11-IJzerBloed Crisis Rede Flashcards

1
Q

De cultureel en intellectueel klimaat in decennia voor WO I worden door Burrows beschreven als een ‘crisis van de rede’. Wat bedoelt hij?

A

De rationeel handelende en autonome mens (centraal in lib opvattingen midden 19eS) komt onder druk te staan.
Opkomst nieuwe filosofische en wetensch inzichten loop 19eS en fin de siecle.

  • Verwerping rationalistisch mensbeeld (Schopenhauer, Nietzsche, Bergson, Freud): mens wordt bepaald door ontembare driften.
  • Nietzsche: Mens wil van nature overleven ten koste van anderen (macht). Scheppen en daden stellen vergt mate van vergeten van historisch bewustzijn. Bekritiseerde deemoed en conformisme van chr traditie en burgerl moraal.

==> Kracht, jeugd, energie, mannelijkheid en strijdvaardigheid gewaardeerd en verheerlijkt. Romantiek keert terug (emoties en kracht van scheppende individu).

p385

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke invloed had Darwin’s ‘On the Origin of Species’ op de sociaal-wetensch beeldvorming van menselijke samenlevingen?

A

Men beschouwde natuurwetenschappelijke theorieen als waar.

  • Sociaal wetenschappers (Spencer, Kidd, Vacher de Lapouge en Ammon) nemen begrippen en inzichten over en passen deze toe op mens en maatschappij. Introduceerden concept van soc en mensel evolutie.
  • Is vruchtbare voedingsbodem voor rassenleer en eugenetica (= soc-darw theorievorming) (Haeckel).

p387

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe zien sociaaldarwinisten de menselijke evolutie? Welke groeperingen maakten gebruik van deze opvattingen?

A

Menselijke evolutie (vgl natuurlijke historie) is een continue strijd tussen organismen en groepen waarbij de sterksten (beter aanpassen) overleefden en bloeiden, terwijl zwaksten ten onder gingen.
Schept sfeer van permanente crisis, waarbij enige scenario’s zijn:
- overleven/bloei
- verval/afsterven.

==> draagt bij aan versterken spanningen tussen Eur mogendheden en binnenl spanningen (klassenstrijd ook strijd om bestaan).

Groeperingen (alle pol richtingen!):

  • voor-/tegenstanders vrijhandel/laissez-faire
  • staatsingrijpen noodzakelijk vs tegenstanders hiervan
  • imperialisten vs tegenstanders hiervan
  • anarchisten
  • feministen
  • vredesbeweging

Tegen soc-darw: conservatieve katholieken.

p388

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Het begrip degeneratie raakt rond 1900 in zwang, zowel mbt soort/individu als mbt naties. Beschrijf.

A

Terugval van soort/indiv/natie naar minder ontwikkelde/minder complexe toestand.

  • zieken en mentaal zwakkeren zouden natuurlijke selectie ondermijnen –> stagnatie evolutieproces
  • relatie degeneratie-ziekte (waanzin, alcoholisme, geslachtsziekten, misdaad. Stad is bron degeneratie/ziekten)
  • geobsedeerd door angst algehele degeneratie natie –> aandacht voor mentale en fys gezondheid nat bevolking (mn Fr Derde Rijk - hygiene, volksgezondheid, sportbeoefening); nationale revitalisatie.

p389

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe grijpen raciale noties en die mbt de strijd om het bestaan in elkaar?

A
  • Opkomst van pseudowetenschappelijke theorieen.
  • Meer aandacht voor raciale determinatie (va jaren 60).
  • Minder aandacht in geloof dat volkeren zich ontwikkelen door soc-ec verbetering.
  • Verweven raken van raciale superioriteit en strijd om bestaan (Gobineau: ras is bepalend voor ontwikk (= ondergang zowel als opkomst) beschavingen; wedijver sterke/zwakke rassen ipv klassenstrijd. Vreesde opkomst massa ten koste van aristocratie. Vriend Wagner 1876).
  • Verval kan worden gekeerd door raszuiverheid (Chamberlain = genaturaliseerde Duitser) –> standaardwerk raciaal antisemitisme in Dtsl.1899.

p391

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Werd het raciale denken alleen door radicale nationalisten en antisemieten uitgedragen voor WO I?

