190-218 (1.2 - 1.4) Flashcards
premere
drukken, neerdrukken / -o - pressi, pressum
parum
onvoldoende / /
satis
genoeg, nogal / /
cum + ind. pr.
toen, wanneer / /
ludus
spel, school / -i
fortuna
lot, toestand / -ae
gratus
aangenaam, dankbaar / -a, -um
maestus
droevig / -a, -um
saevus
woest, wreed / -a, -um
vivus
levend / -a, -um
potestas
bevoegdheid, macht / -tis, v
ludere
spelen, spotten / -o - lusi, lusum
ecce!
kijk! / /
vir
man / -i
copia
hoeveelheid, gelegenheid / -ae
copiae
troepen / -arum
frumentum
graan / -i
magnificus
prachtig / -a, -um
vis
kracht, geweld / geen gen., v
par + dat
gelijk aan, opgewassen tegen / (3) paris
vetus
oud / -eris
appropinquare + dat
naderen / -o
praebere
aanbieden, tonen / -eo
confidere + dat
vertrouwen / -o
contendere
zich inspannen, wedijveren / -o - contendi ,contentum
credere + dat
geloven, vertrouwen, toevertrouwen / -o - credidi, creditum
deligere
uitkiezen / -o - delegi ,delectum
fundere
gieten, verspreiden / - o - fudi, fusum
reperire
vinden, te weten komen / -io - repperi, repertum