16-Afgrond Wboek Flashcards
In welk opzicht zet de auteur een stap verder dan het standaardrepertoire van de deze periode?
In twee opzichten afwijkend:
- Duitse positie in Interbellum niet zo uitzonderlijk als vaak aangenomen
- Besteeds relatief veel aandacht aan ontwikkelingen in M-/O-/Z-Europa.
wb1-1
Welke centrale vraag stelt de auteur? Mbv welke factoren naar antwoorden zoeken?
Waarom de Eur zelfdestructie en mn de extreem gewelddadige wijze waarop dit 1930-45 geschiedt.
Relatie met nationalisme.
- WO I en erfenissen
- Ontbinding 3 grote multinat imperia na 1918 incl samenhangende etn problematiek
- Rassendenken en soc-darw.
wb1-2
Wat bedoelt auteur met transnationaal perspectief?
- De kwesties die worden behandeld als zodanig niet tot een specifieke natiestaat kunnen worden herleid.
- Overstijgen context van trad nationale en intl kaders.
wb1-3, p22noot10
Waarom is WO I grootste breuk in Eur gesch sinds Fr Rev?
- WO I beeindigde periode v betrekkelijke vrede, soc stabiliteit en groeiende welvaart
- Ten koste van miljoenen mil en civ slachtoffers
- Einde aan pol bestel dat op ancien regime leek
- Grote multinationale staatk verbanden verdwenen; multinat en multicult karakter ook
- Pol-staatk kaart van Eur ingrijpend gewijzigd (zie IV en V); nwe staten ontstaan met tal v nat minderheden
- Gevolgen WO I voedingsbodem voor totalitaire ideologieen (fasc en nat-socialisme), die leidden tot WO II.
wb2-1
Welke twee hoofdproblemen signaleert auteur, die onlosmakelijk met uitbreken WO I verbonden zijn? Welke kwesties speelden? Welke ontwikkelingen in dat verband?
1) Balkan:
Gespannen situatie ontlaadde zich op versch momenten
- 1908 annexatie Bosnie-Herz door O’rijk-Hong: kwaad bloed bij Serv nationalisten
- Coalitie Russen/Serven/Grieken/Bulgaren/Montenegrijnen greep erosie Ottom macht aan om Turken vrijw uit Eur te verdrijven (1e Balkanoorlog 1912)
- Coalitie raakt slaagt over verdeling (2e Balkanoorlog 1913)
- Beide: veel geweld tegen nat minderheden, volksdeportaties, etn zuiveringen
2) Duitsland
Buitenl beleid va 1908 op 2e Dts Keizerrijk gericht op uitbreiding invloedssfeer M-/O-/ZO-Eur, gesteund door rad-nat buitenparl belangenverenigingen (bv ADV). Drongen aan op etn en cult homogeen Dtse Volksgemeinschaft, met inbegrip van miljoenen etn Duitsers buiten rijksgrenzen.
Terr expansie icm uitsluiting v niet volwaardig Duitse etn-reli minderheden + Eur machtspol verhoudingen waardoor wapenwedloop + angst legerleiding voor toek conflict met Rusl ==> breed gedragen rad-nat militaristisch klimaat.
Eur bondgenootschappen inz mil bijstand:
- Triple Entente: Fr/Eng/Rusl
- Triple Alliance: Dtsl, O’rijk-Hong, It.
==> ook elders in Eur nationalistische sentimenten in staat en natie.
wb2-2
Welk aandeel heeft nationalisme in uitbreken WO I? Welke ontwikkelingen op dit gebied in WO I?
Geen eenduidig antwoord: WO I zowel oorzaak als gevolg voor nationalisme in Eur.