A

Nee, ook door li en re intellectuelen. Allen bang voor aantasting nationale en raciale zuiverheid, want strijd om het bestaan in het geding.

OOK:
Intellectuele tegenstanders, steefden naar universele gelijkheid.
1911 eerste Universal Races Congress

p392

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is nieuw nationalisme / radicaal nationalisme / voelkisch nationalisme?

A

Gevolg van het idee van continue strijd om bestaan en raciale/nationale degeneratie.
O’rijk/Hong, Dtsl, Fr.
Ontwikkelde zich naast en in oppositie met off staatsnationalisme.

Staatsnationalisme: open en inclusief (reli, pol, soc)
Nieuw nationalisme (findesiecle Fr en ander Eur landen): strikt etnische definitie van natie; uitsluiting groepen. Ook: antiparlementair, populistisch, tegen pol establishment.

Vb: Barres (Fr)

  • Hoopte dat door esthetisch non-conformisme het opportunistische, materialistische en corrupte regime van Derde Rep aan de kaak te stellen. La Culte de Moi (moi = nationale collectief)
  • Bekering tot rechts nationalisme: crises Derde Rep in jaren 80/90 (Boulanger/Dreyfuss). Deelde Boulanger’s kritiek op gematigde en pacifistische buitenl pol, te weinig toeleggen op revanche en deelde antiparlementarisme.
  • Begin jaren 90: verenigen van socialisme en nationalisme: econ protectionisme, weren immigranten –> hoopte op bredere basis verzet parl bestel. Antisemitisme neemt belangrijker plaats in zijn denken in.
  • Na 1900: nationale denken verandert richting historisch en conservatief. Fransen moesten zich laten leiden door stem van de aarde en de doden. Staat tegenover decadente moderne samenleving die vervreemd is van haar verleden. Cultus verloren Elzas-Loth steeds belangrijker (grenslanden kern van Fr natie, van Latijns-Fr beschaving). Cruciaal middel van Barres om Fr natie te wekken en revitaliseren.

p394

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe verschilden Barres en Maurras (voorman Fr re nationalisme) van visie?

A
  • M ijverde voor herstel vooraanstaande positie kath kerk en terugkeer monarchie, heroprichting adel en federalisering staat. ==> in antiverlichte, antirevolutionaire traditie vroege 19eS
  • B streefde naar verzoening van Fr van de revolutie en Fr van de contrarevolutie. Bestreed na Dreyfuss (genationaliseerde/gerevitaliseerde) republikeinse staatsvorm niet meer.

p396

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Barres’ nationalisme kwam niet voort uit bestaande rechtse Fr traditie uit kath contrarevolutie. Waar liggen de wortels voor het nieuwe fenomeen van Barres’ nationalisme?

A
  • Fr traditionele conservatisme
  • li revolutionair nationalisme van prominente intellectuelen (Michelet, Taine, Renan).

p396

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De overeenkomst tussen het Dts en Fr radicale nationalisme is dat het eerder voortkwam uit een zorg over de zwakte van de nat identiteit dan een rotsvast vertrouwen in de nat superioriteit. Wat waren de grote verschillen?

A

Fr:

  • sterk beinvloed door revanchegedachte
  • cultus van verloren provincies Elzas en Lotharingen

Dts:

  • Dtse eenwording is onvoltooid
  • nationalistische organisaties (hadden onafhankelijke positie; vaak werd gedacht dat het instrumenten van de pol elite waren om aandacht van interne spanningen af te leiden waren)

p396

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verklaar de opkomst van de radicaalnat organisaties en wat zij stimuleerden.

A
Aftreden Bismarck (had monopolie nationale symbolen) 1890:
- rad nationalisten konden nu kritiek leveren op overheidsbeleid

Stimuleerden:

  • Dtse taal
  • Dtse scholen
  • Dtse immigratie
  • germanisering oostelijke provincies
  • bevordering oprichting kolonien
  • opbouw vloot.

