is het waarnemen ervan
Welke typen receptoren bevat de onbehaarde huid?
Gnostische sensibiliteit (Fijne tast proprioceptie)
- Lichaampje van Meissner -> Kleine receptorvelden, snel adapterend
- Merkels schijven (Voor aanraking) -> Kleine receptorvelden, langzaam adapterend
- Lichaampje van Pacini -> Grote receptorvelden, snel adapterend
- Lichaampje van Ruffini (Voor aanraking) -> Grote receptorvelden, langzaam adapterend
- Vitale sensibiliteit (Pijn, temperatuur, grove tast en jeuk) -> Vrije zenuweindigingen voor de pijn
Wanneer wordt een snel adapterende receptor actief?
Een snel adapterende receptor (Zoals lichaampje van Pacini en lichaampje van Meissner) worden actief bij een verandering in input
Wanneer zijn langzaam adapterende receptoren actief?
Langzaam adapterende receptoren (Zoals merkels schijven en lichaampje van Ruffini) bij een continue stimulus
Hoe werken mechanoreceptoren/mechanoreceptie?
Mechanische rekking van de membraan opent een ionkanaal (Dus omzetting van mechanisme en elektrische energie)
Wat zijn piezo 1 en 2 eiwitten?
Het zijn mechano-sensitieve eiwitten die in verschillende structuren in het lichaam aanwezig zijn (Bijvoorbeeld bloedvaten, kraakbeen, blaaswand, darmen etc.)
In de dorsale ganglia en trigeminus ganglion zijn ze aanwezig in de zenuwvezels betrokken bij zowel tast en proprioceptie als bij mechanische pijn. Ze zijn verantwoordelijk voor een groot aantal vormen van mechanotransductie
Bij opening van het kanaal gaan positief geladen ionen de cel in. Met name Na en Ca
Hoe zit het met de somatosensibiliteit van de huid (Tastzijn voor fijne tast)?
- Is verschillend voor verschillende delen van het lichaam
- Is gerelateerd aan de grootte van receptieve velden van individuele vezels:
-> Hoe groter het veld, hoe minder nauwkeurig men weet waar de prikkel zit
-> Grootte receptieve velden is belangrijk voor de nauwkeurigheid van de waarneming - Grootte van receptieve velden kan globaal worden vastgesteld met een 2-punts discriminatietest (Kan oplopen tot 4.5 cm)
- Receptieve velden kunnen overlappen. Dit gaat ten koste van de nauwkeurigheid
- Vezel is gevoeliger (Genereert meer actiepotentialen) in het centrum van zijn receptief veld.
Resolutie en gevoeligheid zijn verschillende eigenschappen van tastzin
Er zijn diverse vezels van de huid. Wat zijn C-vezels, adelta vezels, abeta vezels, Ia en Ib afferenten?
C-vezels: Ongemyeliniseerde vezels voor pijn en temperatuur (Vitaal)
- Zijn wel omgeven door een Schwann cel
- 0.2-1.5 μm 0.5-2 m/s
A-delta vezels: Dun gemyeliniseerde vezels voor pijn en temperatuur (Vitaal)
- 1-5 μm 5-30 m/s
A-bèta vezels: Gemyelinseerde vezels voor tast (Gnostisch)
- 12 μm 35-75 m/s
Ia afferenten: Dik gemyeliniseerde spierspoelafferenten
- 12-20 μm 80-120 m/s
Ib afferenten: Dik gemyeliniseerde Golgi-pees afferenten
- 12-20 μm 80-120 m/s
Hoe dikker de myelineschede, hoe sneller de geleidingssnelheid van de actiepotentiaal
Hoe gaat zenuwgeleiding in het ruggenmerg?
Dorsale radix (Wortel): Sensibel
Ventrale radix: Motorisch
Komen samen en gaat dan via de ramus gemengd naar perifeer
Dorsale ramus (Sensibel en motorisch):
- Alleen naar nek en rugzijde
- Relatief klein
- Geen plexusvorming
Ventrale ramus:
- Ventrale zijde thorax en abdomen
- Extremiteiten
- Plexusvorming (Cervicaal, brachiaal, lumbosacraal)
Hoe gaat somatosensibiliteit bij dermatomen (Ledenmaten en thoracale dermatomen)?
Bij ledematen: Ruggenmerg -> Dorsale wortel -> Ventrale ramus -> Plexus -> Sensibiliteit via perifere zenuw
Bij thoracale dermatomen: Ruggenmerg -> Dorsale wortel -> Dorsale ramus -> Perifere zenuw
Wat is een Cauda Equina?
Cauda Equina: Het is het onderste deel van de wervelkolom die enkel uit zenuwwortels bestaat (De ruggenmerg stopt bij L1) -> Relatieve stijging van de wervelkolom heet ascensus medullae.
Conus medullaris loopt in, in de cauda equina. De dura en de arachnoidea omvatten de cauda equina. Pia stopt bij de medulla (Bij het ruggenmerg).
Subarachnoidale ruimte ontstaat met het liquor doordat de pia mater eerder stopt dan de arachnoidea bij de cauda equina.
