3.3 Patiëntgerichtheid: Gedeelde Besluitvorming Flashcards

1
Q

Waardoor is gedeelde besluitvorming ontstaan?

A
  • Ethiek: Respect voor autonomie
  • Praktijkvariatie: Afhankelijkheid zorgaanbieder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wie hebben Shared Decision Making geïntroduceerd?

A
  • Wennberg in 1970: Effective decisions en preference sensitive decisions
  • Charles in 1997: Uitwisseling informatie en behandelvoorkeuren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom moet er gevraagd worden naar behandelvoorkeuren?

A
  • Lopen vaak uiteen
  • Verschillen tussen arts en patiënt
  • Zijn lastig te voorspellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waaruit (Tussen wie) bestaat Shared Decision Making?

A
  • Patiënt
  • Arts
  • Best available evidence
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Uit welke stappen bestaat Shared Decision Making?

A

1) Informeren dat beslissing moet worden genomen en dat mening van de patiënt van belang is
2) Behandelopties uitleggen en evenwichtig voor- en nadelen benoemen
3) Voorkeuren van de patiënt bespreken met ondersteuning door de arts
4) Betrokkenheid in besluitvorming bespreken en besluit nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de voordelen van gedeelde besluitvorming?

A
  • Meer kennis
  • Meer patiënttevredenheid
  • Betere arts-patiëntverhouding
  • Minder herhaalconsulten
  • Betere therapietrouw
  • Lagere kosten door minder invasieve behandelingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de drempels voor gedeelde besluitvorming?

A
  • Arts: Niet onderkennen van voorkeur en moeite met communiceren van bewijs over effecten van behandeling
  • Patiënt: Variatie in preferentie voor deelname en minder geletterdheid
  • Praktisch: Logistiek en financieel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waaruit blijkt de nu nog beperkte toepassing van gedeelde besluitvorming?

A
  • Patiënten zijn vaak niet bewust van keuze
  • Patiëntvoorkeuren worden vaak niet nagevraagd
  • Ongebalanceerde presentatie van behandelopties (Bijvoorbeeld 67% bijwerkingen pas benoemen na besluit en 43% bagitalissatie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat gaat er vaak fout bij gedeelde besluitvorming?

A
  • Overweldiging met irrelevante informatie
  • Aanbevelingen doen voordat doel van patiënt duidelijk is
  • Beslissing geheel bij de patiënt leggen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke typen zorg zijn er?

A
  • Reactief: Na probleem, symptoom of complicatie
  • Proactief: Anticipatie problemen
  • Preventief: Voor probleem, symptoom of complicatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is transmurale zorg?

A

Samenwerking, afstemming en regie tussen generalistische en specialistische zorgverleners:
- Gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en deelverantwoordelijkheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke patiënten hebben vaak transmurale zorg nodig?

A
  • Complexe aandoeningen
  • Multimorbiditeit
  • Chronische aandoeningen
  • Afhankelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn kenmerken van continuïteit van zorg?

A
  • Soepele overgang
  • Eenduidige informatie
  • Passende zorg op meest passende plaats
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke veranderingen in de zorg hebben er plaatsgevonden?

A
  • Dubbele vergrijzing
  • Superspecialisatie
  • Substitutie intramurale zorg door 1e lijn en informele zorg (Verduurzaming)
  • Veranderde organisatievormen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waaruit bestaat het contact tussen specialist en huisarts?

A
  • Opnamebericht
  • Update (Werkhypothese, diagnose, behandeling, opname of uitslagen)
  • Tussenrapportage bij lange behandeling
  • Ontslagbrief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn kenmerken van een goede overdracht?

A
  • Tijdigheid
  • Volledigheid
  • Patiëntgerichtheid