Ontstonden uit particulier inititatief. Bv Patriotenbund (ook: oprichting monument Volkerenslag) en Alldeutsche Verband (ADV 1891).

p397

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Beschrijf de opkomst en vroege ontwikkeling van de ADV.

A
  • 1891 opgericht
  • stimuleerde
    • Dtse gemeenschappen elders
    • Dtse bewustzijn in Dtsl
    • rol Dtse rijk als wereldmacht
  • 1893 olv Ernst Hasse (nat-lib)
  • 1896 populariteit stijgt door hun aanwezigheid in de media tav vlootopbouw
  • weer meer leden door spanningen met GrBr en Boerenoorlog Z-Afr (1899-1902)
  • ook nauwe samenwerking met rijksautoriteiten (mn Von Tirpitz)
  • profiteerde van uitgebreide middelen staatspropaganda.

p397

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De spanningen tussen het ADV en de rijksautoriteiten drukten zich uit in twee verenigingen: ADV en Flottenverein. Vertel hierover.

A
  • Von Tirpitz bezorgd dat voortijdig conflict met GrBr de vlootopbouw in gevaar zou brengen –> richtte Deutscher Flottenverein (meer staatscontrole) op. Kreeg kwart mio leden (1902)
  • ADV had op hoogtepunt 23.000 leden (middensegment Bildungsbuergertum). MAAR invloedrijk want:
    • leden waren tegelijk ook lid van andere nationalistische partijen
    • dus centrale positie in nat publieke ruimte van wilhelminisch Dtsl
    • belangrijke rol bij ideologische uitwerking vh rad-nat gedachtengoed.

p397

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De relatie tussen het ADV en de staat verzuurde na 1900. Waardoor?

A

ADV:

  • scherpe kritiek op overheid inz buitenl politiek tav GrBr
  • scherpe kritiek op gebrek aan steun voor Dtse gemeenschappen in Habsb rijk
  • afname ledental door
    • tegenwerking overheid
    • einde Boerenoorlog 1902
    • afname vlootenthousiasme
  • crisis in ADV; leiderschap overgenomen door Heinrich Class
    • ADV steeds kritischer jegens officiele politiek
    • raciaal antisemitisme steeds meer deel van ideologie
    • aanknopen contacten met andere racistische en antisemitische organisaties.
  • def breuk regering en ADV: Tweede Marokkocrisis 1911
  • ADV probeert dmv nat coalitie regeringsbeleid te beinvloeden en een agressievere nat politiek af te dwingen ter voorbereiding op de als onvermijdelijk beschouwde oorlog met Fr.

p399

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vat het voelkische gedachtengoed van de ADV samen

A
  1. natie is etnisch-linguistische entiteit, losstaand van staat
  2. volk is tijdloos en onveranderlijk, staat is tijdelijke constructie, die aan belangen van het volk dient te worden aangepast, niet andersom
  3. Duitssprekenden (Habsb, O-Eur) horen bij Dtse rijk/volksgemeenschap. Maar niet: Pools, Frans, Deens en Joods
  4. Slav volkeren en nat minderheden (Polen, Joden) zijn bedreiging voor Dtse volksgemeenschap (‘vloedgolven, parasieten, kankergezwellen’).

p399

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe zagen de leden van ADV zichzelf?

A
  • kleine elitaire voorhoede
  • tot taak om natie te wekken
  • te leiden in naderende eindstrijd tussen goed en kwaad (omschreven in chr-eschatologische metaforen)
  • behalve strijd ook centraal: ‘orde en discipline’: natuurlijkste eigenschappen van Deutschtum –> Dtse natie heeft recht om te heersen over andere nationaliteiten.

p400

17
Q

Hoe zag het ADV de volksgemeenschap?

