6-WtF Natievorming2 Flashcards
Waarom krijgt het Griekse en Poolse nationalisme aandacht in het boek?
- relatief vroeg een duidelijk politieke dimensie
- medebepalend voor aangezicht Eur nationalisme in 1e 1/2 19eS
- wekten (vnl Dtsl) romantische voorstellingen van vrijheid
- bron van inspiratie voor liberaal-nationale streven in Eur/Dtsl
- navolgenswaardig model voor (rivaliserende) bewegingen in de regio: herboren naties die zich trachtten te ontworstelen aan multinationale rijken.
p236
OTTO
Waaraan was merkbaar dat het Ottomaans rijk aan de periferie afbrokkelde, begin 19eS?
- Janitsaren en pasja stichten meer en meer dynastieen in de provincie
- Opstanden en onttrekkingen aan orders van de Porte (bv Ali Pasja)
- Het millet-stelsel (millet=natie=religieuze gemeenschap): religies met oorsprong in Oude Testament, mn joodse geloof, Grieks-orth kerk en islam. Dus: alle Grieks-orth’en zijn Grieks (ongeacht linguistische en etnische verschillen). Millets hadden ruime mate van autonomie zolang suprematie van islam werd erkend en belasting betaald werd. Patriarch verantw voor rust & orde, rechtspraak en belastingheffing.
- -> met toename besef omtrent culturele en etn verschillen in 19eS werd prominente rol van Griekssprekende kerkelijke elite de wig tussen Grieken en overige Balkanvolken.
p239
GRL
Wat zijn Rum of Romaioi?
Zo werden de erfgenamen van het Romeinse rijk ofwel christenen genoemd, ‘Grieken’, in het Ottomaanse rijk.
Niet alleen grieks-sprekend, ook andere christenen - onderhorigen van de Grieks-orthodoxe patriarch in Constantinopel.
‘Grieks’ en ‘christelijk’ vallen samen, nauwelijks besef van etnische verschillen.
Balkan heette Roemelie.
p237
GRL
Wat is het ‘Megali Idea’?
Groot-Griekse droom: nationalistische wens om Griekse volkeren bijeen te brengen in 1 natie.
1830: Griekenland (800.000 inw), 2 mio Grieken in diaspora (noord/eilanden/Klein-Azie - irredenta.
Dit eigenlijk Ottomaanse samenbindende element (want vijandbeeld) gaf inhoud aan Griekse identiteit en bevorderde de (negatieve) integratie van de nat gemeenschap.
p237
GRL
Waaruit bleek dat Grieken een bevoorrechte positie hadden in het Ottomaanse rijk?
- vervulden hoge ambten binnen orthodoxe kerk (Grieks liturgische taal)
- belangrijke bestuurlijke functies, mn Fanarioten (handelsfamilies). Vooral in diplomatieke dienst (monopolie Dragoman en Hospodars in Walachije en Moldavie). Regeerden als verlichte vorsten (factor in Roemeens zelfbewustzijn). Fanarioten trouw aan Ottomaanse rijk.
- cruciale rol in Ottomaanse vloot
- domineren handel op Zwarte en Middellandse Zee (eilanden!). Buitenl. contacten en vloot ook voor oorlogsdoeleinden inzetbaar.
–> jongeren in W-Eur opgeleid, brachten nieuwe denkbeelden terug.
p239
GRL
Wat zijn armatoloi en klephtes?
Klephtes: bendes olv lokale krijgsheren die platteland onveilig maakten
Armatoloi: door Porte gecreerde groep om klephtes te bestrijden.
Maar: eigenlijk weinig onderling verschil.
–> uitgebreid systeem van patronage en clientelisme op platteland, dat lang stand houdt.
–> a & k zijn reservoir van geharde guerrillastrijders tijdens nationale opstand.
p240
GRL
Welke twee factoren geven de doorslag bij het welslagen van de Griekse onafhankelijkheid?
- zwakte van Ottomaanse rijk
- betrokkenheid vd grote mogendheden.
p240
GRL
Wat is het gedachtengoed van Rhigas Velestinlis?
