12-Afgrond WO I Flashcards

1
Q

De auteur stelt zich een aantal vragen:

  • hoe is te verklaren dat het welvarende Europa zich vanaf 1914 in de afgrond stortte?
  • waarom waren de dertig jaar tussen 1914 en 1945 zo gewelddadig en destructief?
  • welke krachten werden losgemaakt en wat heeft dat met ‘het’ nationalisme te maken?

Welke drie factoren staan centraal?

A
  1. WO I en zijn erfenissen
  2. ontbinding grote multinationale rijken na 1918 + etnische problemen dientengevolge
  3. rassendenken en soc-darw namen hoge vlucht.

p417

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het revanchistische Dtsl in 1918 heeft een zeer grote rol gespeeld in periode 1918-1945 (Interbellum). Maar Dtsl was geen uitzondering, betoogt de auteur, de thema’s waren Europees.

Geef vb’en.

A
  • staat en natie
  • kwaliteit van de bevolking en zuivering
  • antisemitisme en etnische zuivering

==> auteur kiest voor transnationaal perspectief.

p418

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom besteed de auteur relatief veel aandacht aan M/O/ZO-Eur?

A

Problematiek van nationalisme en etn conflicten spelen grote rol in tijdvak en worden vaak onderbelicht.

  • Komt door verval drie grote multinationale imperia: problemen vd etn minderheden zijn voorafschaduwing van extreme geweld in WO II (vb homogeen Turkije 1923)
  • Na ineenstorting communistische regimes 1989-1991 blik minder exclusief op W-Eur. Burgeroorlog Joegoslavie (jaren 90), Balkanoorlogen + etn zuiveringen.

p418

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Na het neerleggen van de wapens in 1918 was in Europa niks meer hetzelfde. Wat was er anders?

A

Grootste breuk in Eur geschiedenis sinds Fr Rev:

  • einde aan toenemende welvaart en betrekkelijke pol en soc stabiliteit
  • ancien regime hield, met einde van Russ, Habs en Ottom imperia
  • Kaart Eur fundamenteel anders (3 republieken voor 1914, 18 na 1918
  • bolsjewistische revolutie had verstrekkende gevolgen voor Eur
  • voedingsbodem voor totalitaire ideologieen zoals bolsjewisme, fascisme en nazisme.

p421

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De auteur stelt dat Eur zichzelf in de afgrond stortte. Waarom?

A
  • Was eerste geindustrialiseerde oorlog in Eur
  • onbegrensde doelen
  • wrede methoden
  • veel slachtoffers
  • zou verrassingsoorlog zijn

p421

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Aan de vooravond van WO I kon niemand bevroeden dat die oorlog zo zou escaleren. Hoe zagen de omstandigheden er toen uit?

A
  • Eur beheerste de wereld, op toppunt macht
  • Uitgebreide handelsnetwerken over hele wereld
  • Snelle communicatie per telegraaf
  • Grote wederzijdse beinvloeding
  • Grote stromen migranten/handel/intl leningen
  • Staatsbemoeienis met economie vrij minimaal
  • Cultureel en wetenschappelijk toonaangevend.
  • al een eeuw betrekkelijk vreedzaam; meeste oorlogen buiten Eur
  • in pol en soc opzicht betrekkelijk stabiel
  • vrij grote mate van tolerantie en openheid tussen volkeren (multinationale steden hadden bv meerdere namen). Immers: legitimiteit oude keizerrijken gebaseerd op trouw aan dynastie, niet obv behoren tot een volk.

p422

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De aanloop naar WO I kan (excl de pessimisten als Weber en Sorel) ook anders bekeken worden, in context intl pol verhoudingen. Er zijn twee hoofdproblemen, nl.:

A

1) complexe pol en etn verhoudingen op de Balkan
2) ingewikkelde positie Dtsl in midden van Eur

Beide (verschillend) gerelateerd aan nationaliteitenvraagstuk.

p423

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

BALK

Welke drie kwesties hangen hier samen?