A
  • homogeen, organisch en hierarchisch
  • elke klasse/groep had eigen taak/positie in volkslichaam
  • vrouwen: dubbelzinnig
    • privesfeer is haar domein, publiek van man (mannelijkheid = viriliteit, activiteit, kracht) –> onderschikking aan man
    • eerst verantwoordelijke voor voortplanting = continuering/gezondheid vh volk –> politisering baarmoeder
    • soms: vrouwen gebruiken rad nationalisme als middel voor emancipatie (vrouwenafdelingen bij enkele rad-nat organisaties).

p400

18
Q

In de snel veranderende wereld rond 1900 hielp de ideologie vh rad-nat die te begrijpen in termen van een nat volksgemeenschap. Was die ideologie conservatief / revolutionair / utopisch / rationeel?

A
  • Conservatief: nee
  • Revolutionair/utopisch: ja –> streven nationalisten naar radicale herordening maatschappij, realisatie zuivere volksgemeenschap
  • Rationeel: ja, onderbouwing opvattingen met (pseudo)wetenschappelijke inzichten (soc-darw, raciale wetensch theorieen).

p400

19
Q

De rad-nat verenigingen hadden voor WO I, ondanks grote invloed via manifestaties, publicaties en informele netwerken grote invloed op publ opinie en soms op het regeringsbeleid, maar maakten op nat niveau geen deel uit van pol establishment. Hoe verging het hen na WO I?

A

Door extreme ervaringen en felle nat sentimenten tijdens WO I + woede over vernederende afloop –> voedingsbodem voor snelle opkomst rad-nat krachten vanuit periferie naar pol centrum.

p401

20
Q

Vanaf de jaren 70 19eS veranderde het beleid tav de overzeese Eur kolonien. Hoe heet dat en wat behelst het?

A

‘Nieuw’/’modern’ imperialisme.
- informele aanwezigheid (netwerk van handelsknooppunten/zeehavens) ingeruild voor kol staten die integraal deel uitmaken van moederland (= opname in kol imperia).

p401

21
Q

Welke landen breidden hun koloniale invloedssferen waar uit?

A

Afrika:

  • zdl van Sahara 1878 verdeeld tussen Fr en GrBr
  • Congo bezit van Koning Belgie
  • Dtsl: laat begonnen (Namibie, Kameroen, Togo, Tanzania)

Dtsl bezat ook; NO-Nw Guinea en eilanden Stille ZdZee

VS en Japan: verdeelden rondom Grote Oceaan

China: Eur mogendheden versterkten greep (Bokseropstand, 1900)

Periferie Indische Archipel en Braz regenwouden: bij Nld en Braz staat gevoegd.

p401

22
Q

Hoe drukte het modern imperialisme zich uit en welke middelen waren daarvoor nodig?

A
  • geografische omvang nam toe
  • mate van controle door Eur staten over kol samenlevingen ook
  • Welslagen afhankelijk van technologische vernieuwingen (leger, marine, spoor-/waterwegen, medicijnen, communicatie).

p401

23
Q

Welke verklaringen worden gegeven voor het ontstaan van het nieuwe imperialisme?

A
  • LAATSTE STADIUM KAPT ECONOMIE (Marxistische historici): noodzaak grondstoffen, afzetmarkten en investeringsmogelijkheden leidden tot imp.
  • REACTIE POL ELITE OP CRISES IN PERIFERIE IMPERIUM (Gallagher, Robinson): in jaren 70 trad econ structuren ondermijnd –> directe controle door Eur mogendheden
  • MACHTSPOLITIEK/DIPLOM OVERWEGINGEN (Bayly): imp moet begrepen worden in samenh met mod nationalisme.

p402/wb4-16

24
Q

Welke verklaringen worden gegeven voor de interactie tussen nationalisme en imperialisme?

A

Niet eenduidig te beantwoorden:

1) RIVALITEIT tussen Eur staten: gebied elders vergroten
- EXTRA ECON MIDDELEN om concurr in Eur te overleven
- LEVENSRUIMTE waar naties zich konden ontwikkelen en nwe vitaliteit opdoen
- SOC-DARWINISME stimuleerde opbouw wereldwijde imperia als noodz voorwaarde voor overleving en groei
- NATIONAAL PRESTIGE

2) KOL CONFLICTEN (bv Boerenoorlog) riepen golf van nationalisme ivm stamverwantschap op. Intensiveren:
- eigen nat bewustzijn
- animositeit jegens andere Eur natie (ic GrBr)
vb2: Marokkocrisis II - def breuk ADV en regering Dtsl –> kol crisis test voor prestige/macht Eur mogendheden (mn GrBr want monarchie + imperium + nat identiteit = samenhangend geheel).
- Nat identiteit: wereldtentoonstellingen eigenl prestigeslag van imp mogendheden.

