3.3.1 kwaliteit van testen Flashcards

1
Q

Waar wordt op beoordeeld bij de uitgangspunten van de testconstructie?

A

Operationalisatie, begrippen worden duidelijk gedefinieerd en bestaan uit een aantal vragen. Als een begrip uit meerdere sub begrippen bestaat moet dit een aparte schaal krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom moeten sommige begrippen uit meerdere items bestaan?

A

Met een enkele vraag kan nooit aan alle aspecten worden voldaan, de meting is vervolgens nauwkeuriger en betrouwbaarder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is van belang bij de kwaliteit van het testmateriaal?

A

Testopgave, scoring en instructie zijn gestandaardiseerd (zoals afname condities)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is van belang bij de kwaliteit van de handleiding?

A

Moet gebruikers voldoende ondersteuning bieden voor het invullen. En er moet een samenvatting in staan van het onderzoek dat gedaan is met de vragenlijst.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de norm van een test?

A

Testscores hebben geen absolute waarde, maar een relatieve waarde ten opzichte van een referentie. Dit wordt uitgedrukt in losse scores, of gemiddelden als het om een groep gaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke 3 eisen stelt de cotan voor de normgegevens?

A

Actueel, niet ouder dan 15 jaar
representatief, bedrijfstak bijvoorbeeld
voldoende omvang, minimaal 200

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is betrouwbaarheid?

A

Dat iemand bij een volgende afname dezelfde score laat zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke 2 manieren van betrouwbaarheid meten zijn er?

A

Test-hertest, enkele weken tot een jaar
Interne consistentie methode, gemiddelde correlatie tussen alle items

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welk voordeel heeft de interne consistentie methode voor de betrouwbaarheid?

A

Het geeft ook informatie over de losse items van een schaal, lage betrouwbaarheid is slechte correlatie dus is een item niet goed.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke betrouwbaarheid is voldoende volgens de cotan?

A

Individueel een betrouwbaarheid van 0,7
Groepsniveau een betrouwbaarheid van 0,6

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is inhoudsvaliditeit?

A

Of de items representatief zijn voor het gekozen begrip

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is begrip validiteit?

A

Of de schalen in de vragenlijst de begrippen meten als bedoeld
Via statistische analyse of via vragenlijsten die hetzelfde meten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is criteriumvaliditeit?

A

Of met de score op de test een extern begrip kan worden getest zoals ziekteverzuim

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly