21 - Malnutritie Flashcards

1
Q

Wat is bij ouderen vaak de oorzaak van malnutritie?

A

Verminderde inname.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel procent van de ouderen heeft een te lage inname van < 1000kcal/dag?

A

10-20%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de energiebehoefte van een gezonde oudere?

A

25-35kcal/dag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel procent van de totale calorie-inname zouden KH moeten zijn?

A

60-70%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoeveel EW per maaltijd zouden ouderen moeten innemen? Is dat meer of minder dan jongeren?

A

25-30g eiwitten per maaltijd. Dat is meer dan jongeren, omdat de processen die eiwitten omzetten in spieren minder goed verlopen, waardoor het aanbod in de voeding moet stijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef de etiologie van malnutritie gebaseerd op het acroniem meals on wheels.

A

Medicatie
Emotie
Anorexie en alcoholisme
Late-life paranoia
Slikproblemen

Orale en dentale aandoeningen
No money

Wandering (dementie)
Hyper(para)thyroïdie
Enterische problemen
Eetproblemen
Lage zout- of cholesteroldiëten
Shopping en preparatieproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de BMI streefwaarde bij ouderen?

A

23-24.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een gezonde albumineconcentratie bij ouderen?

A

> 4g/dl.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bij welke concentratie cholesterol is er bij geïnstitutionaliseerde patiënten een verhoogde mortaliteit?

A

< 160mg/dl.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef de vier stappen in de behandeling van ondervoeding.

A
  1. Optimaliserend normale voedingsinname
  2. Associatie van bijvoeding
  3. Enterale nutritie
  4. Totale parenterale nutritie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer start je enterale voeding op?

A

Wanneer ondanks optimalisatie van voeding er toch een verdere gewichtsdaling optreedt (> 5% op 1 maand).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Aan welke voorwaarde moet worden voldaan om enterale voeding op te starten?

A

Er moet minstens 80cm absorberend jejunum zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn absolute contra-indicaties voor het opstarten van enterale voeding?

A
  • Intestinale obstructie
  • Paralytische ileus
  • Hoge gastro-intestinale bloeding of tumor
  • Onbehandelbaar braken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer kies je voor een PEG?

A

Bij meer langdurige sondevoeding (>4 weken).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn contra-indicaties van een PEG?

A

Heel wat maag- en slokdarmproblemen, stollingsstoornissen en obesitas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke maatregelen worden in acht genomen bij het gebruik van sondes?

A
  • Eerst 48u dagelijks reinigen met fysiologisch water
  • Sonde dagelijks draaien met een droog steriel verband op insteekplaats gedurende 2 welen
  • Na elke toediening spoelen met 30cc water
  • Eerste 24u nuchter, op dag 2 500cc water en vanaf dag 3 voeding
  • Patiënt is (half)zittend tijdens toediening
17
Q

Welke complicaties kunnen zich voordoen bij het gebruik van sondes voor enterale nutritie?

A
  • Nausea en braken (vaak t.g.v. te snelle of te koude toediening)
  • Diarree (vaak t.g.v. hypertone voeding, te snelle toediening, langdurig AB-gebruik of te vetrijke voeding)
  • Constipatie (t.g.v. onvoldoende vochtinname of immobilisatie)
  • Verstopping van de sonde (meer bij nasogastrische sonde)
  • Hinder t.h.v. nasopharynx, rhinitis en sinusitis
  • Aspiratie
  • Hyperglycemie
  • Vochtretentie
  • Elektrolietenstoornissen
18
Q

Wat is het nut van enterale voeding bij ernstig dementerenden.

A

Ze hebben hier geen baat bij. Er is namelijk geen effect op aspiratiepneumonie, voedingsstatus, decubitus en mortaliteit. Verder is er geen verhoging van het comfort omwille van verwikkelingen van de sonde, het feit dat er soms fixatie nodig is en het leidt tot miner sociaal contact.

19
Q

Wat is het nut van enterale voeding bij patiënten in een terminale fase van een carcinoom?

A

Dit is geen goede indicatie voor sondevoeding. Er is geen bewezen invloed op de cachexie of op de overleving én er is een verhoogd risico op minder comfort.

20
Q

Wat is het nut van enterale voeding bij een slikstoornis na CVA?

A

Hier heeft het vaak wel een meerwaarde. Er is een duidelijke verbetering van de functionele status en er is meer kans op herstel van de slikfunctie, vnl. met een PEG-sonde.

21
Q

Welke supplementen kan je eventueel geven bij alcoholici en mensen met chronische ondervoeding?

A

Vitamine B1 en B6.

22
Q

Vul aan:

Bij concentraties vitamine A > 1500µg/dag is er mogelijks toename van de frequentie…

A

Heupfracturen.

23
Q

Wanneer geef je foliumzuur of vitamine B12?

A

Bij patiënten met een macrocytaire anemie t.g.v. een tekort aan deze vitaminen.

24
Q

Wat is de plaats van vitamine E bij ouderen?

A

Te hoge doses zijn waarschijnlijk schadelijk, wel is er een verminderd risico op BLWI. Er is geen nut van vitamine E voor behandeling of preventie van cognitieve impairment.

25
Q

Wat is het nut van vitamine C supplementen bij ouderen?

A

Er zou een toegenomen anti-oxidatief effect zijn maar er is nog geen bewezen klinisch effect.

26
Q

Wat is het nut van omega-3VZ bij ouderen?

A
  • Mogelijks argumenten dat het risico op disfunctie of dementie verminderd wordt
  • Enige evidentie van beperkt gunstig effect op CV mortaliteit bij patiënten die recent een AMI hebben doorgemaakt of patiënten met chronisch hartfalen
27
Q

Wat is de plaats van magnesiumsupplementen bij ouderen?

A

Het kan gegeven worden bij slecht geregelde diabetes met Mg-tekort. Er is een gunstig effect op de bloeddruk maar er is voldoende Mg aanwezig in groenten en fruit.

28
Q

Wat is de plaats van Se supplementen bij ouderen?

A

Het wordt gegeven bij TPN en malabsorptie.

29
Q

Wat is het nut van zinksupplementen bij ouderen?

A

Het kan gedurende 2 weken gegeven worden bij perleche of peri-orale inflammatie t.g.v. te geringe inname van vlees.

30
Q

Wat is het enige supplement waar iedere 70+’er baat bij kan hebben?

A

Vitamine D en calciuum.