Was een intellectueel die na Fr Rev en inval in Ottomaans Egypte alle onderdrukten opriep het Ottomaanse juk af te werpen en herstel van het Byzantijnse rijk, met constitutionele regering, volkssoevereiniteit.
Hellenisering en beschaving = Grieks. IS NIEUWE GEDACHTE
(ling, reli en etn doen er niet toe, toch natie). Geexecuteerd.
Hellenisme = streven naar Hell Republiek
p240
GRL
In Griekenland herinnerde men zich het Byzantijnse rijk, maar in W-Eur propageerden de filhellenen Hellas, de bakermat van Eur beschaving. Wat schreef Korais hierover?
- Verspreidde het helleense gedachtengoed onder de Grieken.
- Viel samen met toenemende roep om katharevousa (terugkeer naar klass Attisch Grieks, zuivering taal van vreemde invloeden).
Contouren natie worden geleidelijk zichtbaar (want historisch gelegitimeerde, ideologische fundament van Griekse natiestaat).
p241
GRL
Waarom was - naast de Fanarioten - de orthodoxe kerk afwijzend tav idealisering Hellas en de verlichte opvattingen tav staat en natie?
- Kerk was in Ottomaanse rijk autonoom en had aanzienlijke wereldse invloed. In moderne staat zou geloof tot privesfeer teruggedrongen worden.
- Orthodoxe oecumene zou door nationale principe versplinteren.
Kerk was zich al vroeg van dit risico bewust (polemiek Doukas (sociale geografie bepaald door taal ipv geloof) vs Ignatius (volken verenigd door geloof & kerk, 1 lichaam, 1 natie: Romaioi/Grieken) 1815 )
p242
GRL
Wat gebeurde er met de orthodoxe kerk na de onafhankelijkheid van Griekenland in 1833?
- nieuwe kerk van Griekenland scheidde zich af van het gezag van de patriarch (immers ambtenaar van Ottomaanse regering)
- ook afscheiding in Roemenie (65), Bulgarije (70), Servie (79), Albanie (1929).
–> patriarchaat, dat belangrijkste instrument van Griekse invloed in orth oecumene in ZO-Eur en Klein-Azie was, werd ontmanteld. Tegendeel van wat Doukas’ nationalisme beoogde.
p243
OTTO
Welke internationale situaties maakten verbreiding van nationalistische denkbeelden mogelijk?
- Servie: 1804 opstand tegen janitsaren; 1813 pacificatie door Obrenovic’s gezag uitgebreid in ruil voor loyaliteit aan Porte
- Ali Pasja’s machtsuitbreidingen; aanwakkeren Griekse nationale sentimenten
- Patriottisch genootschap in Odessa, Philiki Etairia (1814): subversieve activiteiten schiereiland en bondgenoten zoals Ali Pasja. Angst dat Rusl het genootschap steunde.
- 1821: rebellie olv Ypsilantis, maar geen steun Roemenen en Russen. En 25 maart gecoord opstand op Peloponnesos.
–> Ottomanen concentreren zich op uitschakelen Ali Pasja (die Pelop opstand had kunnen beteugelen), sluit zich aan bij Gr rebellen.
–> bloedige strijd met vele slachtoffers (etnische zuivering)
1821 macht Ali Pasja gebroken maar Pelop en Roemelie nu macht aan guerrilla van klephtes + Griekse hegemonie op zee.
–> burgeroorlog, tegen ‘Griek’ en centraal gezag. Behoud privileges (kerk, landeigenaren).
Slechts intellectuelen, westers georient Fanarioten dachten aan Griekse natie en natiestaat.
p245
GRL
Na aanvankelijke aarzeling traden de grote mogendheden (Rusl, Eng, Fr) toch op. Waarom?
- Opstandelingen hadden affiliaties met drie grote landen (werkten door in pol stromingen)
- Door aanhoudende staat van anarchie angst voor machtsvacuum dat door Rusl gevuld zou worden (Eng)
- Lord Byron gedood (Mesolongi, 1824) –> romantische kruistocht
–> 1827 Rusl, Eng en Fr herstellen orde. Eng vernietigt Egyptische vloot (Navarino); provisorische Griekse staat olv Kapodistrias.
p245
GRL
Welke ontwikkelingen waren er tussen 1827 en 1834?