Rol nationalisme:
Voor WO I:
- nat krachten en spanningen op Balkan (‘nationaliteitenvraagstuk’)
- groeiende angst vh Habsb rijk voor machtsverlies
- Dtse machtsstreven op Eur continent
- nat spanningen binnen Eur staten; bestemdiging v rad-nat denkbeelden/gevoelens (Dtsl, Fr)
Tijdens WO I:
- Versterking nat gevoelens in oorlogvoerende staten, gerel aan oorlogsverloop
- Versterking/verheviging nat gevoelens in oorlogv staten ihkv totale oorlog: mobiliseren thuisfront dmv staatspropaganda ve expl nat strekking
- Versterk/verhev nat gevoelens/ambities v statenloze volkeren in bezette gebieden en volken in vijandelijke rijken door oorlogv landen
- Nat geinspireerde betrokkenheid taande bij grote delen bevolking en/of sloeg om in haar tegendeel, gepaard met protesten, stakingen, onlusten, roep om vrede.
CONCL AUTEUR:
nationalisme niet alleen 1 vd belangrijkste oorzaken vh uitbreken WO I maar versterkte ook, icm uiteenvallen grote multinat imperia, nat drijfveren/krachten.
wb2-3
Wat is de achtergrond vd pogroms tegen de Armeniers 1894-1917. Waarom hier nog geen genocide en wel in periode 1915/7?
2e 1/2 19eS: machtsverval sultans mn op Balkan bij chr minderheden en deels mislukte hervormingspolitiek. Despoten wijzen Armenen aan als oorzaak (disloyaal, contact met vijandig Rusl, streven naar onafh + te seculier/westers/rijk)
==> positie Armenen verslechters snel + geweldd pogroms = opmaat voor daadw genocide 1915-7.
Hangt direct samen met opkomst van ultra-nat Jong-Turken (regeneratie mod Turkije obv Turkse cultuur, identiteit en superioriteit).
Beleidsmatige, bewust georganiseerde moord op gehele bevolkingsgroep door (ic massadeportatie naar Syrische woestijn):
- verlies terr en macht op Balkan
- oorlogsverloop (Turkije aan zijde Dtsl en O’rijk-Hong)
- stichting Arm staat
- indiensttreding Arm’s in Russ leger
- dreiging Russ steun aan onafh Armenie
= genocide (ipv eerdere ‘spontane’ en lok/reg pogroms).
NB: Kristallnacht-pogroms WEL van hogerhand en op nat schaal.
wb2-4
Wat was de situatie in Eur na WO I?
Elementen:
- hoop op nwe toek met vrede en welvaart
- groot fysiek en mentaal leed, milj doden, milj oorlogsinvaliden
- sterk verzwakte nat economieen (Dtsl bezwijkt onder torenhoge inflatie)
- pol chaos en instabiliteit, vooral waar nog geweld was (Polen, Rusl, Turkije)
- angst verspreiding bolsj
- burgeroorl-achtig Dtsl en Hong; hevige burgeroorl in Rusl; Eng en Dtse mil interventies tegen bolsj in Letl en Estl
- vloedgolven van pol vluchtelingen; gedw deportaties
- grote groep statenloze Eur en nwe natiestaten en nwe nat minderheden tgv vrede v Parijs
- revanchisme en getraumatiseerd nationalisme vd verliezende natiestaten door zware sancties ivm deelname WO I
- nationalisme in Eur na WO I weer een dominante kracht in nat en intl pol verhoudingen.
wb3-1
Wat zijn de ontwikkelingen in Rusl na 1917 (aftreden Tsaar) tot 1921 (overwinning Roden).
- Aftreden ts –> Feb revolutie en komst min/meer lib Voorl Regering. Continueerde oorlog, geen landbhervormingen ==> massale onvrede bevolking ==> Okt revolutie, soc-rev bolsjewieken ad macht.
- Vier jaar burgeroorlog: antibolsjewieken vs bolsjewieken, zeer gewelddadig. 1921: Roden consolideren macht en bouwen dictatoriale, totalitaire staat op, gehandhaafd mbv terreur en extreem geweld.
wb3-2
Wat waren ontwikkelingen in nationaliteitenbeleid van Lenin en Stalin?
