1-Nationalisme in kaarten p36-41 Flashcards

1
Q

Wat is het verschil tussen kaarten I - VII en VIII - X?

A

I - VII is een overzicht van staatk en geopolitieke ontwikkelingen gedurende meer dan twee eeuwen
VIII - X tonen de spreiding van volkeren en talen

p37

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
Kaart I (Eur staatkundig 1789): overzicht staatk verhoudingen eind Ancien Regime, vooravond Franse Revolutie.
Wat merk je op aan:
- Centraal Europa en Italie
- Oost-Europa
- Polen
- Noord-Europa
A
  • Centraal Eur/Italie: versnipperd
  • Oost-Eur: drie veelvolkerenstaten Oostenrijk, Rusland en Turks-Ottomaanse Rijk
  • Polen: groot maar brokkelt af. Drie delingen, naar Pruisen, Oostenrijk en Rusland.
  • N-Eur: Deense Kroon unie van Dk, Noorw, IJsland. Zweden ook ibv Finland

p37

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kaart II en VIII: Kaart na Congres van Wenen (1814/15). Uitgangspunt was restauratie, legitimiteit en solidariteit. Welke kanttekeningen vallen hierbij te maken tav

  • Frankrijk
  • Nederlanden
  • Oostenrijk
  • Polen
  • Rusland
  • Zweden
  • Pruisen
  • Etnische/taalkundige toestand in verhouding tot politiek-staatk in centrale as Europa en Oost-Europa (kaart VIII)
A
  • Frankrijk: weinig in te brengen. Nieuw Verenigd Koninkrijk der Nldn olv Willem I (N Nldn, Oostenr Nldn, Prinsbisdom Luik)
  • Oostenrijk: kreeg Galicie, Italie en Dalmatie. Donaumonarchie als continentale mogendheid. Claim op Duitse Bond
  • Polen: kleiner koninkrijk, niet zelfstandig (‘Congres-Polen’). Personele Unie met Rusland
  • Rusland: streefde naar assimilatie van Polen. Verkreeg Finland
  • Zweden: moest Finland afstaan, ook Pommeren aan Pruisen, gecompenseerd met personele unie met Noorwegen.
  • Pruisen: Pommeren erbij en in westen van Dtsl, Westfalen en Rijnland –> lag nu meer in hart van Europa

Icm kaart VIII:

  • Centrale as Europa: homogeen vwb etnisch en taalkundig, lappendeken in pol-staatk opzicht
  • Oost-Europa (Habsb Donaumonarchie, Russische tsarenrijk, Ottomaanse sultan): etnisch/taalk heterogeen, pol-staatk homogeen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kaart III: staatk situatie 1880, kort na Balkancrisis (1875-1878), Russ-Turkse Oorlog (1877-1878) en Vrede van San Stefano (1878) en Congres van Berlijn (1878). Wat waren de gevolgen voor

  • Roemenie en Servie
  • Bulgarije
  • Rusland
  • Oostenrijk
  • Welke nieuwe staten verschijnen ten tonele?
  • Donaumonarchie
  • Ottomaanse Rijk
A
  • Roemenie en Servie: onafhankelijk (1878)
  • Bulgarije: vorm van autonomie binnen Ottom Rijk
  • Rusland: Bessarabie erbij
  • Oostenrijk: bestuur over Bosnie en Herzegovina erbij
  • Nieuw: Duits Keizerrijk (1870) en Koninkrijk Italie (1871) (staatk vertaling etnische en taalk homogeniteit)
  • Donaumonarchie wordt Oostenrijks-Hongaarse Dubbelmonarchie (1876)
  • Ottom Rijk: afbrokkeling Eur gebied + contouren nieuwe staten daar (bv Griekenland, 1830) –> meer dan in 1815 tegemoet komen aan etnische en taalk diversiteit ZO-Europa.

p38

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kaart IV: vooravond WO I (1914). Wat valt op aan:

  • Ottomaanse Rijk
  • Zweden
  • Belgie
  • Duitsland
  • Oostenrijks-Hongaarse imperium
  • Rusland
  • Balkan
  • Midden/Oost-Europa
  • Baltisch gebied
A

Tgv nationalisme als integrerende factor (interne samenhang en staatsvormende kracht):
- Ottomaanse Rijk: gereduceerd in Eur tot Bosporus/Zee van Marmara. Bulgarije en Albanie: onafhankelijk; Macedonie opgedeeld tussen Grieken, Serviers en Bulgaren. Kreta nu Grieks.
- Zweden: sinds 1905 Zw en Noorw zelfstandige koninkrijken.
- Belgie: sinds 1830 onafhankelijk
- Duitsland: annexatie Elzas-Lotharingen (1870)
Tgv destructief nationalisme:
- Oostenrijk-Hongaarse imperium, Rusland, Ottom Rijk (1917-1919): valt uiteen/gekortwiekt. Nieuwe staten als Hongarije, Joegaslavie, Tsjecho-Slowakije en Polen ontstaan.
- Baltisch gebied: Finnen, Letten, Esten en Litouwers maken zich los van Rusland

p39

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kaart V: na Vrede van Versailles (1918/23)

Hoe dacht Woodrow Wilson een nieuwe wereldorde in Europa vorm te kunnen geven?