- 1830: Eng, Fr en Rusl beslissen dat Griekenland onafhankelijk zal zijn.
- 1832: Kapodistrias vermoord ivm zijn autoritaire stijl en streven naar centralisatie. Bloedige burgeroorlog tot 1834
- 1832: vaststelling grenzen; prins Otto (Beieren) wordt koning
- 1834: einde burgeroorlog; Otto arriveert met militairen en ambtenaren in Griekenland
p247
GRL
Wat het nieuwe Griekenland het product van een breed gedragen nationale beweging of een moderniseringsmodel?
Het was het resultaat van buitenlandse interventie. Een Brits protectoraat, door Beieren bestuurd; een steunpunt tegen verdere Russ expansie.
p247
GRL
Hoe pakte Otto het aaneen smeden van de heterogene bevolking tot Griekse natie aan?
- pacificatie burgerstrijd
- homogeniseringsbeleid op autocratische wijze
- streven naar staat volgens Duits model
- ontvlechten staat en kerk
- creatie modern rechtsstelsel (Maurer)
- bestuurlijke uniformiteit: (zelfs lokale) ambtenaren door regering benoemd (nauwelijks inspraak Grieken)
- hoge belastingen
Maar ook: - intriges in regerende clique
- aanhoudende econ malaise
- soc spanningen door immigratie heterochthones (hoogopgeleide Grieken uit irredenta)
- -> 1843 mil coup; einde Beierse regering
- -> liberale grondwet, alg kiesrecht mannen, terugkeer oude leiders (prominenten onafhankelijkheidsstrijd) –> mod democr model slechts kader waarbinnen trad vormen van leiderschap en loyaliteit gehandhaafd bleven.
p247
GRL
Via welke instrumenten en thema’s werd de nationale opvoeding van de Griekse bevolking aangepakt?
- Leger: bewustmaking gemeenschappelijke identiteit. Grieks voertaal, lokale belangen < vaderland
- Onderwijs: Wat Is Grieks? Ene richting: klass Hellas (katharevousa: intellectuelen - liberalen), andere richting: orthodox kerk (dimotiki: brede volksmassa; hersteld Byzantium - traditionalisten)
- Taal: ‘zuiver’ Grieks verschoof naar ‘demotisch’ Grieks, werd basis literatuur. Via onderwijs uitgedragen –> einde aan verwarring talen en dialecten
- Geschiedenis: kentering (midd 19eS)van classicistische richting naar benadrukken continuiteit tussen Hellas en Byz rijk (Paparrigopoulos) –> sloot ook beter aan bij belevingswereld kerk en orth massa en bij Megali Idea. 400 jaar Turkse onderdrukking werd periode van vervreemding.
p249
GRL
Wat waren de gevolgen van het tot staatsdoctrine verheffen van Megali Idea (1834)?
ZIE KAART p238
Kolettis (heterotochthones) propageerde dat bestaande Griekse staat groter hoorde te zijn: Constantinopel (Klein-Azie=huidige Turkije).
Stuwende rol in propaganda: Univ van Athene (leverde ambtenaren; buitenl studenten; staf voor consulaten; leraren; nauw contact alumni –> breed netwerk).
1864: Ionische eilanden toegevoegd (door Ottom zwakte en buitenl ingrijpen) + Thessalie en deel Epirus (1881)
Nieuwe natiestaten in noorden (Roemenie en Bulgarije)
Tweede Balkanoorlog (1912/13): verdere expansie (deel Macedonie en Epirus, eilanden oostel Aegeische Zee, Kreta).
NIET: Constantinopel en Klein-Azie. Grieks-Turkse oorlog (1919/23): einde Ottom rijk en omvorming naar natiestaat Turkije olv Ataturk
–> bloedbad en uitzetting christenen uit Turkije en moslims uit Griekenland
–> niet het oude Byzantium hersteld, maar Grieken na 2500 jaar definitief verdreven uit Klein-Azie, Egypte en Z-Rusl.
p250
GRL
Onder welke nationale cq regionale condities kwam de onafh Griekse natiestaat in 1830 tot stand?