Cauda Equina ontstaat door ascensus medullae
Ruggenmerg bestaat uit witten en grijze stof. Wat is de witte en grijze stof?
Grijze stof: (Celkernen, neuronen)
- Dorsale hoorn (Direct van synaps informatie, sensibele systeem)
- Intermediaire zone
- Ventrale hoorn (Motorneuronen, direct op spieren)
- Meer in het lumbale deel
Witte stof: (Vezelbanen, axonen)
- Dorsale funiculus (Heeft 2 fasiculi en vormen samen de dorsale kolom) -> Fasciculus gracilis en fasciclus cuneatus
- Laterale funiculus
- Ventrale funiculus
- Hoe meer witte stoffen, hoe meer coördinatie en beweging
- Meer in de cervicale deel, bijna niet sacraal
Dorsale funiculus (Achterstreng -> Dorsale kolom) bestaat uit fasciclus gracilis en fasciclus cuneatus
Somatosensibele informatie stijgt op via 2 gescheiden baansystemen. Welke 2 systemen zijn dit?
Gnostisch:
- Dorsale kolom systeem
- Fijne tast, proprioceptie
- 1e synaps in medulla -> Mediale lemnisus verloopt gekruist (Contra-lateraal)
Vitaal:
- Anterolateraal systeem
- Pijn, temperatuur, grove tast, jeuk
- 1e synaps bij binnenkomst in het ruggenmerg -> Fasciclus anterolateralis is altijd gekruist (Verloopt contra-lateraal)
Waar eindigt de dorsale kolom?
Dorsale kolom eindigt in de Dorsale Kolom Kernen (DCN) in de medulla:
- Nucleus gracilis (Been)
- Nucleus cuneatus (Arm)
DCM vormen het begin van de mediale lemniscus en die is ook weer altijd gekruist
Mediale lemniscus (Gnostisch systeem) eindigt in de Ventrale Posterolaterale Nucleus (VPL):
- Somatotopie blijft behouden
- 2e synaps in thalamus
Waar komen vitale en gnostische informatie weer samen?
In de thalamus
Vitale en gnostische informatie van het hoofd (Met name het gezicht) bereikt de thalamus op een vergelijkbare manier als die van het lichaam, maar die kruist niet
Reuk gaat niet via de thalamus
Hoe gaat het van de thalamus naar de cortex?
Verbindingen van thalamus naar cortex (En vice versa) zijn topografisch georganiseerd
De Ventrale Posterolaterale Thalamuskernen (VPL) verbindt met de gyrus postcentralis
Somatotopie blijft behouden
Hoe wordt de test voor gevoeligheid gedaan bij de huid?
Von Frey haren
Wat zijn de voornaamste functies van Merkel, Meissner, Ruffini en Pacini?
Merkel en Meissner:
- Dingen vastpakken, hele hand
Pacini:
- Fibratie van het hand
Ruffini:
- Vorm van de hand, rekking
Hoe zit het met de axon van het huid?
Van de huid naar het rug gebeurt door 1 axon. Begin in de huid, passeert zijn eigen cellichaam en maakt een synaps in het centrale zenuwstelsel
Actiepotentiaal passeert zijn eigen cellichaam
Hoe kan er in de kliniek anesthesie worden gegeven?
- Epidurale anesthesie
- Spinale anesthesie
- Lumbaalpunctie
Welke soorten informatie verwerking is er voor het sensibel systeem?
- Opstijgende informatie voor ‘hogere’ functies -> Dorsale kolom systeem ‘Fijne’ tast en proprioceptie
- Lokale verwerking voor reflexen -> Anterolateraal systeem zoals pijn (Nociceptie), temperatuur, ‘Grove’ tast en jeuk
- Somatosensibele informatie stijgt op via twee gescheiden banensystemen
Informatie gaat niet alleen naar de primaire motorische schors, maar ook naar de insula. Waarom gaat het naar de insula?
Pijnwaarneming en pijnbewerking gebeurt in de insula
Hoe is de somatosensibele schors georganiseerd?
De somatosensibele schors is somatotopisch georganiseerd. Gebieden met hoge resolutie hebben meer oppervlakte.
Binnen de somatosensibele schors worden de verschillende modaliteiten in eerste instantie gescheiden ‘verwerkt’.
Somatosensibele cortex heeft invloed op verwerking in ‘Lagere’ niveaus. Verbindingen zijn plastisch (Onderhevig aan gebruik). Vergroting van het schorsgebied voor de vingertoppen door intensief gebruik (Training) van de vingers. ‘Use it or lose it’
Hoe zit de primaire sensibele schors in elkaar?
De primaire somatisch sensorische schors liggen 4 homunculi naast elkaar in de volgorde 1-2-3a-3b. Elke homunculi hebben 6 lagen.
Area 3b en 1: Informatie uit de huid
Area 3a en 2: Proprioceptieve informatie
Thalamus input komt vooral binnen in laag 4 en wordt verwerkt in kolommen. Daarna combinaties van informatie naar aanliggende parietale schorsdelen. Informatie kan gaan naar de amygdala of naar de motor/premotor gebieden