3) BEWUSTWORDING INHEEMSE BEV en ontwikk nat identiteit in kolonien zelf. Modern nationalisme beperkte zich niet tot Eur continent. Gebaseerd op Brits voorbeeld EN eigen specifieke ontwikkelingen:
- nadruk op homogene bevolkingen, strikt omlijnde (reli) identiteiten.

Wereldwijd was verscherping grenzen tussen identiteiten, religies en culturen (1848-1914).

p403/wb4-17

25
Q

Fr is een voorbeeld dat nationalisme en imperialisme niet altijd hand in hand gaan. Beschrijf.

A

1880-1900: debat over wenselijkheid actief kol beleid

  • Imp ondersteund door de elites (politici, ondernemers, wetenschappers): compensatie nederlaag tegen Dtsl + grote econ belangen + vervanging Elzas-Loth (in Algerije).
  • Clemenceau: kol leidt aandacht af van herovering Elzas-Loth. Eigenbelang kleine kapitalistische elite.
  • Barres (rad-nat): imperialisme leidt aandacht af van Elzas-Loth (= kern van Fr natie)
  • Drumont: imp = Joodse samenzwering om Franse soldaten te laten sneuvelen voor gewin; kol waren het zuivere Fr bloed niet waard.

1900: consensus noodzaak opbouw kol imperium ‘la plus grande France’.
- Jaures (links): beschavingsmissie (vs GrBr en Ned imperia, uit op econ gewin)
- rad-nat: revitalisatie natie door kolonisatie; harden voor toek strijd met andere Eur naties (ecole d’energie voor superieure mens).

p406

26
Q

De auteur betoogt dat de processen van staats- en natievorming geen onvermijdelijke uitkomst zijn (‘nationalisme heeft contingent karakter’), zoals 19eS nationalistische geschiedschrijving ons graag wil laten geloven. Waaruit blijkt dat?

A
  • leek er meer op dat Eur gedomineerd zou gaan worden door Tweede Fr Keizerrijk
  • bepalende rol verenigd Dtsl 1870-1914 niet te voorzien
  • It eenwording 1852 was nationalistische droom
  • Verenigd Scandinavie niet ondenkbaar
  • Proclamatie Fr rep 1870/71 niet logische vervolmaking van rev 1789
  • ondergang drie grote dynastieen niet onvermijdelijke uitkomst van verouderde staatk constructie (of nationalisme!) maar gingen ten onder door deelname WO I.

p407/wb4-18

27
Q

Hoe ontwikkelde het nationalisme zelf zich 1848-1914?

A
  • 1850: ideologie voor progressieve revolutionairen, die door interne verdeeldheid en mil veerkracht waren verslagen
  • verschil met 1e 1/2 19eS: veranderde in instrument ten dienst van staatsmacht (‘staatsnationalisme’). Door Realpolitiker ingezet voor machtspol doeleinden
  • Off staatsnationalisme: laatste decennia 19eS: streven vorming homogene nat bevolking, loyaal en vaderlandslievend (mn door mil nederlagen) –> verplicht lager onderwijs, nat standaardtaal, dienstplicht. Open/inclusief karakter.
  • jaren 80 (Fr, Dtsl, Eur landen): nieuwe, integrale voelkisch, populistisch en radicale nationalisme (gesloten/exclusief karakter). Versterkte deels staatsnationalisme en concurreerde ermee.
    • wijzen op binnenl/buitenl vijanden
    • gesloten, raszuivere, etn homogene natie
    • gebruik pseudowetensch theorieen (ras, soc-darw)
    • gangbaar onder brede lagen vd bevolking
    • coll herdenkingen vd napoleontische oorlogen
    • overwinningen toegeschreven aan volk, niet elite (Dtsl, Rusl)

p408/wb4-17

28
Q

Stonden de verschillende vormen van nationalisme 1848-1914 in Eur los van elkaar?