A

1) afbrokkelende Ottom macht
2) toenemende nationalisme vd volken in Habs rijk en Servie
3) strijd tussen O’rijk en Hong/Rusl ivm machtsvacuum Balkan.

p423

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Nationale kwestie op de Balkan werd steeds belangrijker. Grkl en Servie werden onafhankelijk, maar Tsj bijv werd dat niet toegestaan, terwijl de roep om pol autonomie sterker werden. Welke belangrijke ontwikkelingen volgden elkaar begin 20eS op?

A
  • 1908: annexatie van Bosnie-Herzegovina 1908 door O’rijk/Hong. Serven waren woedend.
  • 1912/3: Eerste Balkanoorlog. Monsterverbond (Grkl, Bulg, Serv, Montenegro = Balkanliga) verdrijven Turken van Eur vasteland
  • 1913: Tweede Balkanoorlog. Verdeling Ottom brokstukken. Macedonie verdeeld tussen Grkl en Serv –> Bulg valt aan en verliest. Servie krijgt Kosovo en groot deel Macedonie. Nationalisme en machtshonger Servie liert op (mn B-Herzeg).

Zeer gewelddadig en vooral: etnische zuiveringen en uitruil van bevolkingen. Ene zuivering riep volgende op. Etno-nationalisme.

p425

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Sinds de eenwording 1871 was de complexe geopolitieke positie van Dtsl een bedreiging geworden voor vrede en stabiliteit in Eur. Welke aspecten spelen hier allemaal een rol?

A
  • na Bismarck in 2e 1/2 19eS Weltpolitik en Flottenbau van Wilhelm II
  • streven naar kol rijk mislukt; aandacht gaat naar Eur continent terug
  • nationaliteitenvraagstuk: vele Volksduitsers buiten grenzen 2e Dtse Keizerrijk (buitenparl belangengroepen als Ostmarkenverein, Flotten- en Wehrverein, ADV streefden naar etn en cult homogene Volksgemeinschaft in 1 nat gemeenschap).

HIERDOOR:

1) binnenlands uitsluiting van etn-cult niet-Dtse minderheden (bv Joden en Polen)
2) buitenlands territoriale expansie van Dtsl (Lebensraum); in Mitteleuropa.

Grote invloed op publ opinie.

OOK:

  • grote groei leger (wapenwedloop)
  • pol en mil elite wenste uitbreiding Dtsl en controle over groot deel O-Eur
  • mil top wilde een preventieve oorlog om te voorkomen dat Rusl te sterk zou worden (1916).

p426

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat was de aanleiding tot WO I?

A
  • O’rijkse troonopvolger wordt in Sarajevo vermoord door Bosn-Serv nationalist (wenste eenheid Zuid-Slavische volken)
  • Servie hard door O’rijk aangepakt want vrees verlies machtspositie Balkan. Steun/aanmoediging bondgenoot Dtsl
  • Servie werkt niet mee aan ultimatum: oorlogsverklaring O’rijk 28 juli 1914. Servie geniet steun van Rusl ==> bondgenootschappen treden in werking.
  • 1 en 3 aug 1914: Dtsl verklaart oorlog aan Rusl en Fr

Derde Balkanoorlog escaleert in WO I.

p426

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Het nationalisme was oorzaak en gevolg van WO I. Hoe zit dat?

A

Voor WO I:

  • nationaliteitenvraagstuk Balkan
  • angst Habs rijk om macht te verliezen
  • Dts streven naar machtiger continentale positie
  • verering eigen natie
  • diep wantrouwen jegens andere landen

Door WO I:
- ontwikkeling en versterking nat gevoelens en ambities in div landen/volken.

p428

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

In aug 1914 had men ‘zin’ in de oorlog, het chauvinisme kende geen grenzen. Waar bleek dat uit?

A
  • zeer veel vrijwilligers voor het leger in GrBr en Dtsl
  • verheerlijking van de oorlog in vele gedichten
  • opvallend: (aanvankelijke) steun van intellectuelen en kunstenaars voor de oorlog
  • minder enthousiast: boeren en arbeiders
  • sterk religieuze beeldspraak in die dagen: verlossing, wedergeboorte, kruistocht, missie, profeten –> natie als plaatsvervangende religie
  • gaf zin aan het bestaan: ‘voor iets sterven ipv thuis aan iets sterven’
  • gevoel van eenheid en verbondenheid na de verdeeldheid van voor 1914 (Fr: Union Sacree)
  • leger en scholen kweekplaats voor nationalisme en vaderlandsliefde
  • ook socialisten (!) bereid de wapens op te nemen. Hoopten ook op tegemoetkomingen van overheid (bv aanpassing Pruisische drieklassenkiesrecht).

p429

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ludendorff, Lloyd George en Clemenceau realiseerden zich dat het thuisfront beslissender was voor het winnen van de oorlog dan het slagveld. Waarom?

