31-60 (1.0) Flashcards
vinum
wijn / -i
castra
kamp / -orum
bonus
goed / -a, -um
aequus
gelijk, eerlijk / -a, -um
aureus
gouden / -a, -um
Graecus
Grieks / -a, -um
inimicus
vijandig / -a, -um
iniquus
oneerlijk, ongelijk / -a, -um
iratus + dat
woedend op / -a, -um
longus
lang / -a, -um
magnus
groot, balangrijk / -a, -um
malus
slecht / -a, -um
medius
middelste, het midden van / -a, -um
novus
nieuw / -a, -um
nullus
geen / -a, -um ; gen: -ius
patrius
(voor)vaderlijk / -a, -um
Romanus
Romeins / -a, -um
solus
alleen, eenzaam / -a, -um ; gen: -ius
timidus
bang / -a, -um
totus
geheel / -a, -um ; gen: -ius
pulcher
mooi / -a, -um
dux
leider / -is, m
amor
liefde / -is, m
civis
burger / -is, m
clamor
geroep / -is, m
dolor
pijn, verdriet / -is, m
error
zwerftocht, vergissing / -is, m
frater
broer / -is, m
homo
mens / -is, m
hostis
vijand / -is, m