A

Nee, nauw verbonden. Wederz beinvloeding (bv Pools/Duits; Russ/Pools). Wederzijdse interactie (niet zozeer beinvloeding periferie door centrum).
- Ook: vergelijkbare ontwikkeling in versch Eur landen/regio’s, maar met div vormen (oud en nieuw) naast elkaar, in wisselende verhoudingen van intensiteit.

p409

29
Q

Wat was het gevolg van de steeds homogenere nat identiteiten?

A

Naties/staten hadden steeds minder met elkaar gemeen (ook in veelvolkerenstaten, bv Hongaren, Tsjechen, Roemenen, Duitsers).

Eind 19eS: verschillen toenemend onoverbrugbaar. Men realiseerde zich niet dat buurstaten een vergelijkbare ontwikkeling doormaakte.

Nat herdenkingsdagen en feesten rond 1900 hadden vnl overeenkomsten: uitingen van verhevigde pol en cult natievorming.

==> Paradox: ontwikk en groei nationalisme in alle uiteenlopende vormen/varianten in deze periode is een gemeenschappelijke Eur ervaring.

p409

30
Q

‘Crisis van de rede’. Welke ‘rede’ en welke factoren bewerkstelligden de crisis?

A

Burrow: rede = het lib gedachtengoed dat zich sinds midd 19eS ontwikkelde. Mens is rationeel en zelfstandig handelend wezen. Mensheid ontwikkelt zich continu.
Werd ondergraven door visies waarin mens intuitief, door driften bepaald handelt (Freud). Nietzsche: mens tracht ten koste van anderen te overleven.
–> afkeren van burgerlijke/christelijke normen en waarden. Jeugd, kracht, emotie, mannelijkheid, strijd essentieel voor scheppende kracht mens. Weerklank bij kunstenaars/schrijvers.

wb4-15

31
Q

De notie van de continue strijd om het bestaan en nwe visies tav ontwikkeling menselijke samenlevingen obv Darwin’s evolutieleer beinvloedden elkaar zeer. Hoe? (soc-darw, raciaal denken, eugenetica, degeneratie/verval).

A
  1. leven is continue strijd om bestaan verknoopt met evolutiebiologie Darwin: survival of fittest
  2. sociologen/antropologen pasten dit toe op ontwikk menselijke samenlevingen: sterken overleven (soc-darwinisme)
  3. mentale en fysieke degeneratie burgers oiv modernisering. Verval natiestaten werd gevreesd –> campagnes om nat weerbaarheid te versterken
  4. sterke en zuivere natiestaat: cruciale vw is sterk en zuiver ras –> eugenetica (= actief ingrijpen om voortplanting van ‘onzuiveren’ te voorkomen) leek logisch.

wb4-15

32
Q

Eind 19eS openbaarden zich nieuwe vormen van nationalisme. Zijn die verschillend in Fr en Dtsl? Typeer.

A

Nieuw nationalisme ofwel radicaal of voelkisch nationalisme.

  • Gebruikte pseudowetensch beeldvorming over de mens en ontwikk samenlevingen
  • Fr EN Dtsl:
    • felle, radicale en raciaal onderbouwde visie op natiestaat. Etn-ling criteria. Agressief jegens minderheden (ADV en Action Francaise), bereid hen uit te stoten.
    • Assertieve buitenl politiek.
    • Totstandkoming organische, hierarchische, raszuivere volksgemeenschap.
    • Niet conservatief (‘revolutionair en utopisch).

wb4-16

33
Q

Welke veranderingen voltrokken zich in laatste decennia 19eS in omgang van Eur staten met kolonien?

A

Was: informele aanwezigheid (handels-/maritieme belangen voorop).
Veranderde va jaren 70: formele aanwezigheid. Opbouw kol staten door Eur ambtenaren, onderwijzers, militairen, zakenlui etc. = modern imperialisme.

wb4-16