A
  • hongersnood door voedselschaarste
  • eerste geindustrialiseerde oorlog –> kwaliteit en omvang oorlogsproductie doorslaggevend (dus: fabrieksarbeiders/-arbeidsters)
  • vanaf 2e 1/2 1916: totale oorlog (= doorbreken grenzen oorlogs-/thuisfront). Kenmerken:
    1. mobilisering gehele bevolking en alle materiele middelen ve staat
    2. radicalisering vd strijd = complete onderwerping/vernietiging (mil/econ/moreel) van tegenstander ipv veroveren provincie oid ==> zeer gewelddadig tav soldaten en burgerbevolking (excessen vnl op Balkan).

p432

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke vier theoretische criteria heeft de totale oorlog?

A
  1. totale mobilisering
  2. totale controle
  3. totale oorlogsdoelen
  4. totale oorlogsmethoden

Ludendorff en Von Hindenburg traden als leiding van het leger (1916) medenogenloos op en waren zeer machtig.

p432noot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke belangrijke nieuwe tendens werd met WO I ingezet?

A

Omdat de burgerbevolking in een totale oorlog de ruggengraat voor oorlogsvoering was geworden, werd het doelwit van de tegenstander (bv bombardementen). Dit aspect onderscheidt WO I van alle voorgaande oorlogen.

p432

17
Q

Propaganda werd ingezet om de bevolking te mobiliseren en te overtuigen van belang van vechten en offers (Ludendorff: moreel bevolking bepalend voor behalend eindoverwinning). Hoe werd het ingezet en welke invloed had het?

A

Controle over de publ opinie via censuur en propaganda. Droeg op twee manieren bij aan ontwikk nationalisme.

  1. verheerlijking eigen volk en kweken superioriteitsgevoelens + demonisering en stereotypering vd vijand (ook: achterhouden neg informatie, eenzijdig beeld van de oorlog geven. Dtsl: het is een defensieve oorlog)
  2. regeringen vd oorlogvoerende landen (Centralen en De Entente) stimuleerden volken in grote, vijandelijke imperia om een onafhankelijkheidsstrijd te voeren tegen overheerser. Doel was verzwakken van de tegenstander. Bv Polen, Finnen, Oekraieners, Ieren, Arabieren.

p435

18
Q

WO I betekende voor Dtsl uiteindelijk een splijtzwam. Hoe kan dat, als de oorlog de onderlinge samenhang en solidariteit aanvankelijk stimuleerde?

A

Oorlog duurde voort en offers werden zwaarder (Dtsl en Rusl).
- tegenstellingen arm/rijk, rad annexionisten/gematigden, gevestigden/buitenstaanders (joden)
==> eind WO I zat Dtsl in een burgeroorlog (rev woelingen)

Rusl: aftreden tsaar + bolsjewistische revolutie + burgeroorlog roden/witten
Eng en Fr: minder verdeeldheid, want overwinnaars en voedselsituatie was beter dus bevolking had minder geleden dat Dtse, Russ en O’rijk/Hong bevolking.

p435

19
Q

Wat wordt door de auteur onder genocide verstaan?

A
  • georganiseerd vermoorden ve volk
  • doel: eind maken aan collectieve bestaan ervan.

p436

20
Q

Hoe moet de volkerenmoord tussen 1915/7 van 60% van de Armeniers gezien worden?

A

Bezien tegen achtergrond van desintegrerend Ottom rijk en het willen omvormen van oude Ottom rijk tot moderne, etn homogene natiestaat door Jong-Turken.
= doodsstrijd van imperium in verval.

p436

21
Q

Sultan Abdulhamit II De Rode had een hekel aan Armeniers (niet loyaal, verbonden met vijand, onafhankelijkheidsstreven). Waren zijn pogroms (200.000 doden) genocide?