Lenin:
Erkende zelfbeschikkingsrecht, mate van autonomie, cult/econ vrijheid, want bevreesd voor uiteenvallen jonge SU. Stond haaks op afwijzing natiestaat door marxistische partij-ideologie.
Stalin:
Verordende uitschakeling van alle krachten die hij pot gevaarlijk achtte voor ‘socialisme in 1 land’. Nat autonomie alleen binnen kaders vd steeds sterker gecentraliseerde comm dictatuur. Va 1935 uitlopend op complete terreur vd als vijandig beschouwde volken, gedwongen geweldd deportaties, etn zuiveringen en verheffing vd Groot-Russ natie boven de andere Russ naties.
wb3-3
Wat was het doel van de Parijse Vredesconferentie? Hoe werd opdracht uitgewerkt? Welke kwesties dominant?
Centraal doel: sluiten van verdragen met verliezende deelnemers aan WO I –> herinrichting naoorlogse Eur geopolitieke orde. Afzonderlijke verdragen met verliezende partijen: opgelegd.
Betrof:
- territoriale regelingen
- fin regelingen
- collectieve veiligheidsregelingen
Belangen:
Fr: streefde naar totale uitschakeling v Dtsl
GrBr: wees op strat en econ positie Dtsl voor toek vrede in Eur
VS: nwe wereldorde met zelfbeschikking voor volken en oprichting Volkenbond (supranationale org voor handhaving wereldvrede).
wb3-4
Welke gevolgen hadden vredesbepalingen voor verliezers?
Allen: verloren aanzienlijke delen v grondgebied (kaart V); herstelbetalingen
Dtsl: verloor kol bezittingen in Afr en Verre Oosten; Rijnland perm gedemilitariseerd; legermacht grotendeels ontwapend en gereduceerd, onder controle Volkenbond.
wb3-5
Vrede van Parijs: wat was de oplossing voor het uiteenvallen van de grote multinat rijken/voorkomen pol spanningen tgv streven naar eigen natiestaat van volken met eigen talen/culturen in M-/O-Eur?
- Opnemen minderheidsverdragen in intl recht: regeringen verplicht minderheden recht te geven op eigen taal/cult, vrijheid v godsdienst, gelijke behandeling voor de wet etc.
- Impliciet: verwachting dat de uitvoering hiervan zou bijdragen aan assimilatie van minderheden.
- Pol elite in die landen afwijzend to rechten v minderheden.
- Volkenbond had geen machtsmiddelen en belemmerd door ontbreken van vereiste unanimiteit. Uiteindelijk werd VS geen lid van V’bond.
wb3-6
Welke kritiek op Volkenbond signaleert auteur? Welke nuancering?
- Betrokken landen te hard gestraft –> gevoelens van revanche en icm econ crisis, chauvinistisch nationalisme ==> voedingsbodem voor radicale, autoritaire en raciale vormen van nationalisme. Konden politici toen niet voorzien!
- Minderheden beleid functioneerde niet consequent
Problemen Eur 1919 niet allemaal door Vrede van Parijs + in de hand gewerkt door gebrekkige uitvoering vredesbepalingen mn landen zonder lib/democr traditie. Erfenis vh nationalisme + mat en immat gevolgen WO I bemoeilijkten uitvoering. VvP ook succes.
wb3-7
Wat was situate vd nwe natiestaten in M-Eur tijdens Interbellum?
Geopolitiek: een cordon sanitaire tussen Dtsl en SU. Nadat Hitler ad macht was gekomen zaten ze in de tang tussen deze totalitaire staten met expansionistische ambities tav deze landen.
Staten zelf: conservatief, arm en bevreesd voor nat ambities van hun buren en van hun minderheden. Pol/econ/soc modernisering kwam niet vd grond. Continu minderhedenproblematiek.
==> in deze instabiele situaties kwamen autoritaire, radicaal-nat regimes ad macht (beh Tsj-Sl).
wb3-8