- onbreken sterk nat gezag –> talloze regionale/lokale elites; corruptie/machtsmisbruik
- onderlinge belangentegenstellingen en betwiste machtsaanspraken: rivaliteit en instabiliteit
- doorslaggevend: balance of power tussen grootmachten icm angst voor Russ expansie op Balkan –> steun voor Grieks onafhankelijkheidsstreven.
wb 20
PLN
Geef in vogelvlucht een overzicht van het oude Poolse verleden
10eS: stichting koninkrijk Polen
1386: federatief verband met Litouwen
16eS: hoogtepunt federatie P-L, grootste staat van Europa (Balt kust tot Zw Zee, delen Rusl)
Ook 16eS: cult bloei, Pools basis van rijke literatuur. Polonisering Lit.
1569: Unie van Lublin - staatsverband van Pools-Lit Gemenebest (1 regering en 1 parlement/Sejm)
Eind 16eS: Contrareformatie; kath frontstaat tussen orth Rusl en prot Pruisen
1772/1793/1795/: verdeling Polen onder Rusl, Pruisen en Habsb rijk.
p251
PLN
Waarom werd Polen ook wel ‘een land op wielen’ genoemd?
Omdat de grenzen zeer vloeibaar waren:
- 1807: groothertogdom Warschau (eigenl geen beloning voor loyaliteit aan Napoleon maar druk op Pruisen en Rusl opvoeren)
- Wenen: nieuwe (tweede) deling: Rusl vestigde Congres-Polen (constit monarchie in personele unie verenigd met Rusl; zelfst bestuur en eigen leger). Pruisen behield Potsdam. Habsb rijk kreeg Oost-Galicie. Krakow werd vrije stad.
- 1918: wederopstanding tgv WO I (einde 2e Dts Keizerrijk en Habsb rijk en einde tsaren Rusl)
1940: opgedeeld tussen nazi-Dtsl en comm Rusl
1945: terug maar naar westen verschoven (satelliet USSR)
1989: Volksrep Polen wordt Republiek Polen (voor t eerst sinds 2 eeuwen onafhankelijk)
KAART I-VII en p558
p252
PLN
Behalve onder buitenlandse druk leed Polen ook onder zijn innerlijke zwakte. Waardoor werd die veroorzaakt?
- Gemenebest-koningen verkozen door Sejm (= adel/szlachta) –> adellijke republiek
- Maar met buitengewoon democratisch karakter (adel 10% bevolking)
- Zeer ineffectief: elke afgevaardigde had liberum veto –> anarchie, gemakkelijk door buitenlandse mogendheden te beinvloeden.
- ‘Gouden Vrijheid’ ook bron van trots en besef van adel als (ook etnisch) een aparte natie te zijn.
–> hoge mate van continuiteit tussen premodern natiebesef en modern Pools nationalisme; door kath traditie en door dominantie (mn lagere) adel en (adellijke) intellectuelen in modern nationalisme. Volgden droom van herboren Groot-Pools gemenebest.
p252
PLN
Hoe ontstond het messianistisch-romantische nationalisme en was het succesvol?
1795: staat was verdwenen, Polen bleef bestaan als ‘imagined community’ (herinnering en hoop) –> zeer invloedrijke, traumatiserende factor van modern Pools nationalisme!
Fundamenteel veranderd natieconcept (vlgs Herder en Dtse romantici): niet meer open voor allen van adel, maar excl Pools-kath stempel.
Dweepziek nationalisme (mn ballingen, vgl slavofielen in Rusl): heilige missie om spiritueel tegenwicht te bieden tegen utilitaire materialisme van westen, mensheid naar licht voeren (Staszic, Hoene-Wronski, Cierzkowski, Brodzinski)
Mickiewickz: Polen is ‘Derde Israel’, volk van martelaren dat juist door zijn lijden zijn christelijke missie zou vervullen om mensheid te bevrijden van westers materialisme en (Russ) onderdrukking (NB nationalisme en geloof versmelten, eigen natie uitverkoren goddelijk instrument).
–> zwelgen in vertwijfeling, Romantiek heeft voorliefde voor lost causes.
–> Poolse onafhankelijkheid kon alleen met geweld worden bewerkstelligd, zou Weense machtsevenwicht destabiliseren. Wilde niemand. Opstandelingen kregen geen actieve steun.
p255