A

Nee, want niet als doel om om te verdrijven om uit te roeien, maar om te straffen.

p437

22
Q

In 1908 vond een revolutie plaats in het Ottom rijk, waarna de Jong-Turken (hoogopgeleide officieren en intellectuelen) wedergeboorte en modernisering nastreefden (spoorwegen, leger, vloot ontwikkelen). Welke invloed radicaliseerde hun aanpak?

A

Turkse nationalisten (mn Ziya/Gokalp), die deugden eigen volk verheerlijkten. ‘Multi-etniciteit verstikt Turkse nationale geest’. Pleegden 1913 staatsgreep.

Ook: verlies Ottom land in Balkanoorlogen 1912/3: verdrijving moslims en einde heerschappij na 500 jaar. Toenemend wantrouwen jegens christelijke bevolking (want verzet tegen Ottom overheersing).

==> wraak op christelijke bevolkingsgroepen in Anatolie, Armeniers, Grieken (vele Grieken al voor WO I gedwongen gedeporteerd door Turken)

p437

23
Q

Is de moord (in de schaduw van WO I) op de Armeniers genocide? Waarom?

A

Ja (Morgenthau: result of prolonged and careful deliberation). Doelbewuste uitroeiingspolitiek.

  • Ottom rijk kiest zijde van Dtsl en O’rijk/Hong. Armenen hopen met Russ overwinning op eigen staat en vechten mee.
  • Minister Talat besluit in 1915 tot massale deportatie (onder vreselijke omstandigheden) Armeniers naar Syrische woestijn. Meest weerbare worden in Constantinopen vermoord.
  • Extreem sadisme
  • Na 1915 en 1918 gaat geweld door. Olv Ataturk worden 60.000 Armeniers vermoord (1920).

p439

24
Q

Wat zijn de overeenkomsten tussen de uitroeiing van de Armeniers en de Holocaust?

A
  • extreme uitoefening van geweld tijdens oorlog die alibi en dekmantel was
  • bewuste planning en berekening (efficient vervoer/dodenmarsen)
  • extreme dehumanisering
  • beide product van uitsluitings- en vernietigingsideologieen, door overheid uitgedragen (kern: streven naar moderne, etn homogene staat en verplaatsing/vernietiging van iedereen die daar niet thuishoorde).

p440

25
Q

Etnische zuivering maakte deel uit van de Dtse oorlogsdoelenpolitiek in WO I in O-Eur. Nogal onderbelicht. Beschrijf.

A
  • Aus-/Umsiedlung: mn Poolse ongewenste bevolkingsgroepen onder dwang elders vestigen.
  • Alle Joden ook uitwijzen.
  • Class: voelkische Flurbereinigung = herverkaveling van volken, mn O-Eur + annexaties door Dtsl
  • Niet uitgevoerd, maar plannen waren er wel degelijk.
  • Grenzstreifen (Poolse grensstrook) vrijmaken van Polen voor Russlanddeutschen (Ludendorff).

==> weg gebaand voor praktijken WO II (toen daadwerkelijk Polen verdreven en vermoord).

p441

26
Q

Wat stelde de Zwitser Montandon in 1915 voor tav volksverplaatsingen?

A
  • ‘Transplantation massive’: natuurlijke grenzen volgens etn criteria leiden tot duurzame vrede en voorkomen problemen met minderheden.
  • Volken die niet opgenomen wilden worden in meerderheidsbevolking moesten gedwongen worden tot verhuizing naar nieuw gevestigde staten met hun eigen groep

Kreeg vorm in

  • Verdrag Lausanne 1923
  • Verdrag Potsdam 1945
  • Verdrag Dayton 1995 (!).

Had zich geen grote gewelddadigheden voorgesteld.

p441

27
Q

WO I wordt de oercatastrofe genoemd. Waarom?

A

Voedingsbodem

  • bolsjewisme
  • fascisme
  • nazisme
  • revanchisme
  • naoorlogs geweld
  • rassenhaat
  • sociaaldarwinisme
  • discriminatie
  • uitroeiing minderheden
  • tweede (nog ‘totalere’) oorlog met meer burgerslachtoffers

Versterkte nationalisme (icm uiteenvallen multinationale rijken) + nationalisme bron van WO I.

p442