A

Blauwdruk met veertien punten met nieuwe wereldorde.
- honoreren claims op zelfbeschikking met waarborg voor rechten van etnische minderheden in nieuw gevormde staten
–> Duitse minderheden in Polen, Tsj-Slowakije, Hongarije, Rusland
–> Hong minderheden in Roemenie
–> Roem minderheden in SU
Bleef gedurende interbellum bestaan muv Anschluss (1938) en annexatie Tsjechie (1939)

p39

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Kaart V: hoe drukte het nationalisme zich uit in Duitsland en Italie?

A

Nationalistische gevoelens verbonden zich met WO I frustraties. Totalitaire staten. Territoriale expansiedrift (‘in verleden verloren gegaan gebied’). Spanningen in jaren 20 en 30, culminatie in WO II (= strijd tussen staten, naties en ideologieen)

p40

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kaart VI: Hoe wilden de VS de wereldorde herstellen na WO II?

A

Internationalisme: ipv beklemtonen nationale soevereiniteit –> intl samenwerking op gebied van
- collectieve veiligheid
- conflictbeheersing
- economische aangelegenheden
dmv erkende intl organisaties
Financiele hulp VS - ontwrichting Europa wederopbouwen, communisme indammen, afzetmarkt genereren.

p40

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kaart VI (Europa staatkundig 1945-1989): democratisch en kapitalistisch machtsblok, onderdeel van bipolaire machtverdeling VS-SU. Wat waren de gevolgen?

A
  • communistische satellietstaten in M/O-Eur
    –> afschaffing democr stelsels, pol vrijheid, vrijemarkteconomie.
  • permanente politieke spanning
  • wederz militaire dreiging
    Ec/pol/mil verzwakking SU en afname wereldcommunisme eind jaren 80 maakten einde aan Koude Oorlog

p40

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kaart VII: staatk situatie 2012. Wat valt op?

A
  • groot aantal nieuwe staten, ook kleinere, aan de westelijke rand van vm SU en Balkan (einde Joegoslavie).
  • Nationale zelfbeschikking heeft gezegevierd
  • Veel van de nieuwe staten treden toe tot EU
  • -> verwachting groei, maar ook verlies pas verworven zelfstandigheid (nationalistische reflexen)

p40

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kaart IX (Europa: bevolkingsverplaatsingen 1944-1952): Welke aspecten hebben bijgedragen aan de grotere homogeniteit (staatk/etnisch)?

A

Na WO II:
Grootschalige zuiveringen
Deportaties
Bevolkingsmigraties

p41

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Kaart X (Volkeren en talen): etnische situatie 2012. Welke conclusie mag hieruit getrokken worden?

A

Dat staatkundige en etnische verhoudingen homogener zijn dan een eeuw eerder.

p41

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kaart XI: Industrie en mijnbouw (1914)

Kaart XII: Imperialisme - de wereld in 1914

A

bekijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Geef een ruwe chronologische periodisering van de natie

A
  1. Romeinse rijk (gecentraliseerd); desintegreerd, koninkrijkjes (bv Frankische koning) ontstaan –> Karel de Grote (doel is de massa te laten produceren om geld/goederen uit de natie onttrekken om rijk te financieren). Middeleeuws.
  2. Feodaliteit (gedecentraliseerd): versnippering
  3. New Monarchies (centralisatie): ontstaan 16e-18eS. Territoir krijgt vastere vorm, centralisatie –> leger en ambtenaren (adel). W groeit. Worden vroeg-moderne staten, vorm van parlement.
  4. Natiestaten (gedecentraliseerd)

studiedag1/dec12

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke significante staatkundige, maar ook mentale breuk vindt plaats door de Fr Rev?

A

De scheiding van kerk en staat; ontvlechting (onderwijs en ziekenzorg voorheen geheel door kerk).

Aanname: als secularisatie toeneemt, is andere maatsch cohesie nodig. Verering van de natiestaat wordt nieuwe religie: altaar, vieren rev, nat. symbolen, geschiedenis is nationale termen beschrijven.

Immers: na oprichten moet natiestaat in stand gehouden worden.

studiedag1 / dec12

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly